Al lang voordat ene Stapel aan studeren begon, is meerdere keren aangetoond dat er een duidelijke relatie is tussen het eten van vlees en het vertonen van bepaald gedrag. (Zoek er de litaratuur maar op na).
Vooral mannetjesdieren die ergens hoog in de hiërarchie zitten, laten dit gedrag zien.
Belangrijkste vraag daarbij is natuurlijk die van kip en ei. Was er nu eerst het eten van stapels vlees, of was er eerst het gedrag, dat de behoefte aan vlees vergrootte?
Nu heb ik in mijn werkzame leven al heel wat bazen gehad en gezien mijn functie en charmante voorkomen mocht ik ook al met heel wat bazen uit eten. Stuk voor stuk aten al die bazen grote lappen vlees, liefst zo rood mogelijk.
Ik heb ook verschillende ambitieuze collega’s zien promoveren tot baas. Namen ze voor hun promotie genoegen met een kipfileetje, of een sateetje, een eenvoudige schnitzel of een gebakken visje, zodra ze baas werden, veranderde hun eetgedrag.
Biefstukken moesten het worden, T-bone steaks van een pond, drijvend in bloed. En dito werd hun bazengedrag: ambitieuzer dan ooit, stapels werknemersvlees wilden ze, stempels zetten op zaken als ware het hun eigen tanden in een sappig hert.
Professor Stapel is aan de kant gezet. Zijn carrière is voorbij, omdat hij zich niet aan de regeltjes hield. Teveel vlees gegeten, denk ik. Veel van de bazen die ik ken overleven het eten van stapels vlees wel. In de bazenwereld gelden dan ook andere regels, daar wordt het eten van vlees aangemoedigd en worden regels afgestemd op vleeseters. Arme vegetariërs.