In 1995 interviewde Trajectum studenten en medewerkers over een nieuw fenomeen: internet voor de massa. Een aantal van hen vond dat het medium gehypet werd, onder wie ICT-adviseur Gerard Verwoolde. Vindt hij dat nog steeds?
Studeren of werken zonder internet: dat is voor veel mensen ondenkbaar. Maar twintig jaar geleden was een internetloos bestaan helemaal geen idiote gedachte. Het medium was nieuw en ingewikkeld. Het waren vooral technisch onderlegde mensen die ronddwaalden op het World Wide Web.
Wat deden ze daar? De in 1995 geïnterviewde Moniek Meissen, destijds ambassadrice voor het World Wide Web, haalde weleens een recept van het web. Leo Kraan studeerde op de School voor Communicatiesystemen en zocht naar Japanse animaties. Peter Verwey, toenmalig docent politiek op de School voor Journalistiek, neusde in gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Koffiepot
Net zoals nu bood het web een mix van nuttige informatie en nutteloos tijdverdrijf. De content was alleen wat minder geavanceerd dan nu. Een beroemde attractie in 1995 was ‘de koffiepot’. Medewerkers van een computerlaboratorium in Cambridge plaatsten een digitale camera tegenover hun koffiepot, die elke tien seconden een foto op het net zette. Spannend. Zo kon iedereen vanachter zijn bureau zien of er in Cambridge nog koffie was.
Wie niet naar een lege koffiepot wilde staren, kon zijn tijd verdrijven met het sturen van e-mails. ‘Het verschil met telefoneren is dat je elektronische post kunt lezen en beantwoorden wanneer je wil’, legde Moniek Meissen in 1995 uit. Superhandig.
Deze innovatie werd overigens niet door iedereen met open armen ontvangen. ‘Ik mail vooral met de softwarefabriek en de leverancier. Mijn zwager zit sinds kort ook op het net, die stuur ik weleens een berichtje. Maar eigenlijk vind ik e-mail voor dat soort communicatie niet geschikt. De telefoon is beter en liever nog ga ik bij iemand op bezoek’, zei Gerard Verwoolde twintig jaar geleden. Hij werkte toen als netwerkbeheerder op de HU.
Revolutie
Internet werd door meerdere HU-medewerkers afgedaan als hype. ‘Dat gelul over een revolutie: allemaal onzin! Er zou een global village ontstaan. Er zitten nu 40 miljoen mensen op het internet. Je hebt nooit van je leven tijd om met al die mensen te praten’, foeterde Peter Verwey twintig jaar geleden tegen Trajectum.
Ook Verwoolde vond het niet zo spannend. ‘E-mail is mooi en file-transfer is nog mooier, maar je moet het niet opkloppen. Bij de term cyberspace denk ik aan spelletjesfreaks die 24 uur per dag achter de computer zitten’, zei hij destijds.
Nog steeds: overdreven
Verwoolde werkt nog steeds op de HU, nu als ICT-adviseur. Voor dit artikel blikt hij terug op zijn uitspraken van twintig jaar geleden. Verrassing: hij staat er nog grotendeels achter. Hij vindt in elk geval nog steeds dat er toen overdreven gereageerd werd op het fenomeen internet. ‘Het internet is maar een middel, bijvoorbeeld om opleidingen te ondersteunen. Maar het internet zelf werd bijna heilig verklaard’, zegt Verwoolde.
E-mail is nog steeds niet zijn favoriete medium. ‘Je mist non-verbale communicatie’, legt hij uit. Maar dat probleem is nu grotendeels opgelost door Skype en soortgelijke toepassingen. ‘Tegenwoordig kun je digitaal vergaderen. Dat doe ik ook met studenten, door middel van een 360-graden-camera’, zegt Verwoolde.
En hoogopgeleiden zijn niet de enigen die met internet overweg kunnen. Verwoolde vond destijds dat de gewone man weinig aan het medium had, omdat het te gecompliceerd was. ‘Je moest internet aansluiten met kabeltjes, dat was een hele tour. Nu doet mijn schoonmoeder van 86 haar bankzaken online, dankzij een cursus van de Rabobank’, aldus de adviseur.
Best eng
Maar als vergaderingen digitaal plaatsvinden en ouderen tegenwoordig internetbankieren, waren de uitbundige reacties op de komst van het internet dan niet terecht? Had Peter Verwey gelijk toen hij zei dat er geen sprake van een revolutie was?
Die was er wel degelijk, vindt Verwoolde. ‘ICT heeft bijvoorbeeld een grote invloed op businessprocessen. Dat is soms best eng. Ik woonde onlangs een presentatie bij met de titel: word je ge-Kodakt of ge-Uberd? Uber knoopte een aantal mogelijkheden aan elkaar en heeft een nieuwe business. De traditionele taxibedrijven zijn in dit geval “ge-Kodakt”. Fototoestelfabrikant Kodak werd, dankzij de digitale camera, van de markt geveegd. Als je als bedrijf even niet oplet, ben je weg’, aldus Verwoolde. Internet is misschien niet heilig, maar de invloed van het medium is ongekend.
Rest ons nog één vraag: hebben ze in Cambridge nog koffie?