Veel studenten zijn ontevreden over hun studieadviseurs, zegt het Interstedelijk Studenten Overleg. Daar zouden universiteiten en hogescholen iets aan moeten doen.
Het ISO peilde de mening van 246 studenten van dertien universiteiten en twaalf hogescholen. De helft is wo-student, de andere helft hbo-student. Ze geven hun studieadviseurs en studieloopbaanbegeleiders gemiddeld een magere 6,3. 'We krijgen vaak klachten over de studiebegeleiding', zegt Rosanne Broekhuizen van het ISO. 'Daarom wilden we eens kijken wat er fout gaat.'
Tijdgebrek
Vooral tijdgebrek is voor studieadviseurs een probleem, meent ze. 'Er was zelfs een student die drie maanden moest wachten op een afspraak.' Onderwijsinstellingen zouden meer moeten investeren in de studiebegeleiding, meent het ISO. Dat kan ook, nu er dankzij het leenstelsel geld vrijkomt voor het hoger onderwijs.
De waardering voor de studieadviseur of studieloopbaanbegeleider blijkt heel verschillend: 34 procent van de studenten geeft een vijf of lager, terwijl 39 procent op een acht of hoger uitkomt. Er waren geen grote verschillen tussen hbo en wetenschappelijk onderwijs, ook al is studieloopbaanbegeleiding in het hbo vooral een taak van docenten en hebben de universiteiten meestal speciale studieadviseurs in dienst.
Studievertraging
'Hbo- en wo-studenten hebben ongeveer dezelfde problemen', denkt Broekhuizen. 'Ze bespreken niet alleen persoonlijke zaken met de adviseurs, maar hebben ook vragen over het verdwijnen van de basisbeurs en de gevolgen van studievertraging.'
De minister van Onderwijs kan de taak van de studieadviseurs verlichten. Hoe beter de voorlichting over bijvoorbeeld het leenstelsel, hoe minder vragen studenten erover zullen stellen.
Eilandje
Maar studieadviseurs mogen de hand ook in eigen boezem steken, vindt Broekhuizen. 'Ze werken vaak op een eilandje. Ze praten zelden of nooit met hun collega’s van andere faculteiten. Dat komt misschien door de tijdsdruk, maar het kan uiteindelijk ook tijd schelen als je elkaar helpt.'
Studiebegeleiders krijgen steeds meer te doen, al is het maar omdat universiteiten en hogescholen flexibeler onderwijs gaan aanbieden en studenten steeds vaker hun eigen studiepad zullen kiezen. Broekhuizen: 'Dan wordt goede begeleiding nog belangrijker.'