De meeste uitwisselingsstudenten maken hun tijd op aan studie en feesten, maar het kan anders, blijkt uit het verhaal van Jackeline Mosayhuate Matta (30). Zeven jaar geleden kwam ze uit de hoofdstad van Peru naar Nederland. Tijdens haar study-abroad-periode vertrok ze voor vier maanden naar Ierland. In het kleine plaatsje Carlow ontdekte ze het hechte gemeenschapsgevoel waar ze al tijden naar op zoek was. ‘Medestudenten vonden het maar gek en zeiden: ga lekker genieten!’
Misschien is het cultureel bepaald, denkt ze nu. Dat zorgzame zit in ieder geval in haar bloed, vertelt Jackeline over haar drang om vrijwilligerswerk te doen. De daarvoor verkregen onderscheiding van de plaatselijke universiteit is onderweg vanuit Ierland, bij de uitreiking kan ze helaas niet zijn. Ze is druk in Nederland met haar minor International Advertising, waarbij ze zich eveneens focust op maatschappelijke impact, dit keer van advertenties. Aan de onderscheiding ging een bijzonder traject vooraf.
Buffer
Sinds haar zeventiende werkte Jackeline in Peru om haar gezin – ouders en twee broers – te onderhouden. Een paar jaar later deed zich de kans zich voor om als au-pair in Nederland te werken. Ze kwam terecht in Hoorn. Een cultuurshock, zegt ze nu. Maar het gezin waar ze introk voelde al gauw als eigen familie en door diverse baantjes, soms wel drie tegelijk, wist ze een financiële buffer op te bouwen.
‘Ik wilde dolgraag studeren in Nederland. Ik voelde dat ik mij niet kon ontwikkelen in Peru zoals ik dat hier kan. Ik wil een carrière opbouwen, ben erg ambitieus. Ik liep daarnaast een tijd rond met het gevoel vrijwilligerswerk te willen doen. Toen dat werd aangeboden in Ierland besloot ik er voor te gaan. Mijn werk bij een kringloopwinkel waarvan de opbrengst naar arme senioren ging, voelde precies goed.’
Thuisland
Jackeline heeft haar ouders al twee jaar niet gezien, maar ziet nu geen tijd naar haar thuisland af te reizen. ‘Als ik niet studeer, ben ik wel op zoek naar een baan. Internationale studenten moeten na hun studie binnen een half jaar een baan hebben, anders moet je terug naar je thuisland. Ik wil wel ooit terug, maar nog niet. Ik moet nog meer leren. Misschien kan ik uiteindelijk in een social enterprise werken; iets goeds doen en daarbij mijn thuisland vooruitbrengen.’