De beoordeling van de opleidingen van de HU ontwikkelt zich richting gemiddeld. Een aantal opleidingen dat negatief scoort neemt af, maar ook is de waardering bij positieve uitschieters aan het afnemen.
Dat is de trend die valt te ontdekken in een vergelijking van de Keuzegids Hbo Voltijd 2014 met die van vorig jaar, zo staat in een analyse die het college van bestuur heeft laten maken. Zoals eerder gemeld bezet de HU in de deze week verschenen editie van de Keuzegids een 14e plaats van de in totaal 17 grotere hogescholen. Dat is de vierde plaats van onder, één plek hoger dan de gedeelde derde laatste plaats van vorig jaar.
Uit de analyse komt naar voren dat bij 35 opleidingen het oordeel positiever is dan vorig jaar, van 19 studies is de score achteruit gegaan en bij 6 gelijk gebleven. Twee opleidingen staan te boek als zwak: dat zijn veiligheidskunde (42 punten) en ruimtelijke ordening & planologie (44 punten). Dat is beduidend minder dan de tien zwakke studies in het jaar daarvoor.
Stijgers
Opleidingen die met 8 punten of meer stegen zijn: management, economie en recht (van 46 naar 54), financial services management (van 58 naar 74), small business and retail management (van 58 naar 66), maatschappelijk werk en dienstverlening in Amersfoort (van 48 naar 56), communicatiemanagement (van 44 naar 52), bouwtechnische bedrijfskunde (van 42 naar 70), verpleegkunde (van 44 naar 52), mondzorgkunde (van 54 naar 64) en civiele techniek (van 36 naar 50). Opmerkelijk is dat civiele techniek ondanks de betere waardering hekkensluiter blijft.
Tegenover de stijgers staat een aantal dalers (eveneens met 8 punten of meer): business management Amersfoort (van 72 naar 60), business management Utrecht (van 64 naar 54), human resource management (van 64 naar 56) en medische hulpverlening (van 80 naar 62).
Kwaliteitszegel
Voor het eerst is dit jaar het predicaat ‘topopleiding’ benoemd aan studies met een score van minimaal 76 punten. Zij krijgen een ‘kwaliteitszegel’ toegekend die in de voorlichting gebruikt mag worden. De HU telt vier toppers: biologie en medisch laboratoriumonderzoek (met 80 punten een eerste plek), chemische technologie (met 78 punten een eerste plek), logopedie (met 76 punten een gedeelde eerste plek) en chemie (met 80 punten een gedeelde derde plek).