Achtergrond

Taalwatcher

Doekoe, chillen of joffel: het klinkt menig student bekend in de oren. Of je nu afkomstig bent van generatie X, Y of Einstein. Maar die jongerentaal bestaat nog niet zo lang. Taalwatcher en schrijver Wim Daniëls bestudeert de ontwikkelingen en veranderingen van jongerentaal. Hij schreef Vet!, een boek over jongerentaal tussen vroeger en nu.

‘Doch hoe het ook zij, aan zijne appeltjes zullen we ons niet ziek eten’, zegt Dik Trom, het beroemde personage van Johan Kieviet. De veelgelezen jeugdserie verscheen voor het eerst in 1898. Dik Trom, dan zestien jaar, klinkt als een oude man. Jongerentaal bestond nog niet. Kinderen gingen direct na de lagere school aan het werk en traden meteen de volwassen wereld binnen.

Het duurde nog vele jaren voor je echt kon spreken van jongerentaal. ‘Jongeren bestonden voor 1900 eigenlijk niet. Natuurlijk waren er wel jonge mensen, maar die gingen meteen werken. Er bestond nauwelijks middelbaar onderwijs, alleen een lagere school’, zegt Wim Daniëls. ‘Gevolg was dat jongeren elkaar nauwelijks ontmoetten en dat platform heb je voor taal nodig. Vanaf de jaren vijftig kwam jongerentaal echt in opmars door het generatieconflict. Via taal werd de generatiekloof uitgedrukt. Pas bij de verlenging van de leerplicht in de jaren zestig ontwikkelden jongeren een eigen jargon. Dit veranderde weer toen er subculturen onder jongeren ontstonden zoals rock ’n rollers of jazzliefhebbers, en taal gebruikt werd om je te onderscheiden.

Wanneer ontstaan de subculturen?
‘Vanaf 1980 zie je een explosie aan opkomende muziekstijlen en daardoor ontstaan subculturen. Taal verandert mee met deze bewegingen, maar ook kleding verandert. Taal is van dit drietal het minst snel in opkomst gekomen.’

Verandert taal sneller doordat jongeren speelser en flexibeler omgaan met taal dan volwassenen?
‘Ja, maar vroeger hadden we ook te maken met grenzen, waardoor je minder kans hebt op taalverandering. Als je bijvoorbeeld in een dorp woonde, bleef je daar wonen en trouwde je met iemand uit je kring. Taal verandert dan minder snel. Daarnaast hebben andere culturen en technologische ontwikkelingen invloed op taal. Sinds 1952 is er televisie in Nederland. Dit heeft natuurlijk ook een enorme invloed gehad. Er zijn in deze tijd meer prikkels en uitdagingen. Maar ook meer groepen waarbij je kunt aansluiten. Dit zorgt voor een platform.
Taal ontwikkelt zich in rap tempo en kent vele vertakkingen, zoals msn- en sms-taal. Straattaal is gekoppeld aan hiphop en rap en wordt niet alleen gesproken door hangjongeren, maar ook door studenten. Jongerentaal laat zich dan ook omschrijven als een taalcocktail van verschillende talen, stijlen en gevolg van technologische ontwikkelingen.’

In welk opzicht verschilt de taal van de generatie Y met het Algemeen Nederlands?
‘Door de komst van nieuwe culturen, kent jongerentaal veel buitenlandse taalinvloeden zoals Surinaams, Marokkaans en Engels. Bijvoorbeeld ‘doekoe’, dat voortkomt uit het Surinaams. Engels is de belangrijkste leidraad, omdat deze taal terugkomt in muziek en films. Jongerentaal moet je niet zien als een volwaardige taal. Het verschil zit hem vooral in andere woorden of in de spelling, zoals het woord ‘even’ dat vervangen wordt door ‘ff’. Hier zie je de technologische vooruitgang in terug.’

Hoe ontstaan woorden?
‘Veel nieuwe woorden worden afgeleid van hiphopteksten. Daarin zit enorm veel creativiteit woordgebruik of deze teksten zorgen ervoor dat een woord een comeback maakt. Vaak zijn het idolen die dit bewerkstelligen, maar dat hoeft niet het geval te zijn. Trendzetters op scholen bijvoorbeeld pikken woorden op en volgelingen nemen ze over. Als iemand het nieuwe woord in een artikel gebruikt, en het gedrukt staat, kan Van Dale het woord overnemen. Belangrijk is dat een woord terecht komt in een mainstream. En dit gaat via internet snel. Er zijn voorbeelden uit het verleden van een radiostation uit Vlaanderen dat het woord ‘lulleriken’ in het woordenboek probeerde te krijgen. Daarvan is het niet gekomen, maar succes hebben ze wel gehad.’

Taal verloedert, zeggen taalpuristen?
‘Er bestaan twee vooroordelen over taal. Dat taal verloedert en dat het grof is. Dat is zo’n misvatting. Taal verandert nu eenmaal. Mensen kijken niet over hun eigen generatie heen. Als ze dat zouden doen, zouden ze ook zien dat hun eigen taalgebruik in de jaren ook enorm is veranderd. Sommige generaties zijn heel kortzichtig, want ze zitten vast in wat ze zelf geleerd hebben. Als jongeren in deze tijd geen invloed op taal hadden, was er wel iets anders dat taal veranderde.’

Wanneer wordt jongerentaal volwassentaal?
Wanneer een woord door een grote groep algemeen gebruikt wordt, of zelfs wordt opgenomen in de Van Dale kun je het als jongerentaal afschrijven. Maar uiteindelijk vinden jongeren altijd iets nieuws. Neem het woord cool. Dit wordt tegenwoordig door iedereen gebruikt. Jongeren willen zich blijven onderscheiden, dus wordt hier vet cool van gemaakt.

Wat kunnen we op het gebied van taal verwachten in de toekomst?
‘Dialecten zullen minder worden gesproken, omdat er geen grenzen meer zijn. Jammer? Je kunt vechten tegen de bierkaai, maar taalverandering hoort eenmaal bij deze tijd. In het verleden heb ik het boek Puubs2000 geschreven. Daarin voorspelde ik opkomst van populaire woorden. Maar er kwam maar weinig van deze voorspellingen uit, terwijl ik maar een jaar vooruit keek. Wie weet valt China ons ooit binnen en spreken we over een tijd Chinees.’

[kaders]

(Oude) studentenwoorden:
Druipen zakken voor een tentamen
Het afleggen zich bezatten of voortijdig stoppen met een studie
Muzenzoon student
Philisterisch burgerlijk
Kast studentenkamer
Sjekplantage behaarde borstkast
Ploert scheldwoord voor niet studenten
Slaplippen zuipen
Convocatie studentenvereniging
Collegehengst studenten die altijd naar college gaan
Barren kroegen bezoeken
Bijklussen structureel vreemdgaan

Jongerentaal door de jaren heen:
1920 bakvissen, jolig, zalig, fuifnummer, zielig
1930 mieters
1940 verdomd
1950 verdomd, mieters
1960 hippisch, blits, birdie, chick, cool, freak, blitskikker, graftak, stoot, weetjewel
1970 jeweetwel, te gek, maf, tsjik
1980 gaaf, chillen, aso, buma, ordi, saggo, dombo, triest, wreed
1990 auf wieder schnitzel, eindeloos, beugelbekkie, noncha, bekken, headbangen

CV
Wim Daniëls is taalkundige en columnist bij het VARA-radioprogramma Spijkers met Koppen. Daarnaast levert hij een bijdrage aan het radioprogramma Klare Taal van de Wereldomroep. Hij heeft meer dan veertig boeken geschreven, waaronder Vet!, een boek over jongerentaal.