Studenten gaan weer vaker een paar maanden naar het buitenland voor hun studie. Maar de nasleep van de coronacrisis is nog altijd niet voorbij, blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS. Aan de HU is Spanje favoriet.
Voordat de coronacrisis uitbrak, ging ongeveer een kwart van de studenten in een bachelor- of masteropleiding een paar maanden naar het buitenland om vakken te volgen aan een andere instelling. Ze waren ‘studiepuntmobiel’, zoals dat werd genoemd.
Lockdowns maakten het lastig
De lockdowns tijdens de wereldwijde pandemie maakten zulke reisjes moeilijker en minder aantrekkelijk. In studiejaar 2021/2022 had nog maar 11 procent van alle afstudeerders aan hogescholen en universiteiten ergens in hun studiejaren vakken in het buitenland gevolgd – waarschijnlijk voordat de crisis uitbrak.
Inmiddels is dat percentage opgeklommen naar 17 procent van alle nieuwe afgestudeerden van bachelor- en masteropleidingen in het hoger onderwijs, meldt statistiekbureau CBS. Dat is dus één op de zes studenten.
© HOP. Bron: CBS.
Hbo-studenten
Universitaire studenten gaan vaker naar het buitenland in hun bachelor (22 procent) dan in hun master (14 procent). Onder de hbo-bachelorstudenten heeft 17 procent een poosje in het buitenland gezeten, terwijl dat in de hbo-masters en tweejarige ad-opleidingen bijna niet voorkomt.
De meest mobiele groep in het hoger onderwijs zijn internationale hbo-studenten. Zij zijn hierheen gekomen voor een hele bacheloropleiding en behouden kennelijk hun reislust: 28 procent behaalt een deel van de studiepunten in een ander land. Onder de veel grotere groep Nederlandse hbo-bachelors is dat 16 procent.
Wo-studenten
Bij de wo-bachelorstudenten ligt het iets minder ver uit elkaar, maar ook voor hen geldt dat de internationals net iets vaker een vak over de grens volgen dan de Nederlandse studenten: 25 tegen 21 procent. In de (vaak eenjarige) wo-masteropleidingen ligt het dicht bij elkaar: 13 en 14 procent.
De cijfers gaan overigens niet over Nederlandse studenten die een volledige opleiding in het buitenland volgen. Dat doet bijna 2 procent. Het meest gekozen land is België, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en de Verenigde Staten.
Hogeschool Utrecht
‘Hier zien we ook dat steeds meer studenten weer naar het buitenland gaan. Het gaat weer richting de pre-corona aantallen.’ Herjo de Jong van het International Office aan de HU vindt dat mooi. ‘Een buitenland-ervaring geeft je de kans om jezelf zowel persoonlijk als professioneel te ontwikkelen. Bovendien verrijkt het je cv, geeft het je een internationaal perspectief op je vakgebied en helpt het je om een wereldwijd netwerk op te bouwen.’
De Jong vindt het ook bij uitstek een manier om om te leren gaan met andere culturen. En studenten worden er zelfstandiger van, ziet hij. ‘Zo’n periode draagt bij aan je aanpassingsvermogen.’ Want zie je maar eens te redden op een nieuwe school in een stad die je niet kent en waar niemand je taal spreekt.
HU-studenten kunnen via het Erasmus+ programma naar landen als Finland, Georgië, Bosnië en Herzegovina, en landen binnen de EU. Het meest gekozen land? Spanje. Lekker warm en relatief dichtbij.
HOP, Bas Belleman