De beste plek voor de trams bij Utrecht Centraal is de stadszijde van het station en niet de Jaarbeurskant. Dat is de uitkomst van een studie van de gemeente en het Bestuur Regio Utrecht, die verkeerswethouder De Bondt dinsdag 13 april naar buiten bracht.
Bij de oorspronkelijk plannen voor de aanpak van het Stationsgebied werd gekozen voor een tramhalte aan de Jaarbeurskant. Daar is meer ruimte maar het nadeel was een aanmerkelijk minder goede aansluiting op de binnenstad omdat de haltes Moreelsepark (nabij de Mariaplaats) en Utrecht Centraal (vlakbij het Smakkelaarsveld / Vredenburg) zouden verdwijnen.
Later werd ingezet op het behoud van de tramhaltes aan de stadskant, met als voordeel een logische aansluiting op de nieuw aan te leggen trambaan ‘om de zuid’ naar De Uithof. Maar die mogelijkheid leek kleiner te worden toen het besluit viel dat Utrecht een compleet tramnetwerk wil, met lijnen in vijf richtingen. De vraag was of daar aan de stadskant wel genoeg ruimte voor zou zijn. Nu die rumte er blijkt te zijn is de consequentie wel dat er, naarmate het tramnetwerk zich ontwikkelt, minder plek komt voor stads- en streekbussen. Die moeten dan verhuizen naar de westzijde van het station.
Wel wordt de capaciteit van de Leidseveertunnel (met maar twee tramsporen) op termijn te klein voor het tramnetwerk. Daarom zal er een extra kruising met het spoor moeten komen. Daarvoor zijn drie opties in beeld: een viaduct achter de Rabobank en een viaduct of tunnel ter hoogte van de Bleekstraat.
De bedoeling is dat het nieuwe college eind juni een besluit neemt over het tramstation. Begin volgend jaar volgt een besluit over de plek van de nieuwe spoorkruising en wordt duidelijk of er eerst een busbaan naar De Uithof wordt aangelegd (die later omgebouwd wordt tot trambaan) of dat er direct een trambaan komt.