Ze hebben de fakkel afgelopen weekend doorgegeven aan hun opvolgers en blikken nu terug op het jaar waarin ze de belangen van studenten verdedigden: voorzitters Jarmo Berkhout van de LSVb en Jan Sinnige van het ISO.
Ze leken als dag en nacht te verschillen toen ze aantraden. Jarmo Berkhout had net meegedaan aan de bezetting van het Amsterdamse Maagdenhuis en leek klaar voor harde demonstraties.
Jan Sinnige kwam uit een andere hoek. Hij stond voor GroenLinks op de lijst van de Utrechtse gemeenteraad – een van de partijen die de basisbeurs heeft afgeschaft – en had een studenten-jazzorkest opgericht. Hij hield zich verre van zulke acties.
Het was een bewogen jaar, zeggen ze, spannend, leerzaam, druk en enerverend. Alleen al omdat er verkiezingen werden gehouden. Sinnige: ‘Elk jaar is een bewogen jaar, maar als er verkiezingen aankomen strijdt iedere belangengroep om aandacht. En terecht ook. Ik denk dat het ons goed gelukt is om studentenbelangen naar voren te schuiven. Daar ben ik wel trots op.’
Hoog inzetten
Hoe ze dat deden? Ze hebben bijvoorbeeld een lijsttrekkersdebat georganiseerd bij de TU Delft, samen met de Landelijke Kamer van Verenigingen, universiteitenvereniging VSNU en de Vereniging Hogescholen. ‘Je moet gewoon hoog inzetten’, zegt Berkhout. ‘Dan kan het allemaal.’ En dat de rechtse lijsttrekkers verstek lieten gaan, kan hun weinig schelen. ‘Jammer dan’, zegt Sinnige.
Berkhout noemt daarnaast het spandoek (foto) dat de LSVb bij de Hofvijver ophing: het museum van 35 jaar bezuinigingen. ‘Dat kreeg veel aandacht.’ Ook de studieschuldmeter van het ISO viel op: een website waarop je de schuld per seconde ziet stijgen. ‘Kleine dingen kunnen heel groot worden’, zegt Sinnige. ‘In verkiezingstijd draait het steeds meer om beelden.’
Veel dingen gingen zoals gedacht, zeggen ze, maar soms kwamen ze toch voor verrassingen te staan. ‘Wat ik niet zo had zien aankomen’, zegt Berkhout, ‘is hoezeer het bedrijfsleven zich tegen het hoger onderwijs aan bemoeit. Er is een sterke lobby vanuit werkgeversorganisatie VNO-NCW. Toen ik begon, verwachtte ik vooral politieke tegenstand of bijval van onderwijsbestuurders en de politiek.’
Verschil
En daar gloort een verschil tussen de ‘linkse’ Landelijke Studentenvakbond en het Interstedelijk Studenten Overleg, dat van oudsher iets ‘rechtser’ is. ‘Ik ben ervan overtuigd dat er wel een uitdaging ligt om onderwijs en arbeidsmarkt beter op elkaar te laten aansluiten’, zegt Sinnige. ‘Studenten maken zich zorgen over hun baan. Hogescholen en universiteiten mogen best hun vizier meer openzetten naar de buitenwereld.’
Maar het is meer een verschil in toon dan een verschil in standpunt. Ze willen beiden niet dat bedrijven gaan bepalen wat studenten moeten leren. ISO en LSVb sturen vaak gezamenlijke persberichten en lijken een gesloten front. ‘Dat hebben we in elk geval bereikt’, stelt Berkhout geamuseerd vast.
Ze hebben een keer bij elkaar gezeten en vastgesteld dat ze in het verkiezingsjaar één geluid moesten laten horen. Dat zeiden ze ook tegen de universiteiten en hogescholen: het gaat om het hoger onderwijs. De onderlinge meningsverschillen komen later wel weer.
Maar hadden ze zien aankomen dat ze zo goed samen door één deur zouden kunnen? ‘Wat ik leuk vond van Jan is dat hij er het hele jaar flink hard in is gegaan’, zegt Berkhout. ‘Misschien had ik dat minder verwacht. Hij is niet bang om ruzie te maken met instellingen of politiek.’
Kritischer?
‘Er is tot op zekere hoogte een stijlverschil tussen ISO en LSVb’, zegt Sinnige. ‘Maar er zijn te vaak ISO-voorzitters geweest die achteraf hebben gedacht: was ik maar kritischer geweest. Nou, dat denk ik zelf helemaal niet.’
Ze lijken een beetje op twee huisgenoten die elkaar misschien niet zouden uitzoeken, maar toch vrienden worden. ‘Ja, al zitten het ISO en de LSVb nog niet in hetzelfde gebouw’, zegt Sinnige. ‘Misschien moeten we daar eens over praten met de Rijksgebouwendienst.’ ‘Of we kraken een pand’, grapt Berkhout.
Ze hadden plezier in hun rol van studentenvertegenwoordiger, zeggen ze. ‘Je kunt redelijk veel maken’, zegt Berkhout. ‘Je kunt gewoon een spandoek ophangen en zonder enige nuance zeggen dat er al 35 jaar bezuinigd wordt op onderwijs.’ ‘Of roepen dat er geen rooie rotcent van de basisbeurs verloren mag gaan’, zegt Sinnige. ‘Zulke taal zul je de koepels van universiteiten en hogescholen niet snel horen gebruiken.’
Perfect
Gingen er ook dingen mis in hun jaar? ‘Nee’, zegt Berkhout met een strak gezicht, ‘alles liep helemaal perfect.’
Ze schieten in de lach. Dan wijst Sinnige op de kwaliteitsafspraken die eraan komen in het hoger onderwijs: universiteiten en hogescholen zullen hun onderwijs moeten verbeteren en het ministerie wil daar afspraken over maken. Maar wat voor afspraken? “Daar zijn we een heel jaar lang mee bezig geweest en ze zijn nog steeds niet af. We staan in de lobby zeker niet met tien-nul achter, maar er ligt geen deal. Het duurt lang.’
Wat ze hun opvolgers meegeven? ‘Dat het belangrijk werk is, mooi en eervol’, zegt Berkhout. ‘Ze moeten niet vergeten om ervan te genieten. Je kunt je soms verliezen in het werk, want het is nooit af.’ Sinniges tip: ‘Wees uitgesproken. Dat wordt het meest gewaardeerd, ook door de mensen die het niet met je eens zijn en je soms proberen tegen te werken. Ze weten wat ze aan je hebben.’
En nu?
Of ze nu de politiek ingaan? Voorlopig niet. Berkhout gaat een masteropleiding filosofie doen. ‘Ik heb de vloek en de zegen van te veel interesses. Ik wil misschien onderzoek doen naar de historische ontwikkeling van nieuwe vormen van extreem rechts. Ik weet nog niet of ik de politiek in wil.’
‘Politicus kun je altijd nog worden’, zegt Sinnige. Hij is al klaar met zijn studie en moet nu op zoek naar een ‘echte baan’, zegt hij. ‘Maar het was superleuk, ik zou het zo weer doen.’