Interview

Siep (22) woont elke week bij een andere vriendin

Na acht hospiteeravonden was student Siep Overdevest (22) er klaar mee. Dan maar geen vaste woning. Inmiddels logeert ze al vier maanden bij twaalf verschillende vriendinnen, en in het huis van haar tante. ‘Mensen verklaren mij voor gek, maar ik zie veel voordelen.’

Ze woont in Tilburg, Eindhoven, Rotterdam, Amsterdam, Delft, Wageningen, Utrecht, Zeist en Den Haag. ‘In sommige steden heb ik meerdere adresjes. In totaal logeer ik afwisselend bij twaalf vriendinnen. Steeds een week bij iemand anders. Dan slaap ik bij die vriendin in een tweepersoons bed of twijfelaar. Ik val gelukkig heel makkelijk in slaap.’

Gemiddeld zit ze drie uur per dag in de trein. In het weekend gaat ze naar haar moeder – in Sittard- met haar vieze was. En om de twee weken woont ze een week in het huis van haar tante. Haar tante is mantelzorger en woont gedeeltelijk in Limburg. Siep: ‘In dat huis in Den Haag kan ik mijn batterij opladen.’

Hospiteren

Siep begon afgelopen september met haar opleiding Journalistiek aan de HU. Vanaf juni zocht ze naar een kamer via Facebookgroepen. Omdat ze in Sittard woont – twee uur en een kwartier reizen naar de HU -, is thuis wonen voor haar geen optie. Acht hospiteeravonden verder had ze nog steeds niks. ‘De eerste mislukte hospiteeravonden kwamen hard aan. Sociaal contact gaat mij normaal gesproken makkelijk af en ik kende niet zo’n directe vorm van afwijzing. Maar hoe vaker ik werd afgewezen, hoe meer ik het kon relativeren. Met 215 geïnteresseerden voor een kleine kamer, kun je het überhaupt een eer noemen dat je wordt uitgenodigd. En misschien ben ik gewoon niet zo goed in het achterlaten van een goede eerste indruk.’

‘Ik kom meer te weten over hun leven.’

Ze moest iets toen haar studie begon, dus besloot bij vriendinnen te gaan logeren. ‘Het zijn zoveel verschillende adressen, dus ik voel mij niet bezwaard dat ik te veel van één iemand vraag. Ik blijf overal gemiddeld maar vijf dagen en voel me altijd welkom. En ik hou mijn vriendschappen op deze manier goed bij. Ik kom meer te weten over hun leven. Ook leer ik veel steden beter kennen.’ Haar favoriete steden? ‘Rotterdam vind ik heel leuk door de combinatie van een stedelijke omgeving en gezellige buurten. Je hebt daar fijne studieplekken en leuke winkeltjes. Amsterdam is ideaal omdat er veel poppodia zijn. Volgende week heb ik daar een concert en dan kan ik zo naar bed rollen.’

Twee weken van te voren appt ze een vriendin en vraagt ze of het goed uitkomt als ze komt logeren. De meeste vriendinnen komen uit Limburg en zaten bijvoorbeeld bij Siep op de middelbare school. Zij gingen studeren in steden door heel Nederland. Andere vriendinnen kent ze van feestjes.

‘Ik neem wel eens een cadeautje mee’

Haar paleisje in Den Haag

‘Ik probeer vaak iets terug te doen voor de vriendin waar ik op dat moment logeer. Soms ruim ik de kamer op of help ik mee met klusjes in huis.’ Ze betaalt altijd mee aan de boodschappen. ‘En ik neem wel eens een cadeautje mee, zoals kaarsen. Met kerst heb ik elke vriendin een kerstkaartje gestuurd.’

‘Als ik er ben hoeven ze niks speciaals te doen hoor. Ik vind het al speciaal genoeg dat ik daar mag komen.’ Ze kookt samen met de vriendin waar ze op dat moment woont. ‘En ‘s avonds doen we ons eigen ding. Of we gaan samen de stad in, kijken een film of maken een wandeling.’

‘Huisgenoten van de vriendinnen waar ik logeer, vinden het doodnormaal dat ik het huis binnenloop.’ De vriendin waarbij ze in Amsterdam logeert, lijkt best op haar. ‘Eén huisgenoot dacht dat ik haar was en sprak me aan met haar naam’, vertelt ze lachend.

Geld

Als ze in het huis van haar tante woont, betaalt ze vijf euro aan gas, water en licht per dag. ‘Het voelt een beetje als een paleisje. Ik heb het huis voor mezelf, het plafond is vijf meter hoog en heeft een mooie vide. Heel anders dan een studentenkamer.’ Bij haar vriendinnen verblijft ze gratis. ‘En ik betaal zo’n 35 euro aan boodschappen voor mezelf per week.’ Weinig vaste lasten dus, maar dat is maar goed ook, want een baantje op één plek kan ze niet hebben. ‘Soms doe ik losse dingen. Tijdens Oktoberfeest Sittard. Met kerst werkte ik bij Van der Valk.’

Nadelen

Lid worden van een sportclub is lastig zonder een vaste woonplek. Hetzelfde geldt voor het bezoeken van een psycholoog, iets wat ze op een later termijn wel wil gaan doen. ‘Want ik vind dat preventief naar een psycholoog gaan ook goed is.’
‘En ik heb doordeweeks weinig spullen. Een paar setjes kleding, make-up, een toilettas en mijn laptop. Mijn lesboeken staan op mijn laptop. Ik mis mijn spullen die bij mijn moeder liggen soms wel, bijvoorbeeld mijn camera’s.’

‘Nog nooit heeft iemand tegen mij gezegd: “Dat zou ik ook wel doen.”’

Lezen of werken in de trein

Siep reist elke doordeweekse dag naar de HU. Gemiddeld zit ze drie uur per dag in de trein. ‘Dat kost veel energie en tijd. Maar ik vind het fijn om te lezen in de trein. Op andere momenten vind ik daar de rust niet voor. Andere keren kijk ik Netflix in de trein. Of ik doe iets voor school. Al doe ik dat vaker in de HU-bibliotheek na schooltijd.’ Thuis wonen ziet ze niet meer als optie. ‘Op mijn leeftijd wil ik meer zelfstandigheid. Ik wil niet meer afhankelijk zijn van thuis. Als student wil ik vrijheid en doen en laten wat ik wil. Daarom vind ik dit veel relaxter.’

Toekomst?

‘Nog nooit heeft iemand tegen mij gezegd: “Dat zou ik ook wel doen.” Mensen verklaren me voor gek, maar hebben er ook respect voor dat ik het volhoud. Het past bij mij, ik vind het fantastisch.’ Ze glimlacht. ‘Het allerleukste vind ik het ontmoeten van zoveel mensen. De huisgenoten van de vriendinnen waar ik logeer bijvoorbeeld. De vriendin uit Delft heeft er 17. Dat is erg druk. Maar ik kan me altijd terugtrekken in de kamer van die vriendin.’
Omdat ze om de twee weken in het huis van haar tante woont, weet ze ook hoe het is om alleen te zijn. ‘Die momenten waardeer ik ook.’ Hoe lang ze nog op deze manier blijft leven, weet ze niet. ‘Over een paar maanden wil ik weer gaan kijken. Anti-kraak wonen vind ik een optie. Je betaalt vaak weinig voor grote plekken en vindt sneller iets dan normaal. Utrecht heeft mijn voorkeur, maar Amsterdam kan ook.’