Technische opleidingen blijven minder populair onder meisjes

Engineering Netwerkdag 2023. Foto: Lisa de Vries

Meiden kiezen nog altijd minder vaak dan jongens voor een technische opleiding. Zelfs als ze hoge cijfers halen voor de exacte vakken op de middelbare school. Aan de HU valt het dit jaar mee maar ‘we hebben groei nodig’.

Nederland kampt al lange tijd met een tekort aan technici, IT’ers, natuurwetenschappers en ingenieurs. Eerder deze week bleek uit cijfers van de Vereniging Hogescholen dat techniek en ict ook onder nieuwe hbo-studenten weinig in trek zijn: dit jaar zagen deze opleidingen hun instroom dalen met 7,5 procent.

Aan de HU valt de daling mee

Aan de Hogeschool Utrecht valt die terugloop mee. Zo zag het Instituut Design & Engineering de vrouwelijke instroom slechts 1,9 procent dalen, aanzienlijk minder dan landelijk. ‘Dat is positief, maar we hebben groei nodig’, zegt Willemijn Stout, opleidingsmanager van Technische Bedrijfskunde. ‘Binnen Design en Engineering is de genderverhouding nog niet in balans.’

Het zou helpen als vrouwen vaker deze technische studierichtingen zou kiezen. Maar volgens de Dienst Uitvoering Onderwijs beginnen ze nog altijd minder vaak hieraan: ongeveer 21 procent tegenover 42 procent van de jongens.

Girlsday

De HU probeert die kloof al vroeg te verkleinen. ‘We doen jaarlijks mee aan de landelijke Girlsday samen met ICT en Life Sciences’, vertelt Stout. ‘Dan ontvangen we meisjes uit het voortgezet onderwijs en laten we ze kennismaken met de wereld van techniek op een laagdrempelige en inspirerende manier.’

Maar zelfs als ze op de middelbare school een technisch profiel volgen, kiezen meiden minder vaak voor techniek. Zo stroomt ongeveer 87 procent van de jongens met een natuur- en techniekprofiel in het vwo door naar een technische opleiding, tegenover 74 procent van de meisjes met hetzelfde profiel.

‘Uitstekende studenten’

En dat is opvallend, want volgens Stout doen ze het minstens zo goed als hun mannelijke medestudenten. ‘Ze zijn uitstekende studenten: analytisch sterk, communicatief vaardig en kunnen goed samenwerken. Bovendien zien we dat onze vrouwelijke studenten bovengemiddeld actief zijn binnen de opleiding.’

En meisjes die op de havo en vmbo hoge cijfers behalen voor bètavakken? Zelfs zij kiezen minder vaak voor een technische vervolgopleiding dan jongens die voor datzelfde vak een onvoldoende scoren.

De HU blijft zich daarom inzetten om vrouwen de techwereld in te trekken. Stout schetst het ideaalbeeld: gemengde klassen waar mbo’ers, havisten, vwo’ers, jongens en meiden samenkomen. Dat zorgt volgens haar voor rijkere discussies, bredere perspectieven en een leeromgeving die bruist. ‘Diversiteit in de klas versterkt het onderwijs en bereidt studenten beter voor op het échte werk.’