Waar de een de zomervakantie besteedt aan self care, kijkt de ander om naar zijn medemens. Derdejaars logopediestudent Meike de Fockert werkt deze zomervakantie als gastvrouw voor ouderen met dementie: ‘Zo kan ik iets voor mensen betekenen.’
Meike, jouw plannen deze zomervakantie zijn niet zoals die van de meeste studenten. Wat ga jij doen?
‘Ik ga werken bij het Gastenhuis, in Geldermalsen, zo’n vier à vijf dagen per week. Dat is een plek met meerdere woningen waar mensen met dementie wonen. Ik werk op de afdeling voor zo’n twintig ouderen en daar ben ik gastvrouw. Dat betekent dat ik in de woonkamer aanwezig ben om de bewoners te ondersteunen.
Ik doe dat al sinds mei naast mijn studie, maar voor de vakantie heb ik gemeld dat ik iedere dag kan werken. Zolang ik maar één dag in de week vrij ben. In de zomer kunnen ze de hulp namelijk goed gebruiken.’
Hoe ziet zo’n werkdag eruit voor jou?
‘Het allerbelangrijkste is dat er een fijne sfeer heerst, daar moet ik voor zorgen. Mijn dienst begint om half acht ’s ochtends. Vaak gaan we dan eerst met de collega’s aan tafel om de dag rustig te beginnen. Vaak zijn de bewoners dan nog niet wakker, dus kan ik ervoor zorgen dat de woonkamer er goed uitziet. Ik doe de gordijnen open en zet de koffie en thee klaar.
Zodra de eerste mensen wakker worden, begin ik de tafel te dekken en help ik ze met ontbijten. De hulp die mensen nodig hebben, verschilt per persoon. Voor de ene bewoner maak ik een bordje pap, voor de andere smeer ik een boterham.
Het is belangrijk dat ik ze ondersteun tijdens het eten, want daar merk ik vaak wel dat de bewoners dementie hebben. Slikken gaat soms lastig, dus dan houd ik een oogje in het zijl om zeker te weten dat mensen niet te snel eten. Daarnaast zorg ik er ook voor dat ik de mensen wat gezelschap bied. Dat er altijd iemand in de buurt is om even mee te kletsen.
Gelukkig heb ik hiervoor geen ervaring in de zorg nodig, want dat heb ik ook helemaal niet. De zaken die zorggerelateerd zijn, zijn simpel. Wassen, naar de wc brengen en hun bed verschonen doe ik bijvoorbeeld niet. Er is ook altijd wel een professional in de buurt die me kan helpen.
Dit werk past goed bij mijn vakgebied als logopedist, als we het hebben over het met mensen communiceren. Dat wordt voor mensen met dementie op een gegeven moment echt lastiger. Het is voor mij dan echt een uitdaging om ze in het gesprek te blijven betrekken. Dat doe ik door bijvoorbeeld hun stoel wat dichterbij te schuiven, of te vragen: ‘Hoe is dat voor u mevrouw van Es?’
In hoeverre vind je het moeilijk?
‘Tot nu toe is het nog rustig. Wel hebben nog maar negen bewoners, dus dat valt mee. Naarmate het drukker gaat worden – en dat zal in de zomer zeker wel gebeuren – ben ik benieuwd of ik het ingewikkelder ga vinden. Op dit moment gaan ze vaak na het eten naar hun kamer, maar ik hoop dat ze straks nog even blijven zitten om een praatje te maken of een spelletje te spelen. Dan kan ik op den duur ook zelf activiteiten gaan bedenken of organiseren.’
Hoe ben je bij dit baantje terechtgekomen?
‘Ik heb drie jaar gewerkt bij Trekpleister en bij Plus, maar daar was ik eerlijk gezegd een beetje klaar mee: iedere zaterdag hetzelfde riedeltje. Ik ben toen op zoek gegaan naar baantjes in de zorg, omdat ik daar iets voor mensen kan betekenen. Toen mijn moeder mij via Instagram een bericht doorstuurde dat het Gastenhuis gebouwd werd, heb ik direct een informatiebrochure opgevraagd. Toen kreeg ik een mailtje van de locatiemanager, die vroeg: “Ik zag dat je de brochure gedownload hebt, ben je misschien geïnteresseerd in een baan?” Zodoende ben ik hier terechtgekomen.
Het kwam ook perfect uit, het is namelijk maar tien minuutjes fietsen. Omdat ik vooral in de ochtenden werk, lukt het vaak ook gewoon nog om in de middag of in de avond wat leuks te doen. Het enige nadeel is dat ik niet tot laat in de avond kan afspreken, omdat ik dan ’s ochtends vroeg weer op werk moet zijn. Doordat ik zoveel werk, verdien ik natuurlijk lekker bij. Ik heb niet echt een spaardoel, ik ben vooral voor uitgaven in de toekomst aan het sparen. Bijvoorbeeld mijn collegegeld of mijn rijbewijs. Een nieuwe telefoon of laptop is trouwens ook nog wel een idee, haha.’
Je zei dat je heel veel dagen hebt opgegeven om te werken, ga je zelf nog op vakantie?
‘Ik ga nog twee weken met mijn ouders en broertje en zusje op vakantie naar Oostenrijk. Dat is ook wel nodig hoor, even ertussenuit. Ik heb het ontzettend druk met school, dus het is wel lekker als dat achter de rug is en ik me even volledig ergens anders op kan richten.’