In een vorige blog gokte ik het aantal vrouwelijke leerkrachten in het basisonderwijs op 80%, terwijl de rest van het stukje ging over de achterstand die het HBO heeft op ICT-gebied. Ineens zie ik artikelen over de vrouw in het onderwijs verschijnen in verschillende media. Onze eigen Geri Bonhof mag tot 1 januari de scepter zwaaien in de HBO-raad. Dat heeft ze goed uitgezocht, want de hele kerstvakantie valt al weer af.
De kopregel van de column van de intelligente, overschrijvende psycholoog René Diekstra luidt: Meer ‘mannelijk’ onderwijs graag. Volgens hem zijn de meeste kinderhalers en – brengers vrouwen, net als de lesgevers. Dat laatste is niet goed, want meisjes leren beter van vrouwen, maar jongens van mannen. Jongens kunnen zich minder lang concentreren dan meisjes en hebben grotere behoefte om zich fysiek te uiten. Zou dit trouwens ook voor HBO-studenten gelden?
Bij zorginstellingen werken 30% vrouwen, bij omroepen 26%, in de politiek 32 %. Maar bij commerciële bedrijven slechts 14%. Toch zijn de verschuivingen merkbaar. In de Verenigde Staten verdienen jonge vrouwen inmiddels meer dan jonge mannen. Zeker als de meisjes op de basisschool al beter onderwijs krijgen, dan kunnen over enkele decennia de mannen gaan klagen over ongelijkheid.
