Eerstejaars hebben beter nagedacht over hun studiekeuze en wisten beter waar ze aan begonnen dan voorheen. De studiekeuzeactiviteiten van hogescholen en universiteiten lijken effect te hebben.
Veel studenten hebben het idee dat de studiekeuzecheck werkt. Dat is de eerste conclusie die onderzoeksbureau ResearchNed trekt na enquêtes onder eerstejaars die in 2014 aan hun opleiding begonnen.
Eind 2014 zei 63 procent van de eerstejaars dat ze een goed beeld hadden van hun opleiding toen ze hun studiekeuze maakten. Een jaar eerder was dat nog 58 procent. Verder gaven meer eerstejaars aan dat ze bewust gekozen hebben voor hun opleiding en dat de voorlichting een goed beeld gaf van wat hun studie behelst.
©HOP. Bron: ResearchNed. Eerste resultaten Startmonitor 2014-2015. VSNU-conferentie ‘Matcht het?'
'Of matching er daadwerkelijk voor zorgt dat minder studenten uitvallen weten we nog niet', nuanceert Jules Warps van ResearchNed. 'De cijfers zijn nog niet compleet, dus daar wil ik niet op vooruitlopen. Maar als je kijkt naar de oordelen van studenten zelf, dan ziet het er positief uit.'
De cijfers passen in een trend. Al sinds 2009 geven elk jaar iets meer studenten aan dat de voorlichting goed was en hun studiekeuze weloverwogen. 'Dat is niet zo gek, er wordt al jaren gewerkt aan betere voorlichting', zegt Warps. 'Universiteiten en hogescholen deden al van alles, matching is een volgende stap. Uit eerdere ervaringen blijkt dat studiekeuzegesprekken werken.'
Uitval bestrijden
Het recht op matching werd in 2014 landelijk ingevoerd om de uitval in het hoger onderwijs te bestrijden. Het idee is dat studenten minder snel met hun studie stoppen als ze een weloverwogen keuze maken.
Aankomend studenten moeten zich sindsdien voor 1 mei aanmelden bij de opleiding van hun keuze, anders kunnen ze geweigerd worden. Meestal krijgen studenten aan het eind van de rit een advies of ze geschikt zijn voor de opleiding. Dat mogen ze overigens negeren.
Langskomen werkt beter
De studiekeuzecheck werpt meer vruchten af als aspirant-studenten mogen langskomen op de universiteit of hogeschool. Eerstejaars die persoonlijk contact hadden met iemand van de opleiding zeggen vaker dat ze nu zekerder zijn van hun studiekeuze, dan eerstejaars die alleen online kennis hebben gemaakt.
'Instellingen hebben heel verschillende keuzes gemaakt in de opzet. Je ziet dat studenten persoonlijk contact meer waarderen dan online activiteiten', zegt Warps. 'Daarnaast vinden hbo’ers de studiekeuzecheck vaker nuttig dan wo-studenten.'
©HOP. Bron: ResearchNed. Eerste resultaten Startmonitor 2014-2015. VSNU-conferentie ‘Matcht het?'
De verschillen tussen instellingen zijn groot. Aan sommige instellingen zegt bijna de helft van de studenten dat de studiekeuzeactiviteiten geen invloed hebben gehad, terwijl dat aan één hogeschool slechts twee procent is. Het is volgens Warps nu nog te vroeg om tips te formuleren, maar op termijn is dat wel de bedoeling. Instellingen worden door ResearchNed niet met naam genoemd.
Advies
Over de activiteiten zijn veel studenten dus tevreden, maar het uiteindelijke advies lijkt weinig toe te voegen. Slechts vijftien procent van de studiekiezers die een negatief advies krijgt, heeft het gevoel dat dat terecht is.
'Bij de groep waarvan je hoopt dat die zich er het meest van aantrekt, heeft het advies mogelijk niet de impact die je zou willen', aldus Warps. 'Het lijkt erop dat de activiteiten meer invloed hebben op studiekiezers. Die brengen, meer dan het advies, een reflectie teweeg.'
Meer resultaten uit de Startmonitor van ResearchNed, waar deze cijfers deel van uitmaken, worden in de eerste maanden van 2016 verwacht.