De vereniging van hogescholen kon en kan niets uitrichten als individuele hogescholen er een potje van maken. De HBO-raad is een belangenorganisatie die er hooguit voor kan zorgen dat zaken op de politieke agenda komen.
Dat zegt voormalig HBO-raadvoorzitter Doekle Terpstra, nu voorzitter van Hogeschool Inholland, in een interview met Folia, het magazine van de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam.
Hij erkent dat de basiskwaliteit bij Inholland nog altijd niet op orde is, doelend op het lesrooster, de ict-infrastructuur, de examencommissies en de manier waarop docenten hun lessen voorbereiden. Maar hij voegt eraan toe dat dit voor andere hogescholen ook geldt: ‘Daar ben ik van overtuigd.’
Het grote probleem van hogescholen is dat ze, onder druk van de overheid, te groot gegroeid zijn, denkt Terpstra. Dat ging ten koste van de kwaliteit. Vandaar dat hij van Inholland een kleiner, meer selectieve hogeschool wil maken. ‘Die enorme toegankelijkheid van het hbo, daar gaan we paal en perk aan stellen.’
Hij hoopt dat de Hogeschool van Amsterdam, die door de terugloop bij Inholland meer eerstejaars trekt, straks niet dezelfde kwaliteitsproblemen krijgt.
Doekle Terpstra is vanavond te gast bij het Folia-debat en discussieert met bestuurders van de Hogeschool van Amsterdam, Fontys en Hogeschool Arnhem Nijmegen.