Een van de slachtoffers van de USC-bangalijsten die in maart massaal zijn rondgestuurd, deelt haar ervaring in een reconstructie van het Algemeen Dagblad. Haar foto, voor- en achternaam en telefoonnummer stonden in de presentatie. Ze kreeg in de weken na de verspreiding van de lijst gemiddeld vijftien telefoontjes per dag, honderden volgverzoeken en berichtjes. ‘Toen het tot me doordrong dat schijnbaar de hele wereld waarin ik me begeef deze lijst had gezien, kwamen schaamte en verdriet.’
Veel slachtoffers namen een nieuw telefoonnummer, enkele kampen met paniekaanvallen en soms stopten ze zelfs met hun studie. Het AD-artikel benoemt de machtsstructuur van de USC studentenhuizen als belangrijke oorzaak voor de vrouwonvriendelijke cultuur binnen de vereniging. Er zijn twijfels of de genomen maatregelen genoeg zijn om die cultuur te veranderen.