Achtergrond

Waarom studenten rijker zijn dan vroeger, maar meer lenen

Illustratie: Maartje Huvenaars

Hoe arm zijn studenten nu echt? Voor de kerstvakantie zochten we uit waar studenten hun geld aan uitgeven en hoe studenten aan hun geld komen. Nu plaatsen we het in perspectief. 

Veel studenten maken zich zorgen om hun financiën en gaan de straat op om te protesteren. Aan de andere kant eten studenten steeds vaker buiten de deur en heeft een groot deel volgens onderzoek flink wat spaargeld. Wat is de financiële situatie van studenten? 

Het onderzoek
Het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) onderzocht de geldzaken van mbo-, hbo- en wo-studenten. In dit artikel richten we ons op de gegevens van hbo- en wo-studenten. 1.623 hbo- en wo-studenten namen deel aan het onderzoek, dat in mei 2024 is uitgevoerd.

We vergelijken de resultaten van het Nibud-onderzoek uit 2024 met hetzelfde onderzoek uit 2011-2012 (de oudst vindbare resultaten van een studentenonderzoek van Nibud). 

Inkomsten

Hou je vast: studenten hebben nu bijna twee keer zoveel te besteden als in 2011. Thuiswonenden hadden toen zo’n 535 euro per maand en uitwonenden 915 euro.. Tegenwoordig is dat voor thuiswonenden 1.063 euro en voor uitwonenden 1.709 euro.

Even een disclaimer: de inflatie is niet meegerekend bij deze vergelijking. Wel heeft het CBS een zogenaamde ‘koopkrachtmachine‘, waarin je de koopkracht kunt vergelijken met vroeger. Hieruit blijkt dat een bedrag van 10 euro in 2011, overeenkomt met 13,46 euro in 2023 (de koopkracht voor 2024 is nog niet berekend, daarom gebruiken we het bedrag van 2023). Een stijging van 34,6 procent. 

DUO

De basisbeurs is naar verhouding niet hoger geworden. Uitwonenden kregen 266 euro, thuiswonenden 96 euro. Nu is dat 302 euro voor uitwonenden en 121 voor thuiswonenden.

Het percentage van studenten dat geld leent bij DUO is niet veel veranderd. In 2011 was het 27 procent, nu is het 22 procent. Het bedrag is wel anderhalf keer zoveel gestegen: van 365 euro per maand naar 553 euro.

Bijbaan

Studenten krijgen tegenwoordig ook een stuk meer inkomsten uit hun baantje: van 354 euro per maand naar 560 (stijging van 60 procent). Het aantal studenten met een baantje is overigens ook gestegen. Van zeven op de tien studenten naar negen op de tien.

Uitgaven

Alles is duurder geworden en studenten zijn meer gaan uitgeven. Veertien jaar geleden gaven thuiswonende studenten gemiddeld 603 euro per maand uit en uitwonende studenten 1.093 euro (dit is inclusief de kosten die door de ouders werden betaald). Uitwonende studenten geven nu gemiddeld 1.413 euro uit, thuiswonenden 711 euro (zonder de kosten die door ouders worden betaald).

Bedolven onder de centen. Foto: Kees Rutten.

Aan huur betaalt een student tegenwoordig 561 euro. In 2011 was dat 341 euro. De gemiddelde maandboodschappen kostten toen 152 euro per maand. Tegenwoordig 244 euro.

Bijdrage ouders

In 2011 kregen zes op de tien studenten geld van hun ouders. 47 procent van de ouders betaalde mee aan collegegeld. In 2024 is dat 56 procent. Overigens deelt daarvan 10 procent de kosten met zijn ouders, bij 46 procent betalen de ouders alles.

Spaargeld

Studenten zijn vaker en meer gaan sparen. In 2024 spaart 95 procent van de studenten. Dat was in 2011 nog maar 69 procent. Toen spaarden studenten gemiddeld 96 euro per maand, nu is dat 251 euro.

Geldstress?

Er komt veel binnen, maar er gaat ook flink wat uit. Maar onder de streep: komen studenten tegenwoordig makkelijk rond? Meer dan de helft (57 procent) zegt makkelijk of heel makkelijk rond te komen. Slechts 9 procent komt (heel) moeilijk rond. De rest vindt het niet moeilijk, maar ook niet makkelijk.

Het verschil tussen thuiswonenden en uitwonenden is aanzienlijk. Van de uitwonenden komt 12 procent (heel) moeilijk rond en 45 procent (heel) makkelijk, en van de thuiswonenden respectievelijk 6 en 67 procent. 

Studenten hebben een stuk minder geldstress dan in 2011/2012. Toen kwam 16 procent (heel) moeilijk rond, en ‘slechts’ 26 procent (heel) makkelijk. Daarnaast kwam 31 procent eerder moeilijk dan makkelijk rond, en 28 procent juist eerder makkelijk dan moeilijk. 

Verklaring

Oké, studenten geven dus veel meer uit aan huur en boodschappen. Maar ze ontvangen ook veel meer euro’s elke maand, onder andere van hun ouders en hun baantje. Het is opvallend dat ze ook fors meer lenen en sparen.

Het is te kort door de bocht om te zeggen dat studenten het nu beter hebben dan in 2011. Ja, ze sparen meer en komen gemiddeld beter rond, maar dat kan ook komen omdat er meer studenten thuis wonen (door kamertekort of de hoge kamerprijzen…). In 2011 was 62 procent van de studenten uitwonend, in 2024 was dat 44 procent.

Conclusie van de lector

Rosanne Oomkens is Lector Schulden en Incasso aan de HU. ‘Als je naar de cijfers kijkt, vallen een aantal zaken op. Er is een significante toename in studentenkoopkracht te zien. Ook ervaren studenten minder financiële stress.’

Rosanne Oomkens. Foto: Femke van den Heuvel

Dat is mooi, zo je zeggen. Maar schijnt bedriegt, zegt Oomkens. ‘Deze ogenschijnlijk positieve ontwikkelingen verhullen een complexere werkelijkheid. Er is een paradoxale situatie ontstaan. Enerzijds hebben studenten meer te besteden dan ooit en sparen ze meer dan voorheen. Anderzijds zijn studenten ook veel meer gaan werken, lenen ze hogere bedragen bij DUO, wonen ze vaker thuis en betalen ouders vaker het collegegeld.’

Volgens Oomkens hebben jongeren een mouw aangepast. ‘Het lijkt er dus op dat studenten, en hun ouders, zich hebben aangepast aan de veranderende realiteit op het gebied van wonen en financiën door onder andere meer te werken en vaker thuis te blijven wonen.’ Ten slotte wijst de lector er terecht op dat het belangrijk is ons te realiseren dat dit allemaal gemiddelden zijn en dat individuele situaties natuurlijk aanzienlijk kunnen verschillen, bijvoorbeeld door specifieke noodzakelijke uitgaven.

Verder terug

Hoe breed hadden studenten het nog langer geleden? Onderzoeken zoals die van Nibud zijn daar niet over te vinden. Wel weten we dat de basisbeurs in 1986 is ingevoerd voor alle voltijdstudenten (dat was toen 600 gulden per maand voor uitwonende studenten, nu bijna 800 euro).

Voor die tijd kregen ouders extra kinderbijslag als hun kind ging studeren en hadden kinderen uit arme gezinnen wel recht op een studiebeurs. Toch was studeren toen vooral voor de elite. Studenten hadden nog geen studenten-ov. Die kwam pas in 1991. Daardoor werd de basisbeurs wel verlaagd.

En hoeveel ze verdienden en uitgaven? Dat vroegen we aan deze HU-medewerkers:

Lees ook de twee vorige artikelen: Waar halen studenten hun geld vandaan? en Waar geven studenten hun geld aan uit?