De Nederlandse studentenorkesten luiden de noodklok, ze worden niet één, maar twee keer getroffen door de geplande bezuinigingen van staatssecretaris Zijlstra.
Deze week versturen de tien studentenorkesten een brandbrief naar de staatssecretaris van OCW. Diens kunstbezuinigingen zullen zorgen voor financiële gaten en zijn langstudeerboete maakt het moeilijker muzikanten en bestuurders te vinden, vrezen ze. De orkesten zijn ‘een proeftuin voor musici in opleiding’, en vormen ‘brug tussen de amateurs en professionele musici’. Als ze verdwijnen ‘is dat een grote klap voor de klassieke muziek in Nederland’.
‘We gaan het financieel zeker voelen’, zegt Rosa Hendriks van het Nederlands Studenten Kamerorkest (NESKO). ‘Voor volgend jaar hebben de orkesten grote moeite op sponsoren te vinden. Fondsen die normaal bijdragen, doen dat nu niet. Door de bezuinigingen kiezen ze ervoor om andere projecten te sponsoren en ontstaat er een soort domino-effect.’
Projectorkesten als het NESKO moeten het vooral van giften hebben om hun jaarlijkse landelijke tournees te financieren. ‘Natuurlijk genereren we ook inkomsten uit de kaartverkoop, maar die staan in schril contrast met andere bijdragen. De verhoging van de btw op toegangskaartjes maakt het er niet beter op.’
Toch zit de langstudeerboete die Zijlstra wil invoeren de orkesten het meest dwars. Hendriks: ‘Dit is nu precies een voorbeeld van waar die boete zijn doel voorbijstreeft. Het is heel krom om mensen te straffen omdat ze zich willen ontwikkelen. Door de tournees – het Nederlands Studenten Orkest speelt in alle grote zalen – moeten studenten hun tentamens opschuiven naar de herkansingen of een vak op een later tijdstip volgen. En ook het bestuurswerk voor de orkesten kost veel tijd.’