Achtergrond

Trajectumzomersoap: De Bar en de Brallenden

Een seizoen Trajectum zou niet compleet eindigen zonder een flinke cliffhanger. Naomi Engels, ambassadeur en jurylid van jongerenschrijfwedstrijd WriteNow! en HU-student (minor journalistiek) stak de pen uit de mouwen en schreef een studentensoap over Utrecht@night. We roepen meteen op voor een vervolgaflevering!

Naomi EngelsTerwijl Fleur het laatste beetje prosecco in haar keel goot, werd er op de deur geklopt. Het was Marcel, haar buurman en vaste stapgenoot op donderdagavond. Met een halfleeg flesje bier in zijn hand, leunde hij tegen de deurpost en wachtte tot Fleur opendeed. Zijn ogen stonden al een beetje wazig en hij rook naar verschillende soorten drank. Fleur zag meteen dat Marcel al een flinke hoeveelheid slokdarmreinigende vloeistoffen tot zich had genomen en zette hem op een dieet van water. ‘Wat zijn de plannen vanavond?’, vroeg Marcel, terwijl hij water morste op het tapijt en sprak met een dubbele tong. ‘Ik hoorde dat er een dj draait in de Ekko, misschien daar even kijken?’ Fleur schudde haar hoofd. Ze had haar buik vol van de Ekko. De laatste keer dat ze daar was geweest, was om een aantrekkelijke drummende studiegenoot aan te moedigen, die voor het eerst met zijn band in Utrecht speelde. Het was haar derde feestje op rij geweest en eigenlijk te veel van het goede, maar desondanks was ze toch tot het einde gebleven. Ze had er alles aan gedaan om die avond bij hem op te vallen; ze rook goddelijk, zag er sexy doch toegankelijk uit en had haar humor op scherp gezet. Niets leek mis te gaan, maar desondanks verliet hij het feest met zijn verlopen ex en niet met haar. Sinds dat incident had de Ekko een nare smaak gekregen, de smaak van verbittering en aanstellerij.
Ze plakte voor de laatste keer haar nepwimper recht, duwde Marcel een klein pakketje in handen en zei: ‘Nee, vanavond gaan wij naar De Poema.’

De woonkamer zat vol met drinkende, rokende en pratende mensen. Mathijs had moeite om zich een weg te banen langs de zittende mensen, zonder zijn gekookte aardappels van zijn bord te stoten. Als je woont in een studentenhuis ter grootte van een klein winkelcentrum, is het verliezen van net bereid voedsel echter een van je minste zorgen. Zijn kamer lag naast de gemeenschappelijke woonkamer en vrijwel elk gesprek drong door de dunne gipswandjes heen. Morgen stond er een belangrijk tentamen op de agenda, een tentamen waarbij rust en concentratie nodig waren. Met elk extra drankje dat zijn huisgenoten namen, werd het rumoer luidruchtiger. Na het eten probeerde hij met oordoppen in en een koptelefoon op, de stof over Habermas op te nemen. Toen hij zich eindelijk leek te kunnen concentreren, stond Sofie ineens in zijn kamer. Ze had een glas wijn in haar handen en gebaarde dat hij zijn koptelefoon af moest doen. Sofie was een van zijn vele huisgenoten en een van de weinige die niet elke dag tot een uur of twaalf in bed bleef liggen en opstond met een blikje bier. ‘Ga je mee uit?’, vroeg ze, terwijl ze een flinke teug nam van haar inmiddels bijna lege glas. ‘Er is een Vul Je Pul-verkleedfeest in De Poema vanavond. Onbeperkt drinken voor vijftien euro en dat terwijl je gekleed bent als wat of wie dan ook. Kan het nog mooier?’ Mathijs bespeurde een vleugje sarcasme in haar laatste zin, maar wist dat je Sofie voor zulke feestjes altijd ’s nachts kon wakker maken. Het was haar guilty pleasure, iets wat ze had overgehouden aan haar jeugd in Brabant. Verkleden en bier was voor haar een onvermijdelijke en geniale combinatie.
Mathijs keek naar de grote hoeveelheid pagina’s die nog voor morgen doorgeworsteld moesten worden en zuchtte eens diep. Het lawaai uit de keuken was nog verder toegenomen, wat meestal betekende dat het niet lang meer zou duren voor ze naar de stad zouden gaan. ‘Ik zou het echt heel erg leuk vinden als je meeging’, benadrukte Sofie en streek een lok uit zijn gezicht. Mathijs klapte zijn boek dicht en vroeg : ‘Is er ook nog een bepaald thema waar ik me aan moet houden of is elke verkleedattribuut goed?’

Terwijl Tim voor de laatste keer in de spiegel keek en water in zijn nek gooide, wist hij dat het niet lang meer zou duren voordat de deuren opengingen. Het was zijn eerste avond als barman en hij werd meteen in het diepe gegooid; vanavond was er weer een van de vele Vul-Je-Pul-feesten en dit keer werd het gehouden in de tent waar hij vanavond werd ingewerkt. Brallende studentikoze kerels en zatte studentes die hem alleen aan zouden kijken als hij niet snel genoeg hun bier zou tappen. Als hij vanavond zou overleven, wist hij dat hij alles aankon. ‘Ben je er klaar voor?’, vroeg zijn collega Ben die zijn hoofd om de hoek van de wc stak. ‘It’s showtime.’ Tim zuchtte, trok zijn shirt recht en slenterde achter Ben aan naar de bar.

De muziek was luid en het leek alsof zo’n dertig procent van de aanwezigen thuis al aan het bierfeest waren begonnen. De eerste kotsende student van de avond had zijn maaginhoud al in een hoek achtergelaten en de barmannen liepen af en aan met lege en volle fusten.
Sofie leunde ietwat draaierig op haar benen tegen een muur en overzag de zaal met een beschonken blik. Aan de overkant stonden in bloezen gestoken kerels van een of andere studentenvereniging, allen met een feesthoedje op het hoofd. Ze sloegen elkaar amicaal op de schouders, ketsten hun glazen tegen elkaar boven hun hoofden en bralden de ruimte in. Niet ver ernaast stonden een stel meisjes te dansen en gluurden om beurten in de richting van het schreeuwende gezelschap. Vanuit haar ooghoek zag Sofie een meisje op haar afkomen. ‘Jij ook hier?’, vroeg Fleur, terwijl ze haar bierpul tegen die van Sofie duwde. Sofie probeerde uit alle macht bij het gezicht dat voor haar oprees een naam en eerder ontmoetingsmoment voor de geest te halen. Bedwelmd door de alcohol, wist ze echter niets beters dan zich eruit te bluffen. ‘Ja, als er een bierfeestje is, ben ik van de partij’, riep ze in Fleurs oor. ‘Die jongen met wie je hier bent, is dat je vriend?’ Sofie moest een paar seconden nadenken, voordat ze begreep dat Fleur Mathijs bedoelde. Ze was hem een half uur na binnenkomst al kwijtgeraakt en had geen flauw idee waar hij was. ‘Nee, huisgenoot, meer niet. Je mag hem hebben als je wilt’. Dit was het antwoord waar Fleur op wachtte en liep met een grijns op haar gezicht weg. Sofie bleef achter en zag dat de blik van een van de feesthoed-dragende mannen aan de overkant op haar gericht was.

Met zijn hoofd in de toiletpot kotste Marcel voor de vierde keer. De mix van sterke drank met bier was hem niet goed gevallen en al na een kwartier na binnenkomst had hij boven de wc gehangen. ‘Zit je vast ofzo?’, hoorde hij vanaf de andere kant van de wc-deur en besefte toen pas hoe lang hij hier al zat. Hij voelde zich nog steeds beroerd en had behalve het toilet ook zijn shirt geraakt. Desondanks raapte hij zichzelf bij elkaar, sloeg zich een paar keer flink in het gezicht en gooide de wc-deur open. Waar het pakje dat hij van Fleur had gekregen was en wat erin zat, was voor hem onbekend. Hij wist alleen dat hij zin had in een biertje.

Tim had het warm, was moe en zag op zijn horloge dat het feest nog ruim twee uur duurde. De hele avond was hij al bezig geweest met het heen en weer slepen van fusten, bierglazen en dronken mensen. Het leek alsof er geen einde aan kwam. Ben tikte hem tijdens zijn gemijmer aan op zijn schouder. ‘Breng jij deze even naar achteren?’ Tim hees het zoveelste fust van de avond op zijn schouders en koos de meest strategische kant van de zaal om te lopen. Hij struikelde bijna over een op de grond liggend glas en stootte tegen iets aan. Achter hem stonden een jongen met een feesthoed op en een meisje druk te praten, althans; het meisje tuurde verveeld in haar pul en de jongen sprak. Toen het meisje haar ogen opsloeg, haakte haar blik in die van Tim. Voor het eerst in een paar uur had Tim het gevoel dat deze avond niet helemaal waardeloos was. ‘Wil je me misschien helpen dit fust weg te brengen?’, vroeg Tim aan het verveeld kijkende meisje, terwijl de jongen met de feesthoed doorkreeg dat hij publiek verloor. ‘Graag’, antwoordde ze en liep achter hem aan zonder haar eerdere gesprekspartner nog maar een blik waardig te keuren.
In de kelder onder de dansvloer was het koel en stil. ‘Je moet die deur door’, zei Tim, terwijl hij onhandig de deur voor haar open hield. ‘Hoe heet je eigenlijk?’ ‘Ik ben Sofie’, zei ze en liep voor hem uit de gang in. Tim had de grootste moeite om het fust op zijn schouders te houden en zette deze op de grond. Hij wachtte even om op adem te komen en liep vervolgens achter Sofie de gang in. Nadat hij een paar stappen had gezet, hoorde hij achter zich een harde knal…

Welke soapspecialist neemt Naomi’s pen over en schrijft verder over Tim en Sofie in de kelder van Poema? Stuur je bloedstollende vervolg (tussen de 1200 en 1500 woorden) naar tirzah.schnater@hu.nl en mogelijk verschijnt je verhaal in Trajectum.