Nieuws

VIDIUS-voorzitter Tijn Tas: ‘Ook hbo-studenten moeten in actie komen’

Protesterende studenten en docenten plus een bestuurscrisis bij de Landelijke Studentenvakbond (LSVb): het nieuwe bestuur van VIDIUS, de Utrechtse belangenbehartiger van studenten, kreeg het de eerste maand flink voor de kiezen. Maar wat zijn de hbo-studenten stil… Een interview met voorzitter Tijn Tas.

In Utrecht en andere universiteitssteden protesteerden de afgelopen week studenten, docenten en zelfs hoogleraren onder de noemer #WOinActie tegen bezuinigingen in het hoger onderwijs. Vaak met nette debatten en colleges in de open lucht. In Amsterdam bezetten studenten voor korte tijd een gebouw van de Universiteit van Amsterdam. Maar tot nu toe lijkt het een universitair onderonsje en staan hogescholen aan de zijlijn.

Hbo-studenten en hogescholen laten niets van zich horen, constateert ook Trajectum-columnist Ernst-Jan Hamel. Waarom niet?
‘De beweging #WOinActie is gestart door universitaire docenten in Amsterdam. Daarom richtte het zich meer op universiteiten. Toch moeten ook de hbo-studenten in actie komen. En wij moeten bij verdere acties ook studenten van hogescholen erbij betrekken. Daar moet zeker naar gekeken worden.’

‘Onder studenten is veel boosheid en actiebereidheid’

Tijdens zijn studie aan de Universiteit Utrecht was Tas penningmeester van studententennisvereniging TC de Uithof, met 550 leden. Nu vertegenwoordigt hij ruim 60.000 Utrechtse studenten en draait het om zaken als de afgeschafte basisbeurs en protesten tegen bezuinigingen.

‘Dat is zeker heel wat anders’, beaamt de 22-jarige oud-student. ‘Maar ik neem wel zeker veel bestuurservaring mee.’

Een ander lastig punt: het gedoe bij de LSVb. Er zou een richtingenstrijd plaatsvinden tussen de bestuurders: de activistische voorzitter Geertje Hulzebos tegen de meer behoudende rest. Klopt dat?

‘Dat is een eenzijdig beeld dat Geertje naar buiten bracht. De rest van het bestuur onderschrijft dit niet en heeft het idee dat het een probleem met de communicatie is. Het is lastig te zeggen welke partij gelijk heeft omdat zij het conflict anders hebben ervaren. Het was in ieder geval een groep mensen die moeite had met samenwerken.’

En dan was daar vrijdag nog de bezetting van het P.C. Hoofthuis van de Universiteit van Amsterdam. Steunt VIDIUS deze actie?
‘Ja. Onder studenten is veel boosheid en actiebereidheid. VIDIUS kan zich goed vinden in de eisen van de bezetters, zoals het schrappen van de doelmatigheidskorting en verdere bezuinigingen en herziening van het financieringsmodel voor het hoger onderwijs. Het is wel jammer dat het niet tot een gesprek is gekomen tussen de bezetters en het college van bestuur of de burgemeester.’

‘De psychische druk onder studenten is hoog’

Waar gaat VIDIUS zich het komend jaar verder voor inzetten?
‘Het officiële beleidsplan komt pas in december. Maar een belangrijk issue is in elk geval de zorg voor studenten. De psychische druk onder studenten is namelijk hoog. De kans op een burn-out of oververmoeidheid is tweeënhalf keer zo groot dan bij een werkend iemand. We moeten kijken hoe we die druk kunnen verlichten.’

Al enig idee?
‘De afgelopen jaren zijn we bezig geweest met het in kaart brengen van zogeheten zorgroutes. Wat is er bij individuele studenten aan de hand en waar kunnen ze aankloppen? Daarbij betrekken we ook de buurtteams in de Utrechtse wijken. We geven binnenkort ook trainingen aan de besturen van studentenverenigingen die lid zijn van VIDIUS over hoe ze een burn-out kunnen herkennen. Zij zitten dichtbij de individuele studenten.’

De minister wil de normen van het bindend studieadvies (bsa) verlagen en de miljoenen die vrijkomen door afschaffing van de basisbeurs eerder inzetten, zodat studenten meer begeleiding kunnen krijgen. Help dat?
‘Nou, dat laatste helpt alleen om de bezuinigingen op het hoger onderwijs wat te verlichten. Het verlagen van de bsa naar veertig studiepunten kan een eerste stap in de goede richting zijn. En hopelijk leidt het tot afschaffing van het bsa. Maar er is weerstand in de Tweede Kamer, dus we moeten nog zien wat ervan terechtkomt.’