De studiefinanciering gaat meer kosten dan verwacht. De komende jaren heeft het ministerie van OCW nog meevallers van enkele tientallen miljoenen euro’s, maar vanaf 2014 slaan die om in tegenvallers.
Dat staat in de voorjaarsnota, die zojuist naar de Tweede Kamer is verstuurd. Het is nog niet duidelijk wat de gevolgen zullen zijn voor hogescholen en universiteiten.
Het ministerie verwacht dat de komende jaren minder prestatiebeurzen in een gift zullen worden omgezet. Vanaf 2015 zullen het er juist meer zijn. Daar staat tegenover dat minder mensen een aanvullende beurs hebben aangevraagd.
Bovendien zijn de renteontvangsten hoger dan geraamd, en dat laatste leidt volgens de ambtenaren tot een structurele meevaller: de rente wordt immers bij afstuderen vastgesteld en verandert niet meer.
Verder wordt er meer studieschuld afgelost dan eerder geraamd, maar dat heeft weinig invloed op het totaal: die leningen zouden vroeg of laat immers worden afbetaald en tellen niet echt mee voor de begroting.
Er zijn dit jaar iets meer leerlingen dan OCW voorzien had, wat voor een tegenvaller op de begroting zorgt. Maar dat probleem doet zich vooral in het voortgezet onderwijs en het mbo voor. Hogescholen hebben in 2011 juist iets minder studenten dan geraamd.
Alles bij elkaar heeft OCW dit jaar een meevaller van 40,7 miljoen euro, maar de tegenvallers lopen snel op: van 54,3 miljoen euro in 2012 naar 345,4 miljoen euro in 2015.
Minister van Financiën Jan Kees de Jager is tevreden over de gehele voorjaarsnota: ‘De overheidsfinanciën ontwikkelen zich op dit moment gunstiger dan in het regeerakkoord werd verwacht’, schrijft hij. Maar hij waarschuwt voor te veel optimisme vanwege alle onzekerheden en risico’s.