Bij de jubileumeditie van het Utrechts Studentendictee domineerden woorden die nog niet in het Groene Boekje staan. Het thema was dan ook ons leven in de toekomst. Antropologiestudent Jaron van den Berg kon er het best mee uit de voeten. Hij won het dictee met slechts 10 fouten. Bij de prominenten was HU-docente Tialda Sikkema de winnaar met 23 fouten.
In het klassieke decor van het Academiegebouw, gezeten aan lange rijen tafels met witte linnen lakens, waagden honderd studenten en zeven prominenten zich aan de vijfde editie van het Utrechts Studentendictee. Zuchtend en kreunend schreven ze op een blocnote elf lange zinnen vol woorden met taalkundige valkuilen. Is dit woord aan elkaar? Moet hier een koppelteken?
Ons leven morgen
Het Studentendictee is een initiatief van Taleninstituut Babel, in samenwerking met DUB en Trajectum. Auteur is Babeldocent en romanschrijver Peter J. van Dijk. Dit jaar koos hij voor het thema ‘Ons leven morgen’. In hoeverre gaan de hoogtechnologische ontwikkelingen ons perspectief veranderen?
Van Dijk had daarbij woorden gebruikt die niet voorkomen in het Groene Boekje, maar volgens de auteur is het slechts een kwestie van tijd voor ze erin worden opgenomen. Voor veel mensen was het echter even slikken toen woorden als cryonica, litecoins en in-vitrogametogenese werden voorgelezen.
Plaatsvervangend zenuwachtig
Als voorlezer was dit jaar presentatrice Sofie van den Enk uitgenodigd. Ze is bekend van programma’s als De keuringsdienst van waren en Ouders uit de kast. In 2014 won ze het programma Wie is de Mol?. Het voorlezen deed ze met flair en humor. Al ging ze in het begin zo voortvarend van start dat verschillende studenten haar vroegen alsjeblieft iets rustiger voor te dragen. ‘Fijn dat jullie me opvoeden’, zei Van den Enk. Ze kon zich goed inleven in de deelnemers omdat ze een aantal jaren geleden had meegedaan aan het Nationale Dictee. ‘Ik voel me plaatsvervangend zenuwachtig.’
Trompe-l’oeils
Naast de moeilijke moderne woorden had Van Dijk ook genoeg klassieke instinkers in de tekst verwerkt. Bij woorden als belle époque, trompe-l’oeils of de Onze-Lieve-Vrouwekerk is het onduidelijk waar de accenten of de streepjes moeten. Overigens leidde trompe-l’oeils (een schildertechniek die bedrieglijk realistisch aandoet) tot de meest komische verschrijvingen, zoals Trump-luis of tramluis.
Ondanks al die moeilijke woorden werd het dictee iets beter gemaakt dan vorig jaar. Toch lag het gemiddelde nog altijd op 33 fouten. De studenten scoorden iets beter dan de prominenten. Janneke Plantenga (decaan van de faculteit Rebo), Bald de Vries (hoofddocent Rechtsfilosofie), Trudie Knijn (hoogleraar Maatschappijwetenschappen) en Bert Theunissen (hoogleraar Geschiedenis van de natuurwetenschappen) waren de UU’ers die het aandurfden mee te schrijven. Vanuit de HU waren dat Mark Zanstra (Docent van het Jaar), Tialda Sikkema (docent/onderzoeker) en Vidiusvoorzitter Martijn Grul.
Mannen deden het beter
Opvallend was dat mannen het bij dit dictee beter deden dan vrouwen. De top drie bestond louter uit mannen. Op de derde plaats eindigde de Geschiedenisstudent Bram Benthem met 16 fouten. Hij had al een beetje geoefend. Een dag eerder las hij bij zijn studievereniging, de Utrechtse Historische Studentenkring (UHSK), een zelf geschreven dictee voor dat ook het thema de toekomst had. ‘Inhoudelijk had het weinig overlap’, constateerde hij. ‘Maar het heeft wel geholpen.’
De tweede plaats ging naar rechtenstudent Ben Kapitein die vorig jaar ook al genoegen moest nemen met een tweede plek. Hij had 15 fouten, precies zoveel als de winnares van vorig jaar .
De student met de minste fouten en daarmee de winnaar van 500 euro, was tweedejaars antropologie Jaron van den Berg. Hij had tot zijn eigen verbazing maar 10 fouten. ‘Ik dacht zelf dat ik 17 fouten zou hebben’, vertelde hij achteraf. Met taal heeft hij ook wel wat. ‘Ik ben zo iemand die vaak anderen corrigeert. Met sommige vrienden heb ik een pact dat ik niets zeg over hun taalgebruik als ik de boodschap begrijp.’
Over de hele linie deden de studenten van de hogeschool het beduidend slechter dan die van de universiteit. Toch was het de hogeschooldocent Tialda Sikkema die van de prominenten het dictee het best maakte. De docent/onderzoeker in juridische tekstkwaliteit kwam op 23 fouten.
Discussiepunten
Een dictee is geen echt dictee als er geen discussiepunten zijn. Babel had dit willen voorkomen door de tekst vooraf voor te leggen aan de Taaladviesdienst van de Taalunie, maar dit voorkwam discussie niet. In sommige gevallen kwam dat doordat de regels zijn veranderd. Veel mensen verwachtten bij het woord appel in de betekenis van een beroep doen op iets of iemand, een accent grave op de e. Dat is sinds 2006 niet meer zo. Ook waren er woorden die op twee manieren correct geschreven konden worden. Zo is de afkorting ‘ivg’ ook goed met hoofdletters en mag je ‘B12-kuur’ eveneens met een kleine letter schrijven. En het woord ‘eerdergenoemd’ kan tevens los geschreven worden. Invloed op de resultaten van de winnaars hadden deze fouten niet.
Utrechts Studentendictee in cijfers
– Het Utrechts Studentendictee was 286 woorden lang en bestond uit elf zinnen verdeeld over zes alinea’s.
– De honderd deelnemers maakten daar gemiddeld 33 fouten.
– Mannen deden iets beter dan vrouwen. Vrouwelijke deelnemers maakten gemiddeled 33 fouten, terwijl mannen maar 31 keer de mist in gingen.
– HU-studenten maakten gemiddeld 44 fouten in hun dictee, UU-studenten 32.
– Vooraf dacht 66 procent van de deelnemers dat studenten het dictee beter zouden maken dan de aanwezige prominenten. Dat klopte. Studenten maakten gemiddeld 32 fouten, terwijl de prominenten gemiddeld 34 blunders maakten.
– Het minste aantal fouten werd gemaakt door student Jaron van den Berg. Hij vergiste zich tien keer. Het slechtst gemaakte dictee bevatte 94 fouten.
– De studenten van de faculteit Diergeneeskunde deden het gemiddeld het beste.
– De woorden die vaak verkeerd geschreven werden, waren: degoutant (wansmakelijk) en litecoin. De nakijkers zagen dat veel deelnemers ‘degoutant’ hadden veranderd in ‘debutant’. Litecoin werd daarnaast door vrijwel iedereen als ‘lightcoin’ geschreven.
Het vijfde Utrechts Studentendictee
Ons leven morgen
1. Eerdaags zullen hoogtechnologische ontwikkelingen ons leven een danig gewijzigd perspectief verschaffen. Te denken valt niet alleen aan proliferatie via in-vitrogametogenese, maar ook aan ijlings oprukkende fenomenen als de van de mechatronica afgeleide robotica en bij speculanten getapte cryptovaluta.
2. Eerdergenoemde ivg/IVG doorbreekt de barrières van de eugenetica. Louter een huidcel reikt om in een lab ei- en zaadcellen te creëren, waarna voor eenieder, hetzij xenofoob, homoseksueel of co-ouder, hetzij diegenen die copuleren degoutant vinden of die de solovoortplanting, een meerouderreproductie of het postmenopauzaal moederschap ambiëren, de designbaby’s klaarliggen.
3. De sensorische percepties van robots of androïden vertaald naar manoeuvres die actuatoren uitvoeren, kunnen voor plenty toepassingsmogelijkheden worden aangewend: voor de auto-industrie, sondes voor het interplanetaire verkeer of diepzeeonderzoek, alsmede voor dieren geïmplanteerd met elektroden die als cyborgs fungeren voor het ministerie van Defensie. Het huishouden en de revalidatie zijn echter ten minste zulke onverzadelijke spelers op de to-dolijst.
4. Of wat dacht u van een gewaarborgd leven middels cryonica, waarbij men het lichaam invriest opdat het in een later stadium kan wederkeren als een nanobotzwerm, aardig wat comfortabeler dan het orthodoxe lijf. Een prijzig issue dat per bitcoin, litecoin of ethereum betaald wordt.
5. Ethische en juridische dilemma’s liggen op de loer en het vernuftige dataïsme, de sciencefictionachtige elementen en het non-stop gemonitord worden, evenals de onbezorgde pollutie-emissie van de mens die het begrip antropoceen baarde, doen ons reikhalzend snakken naar humanisme of een vitamine B12-kuur.
6. Onthaastingsgoeroe Hartmut Rosa pleit derhalve voor een in de wereld staan met kunst, religie en natuur. Een appel aan ons allen om meer te verwijlen te midden van de belle époque, trompe-l’oeils, de Onze-Lieve-Vrouwekerk, wifivrije zones, de klanken van een partita voor viola d’amore in F grote terts, of die van de onvolprezen Babeltaal.
Auteur: Peter J. van Dijk