Onze student-columnist Willem Spork leeft in Utrecht, studeert Journalistiek. En gaat een boek inleveren…
Aan het begin van het dit schooljaar leende ik twee boeken bij de HU-bibliotheek. Superhandig, want je kan online verlengen, dat vervolgens vergeten en zo krijg je weken later een brief met een fikse boete. Althans, dat gebeurde mij al een keer eerder. Ik lees nogal langzaam, dus met één leentermijn red ik het vaak niet. Het mocht me niet nog een keer overkomen. ‘Ik zet de verlengdatum in m’n agenda’, hoor ik mezelf nog zeggen. Nu hoor ik je denken: maar Willem, jij kijkt toch nooit in je agenda? Nee, dat klopt. Het ging, verrassend genoeg, ook weer mis.
Tot overmaat van ramp bleek er ook nog een boek kwijt te zijn. Nergens te vinden. Alles overhoopgehaald. In elke kast gekeken. Ik zag al voor me hoe de teleurgestelde bibliothecaresse huilend tegenover me zou staan. Dus ik trok een hele dag uit om een grote zoektocht op touw te zetten en betitelde de dag: Willem en het Verdwenen Boek. Geen plank werd overgeslagen en alles werd zeker twee meter verschoven om te kijken wat erachter lag. Naast drie paar oortjes, 26 pennen, een handje incomplete sokken en een verloren schets van Ivo Niehe kwam ik het boek tegen tussen het matras en de lattenbodem. Ik had geen tijd om na te denken over deze uiterst vreemde vindplaats en rende, gespannen maar opgelucht, naar de bibliotheek.
‘Eens even kijken… Oh, dit is helemaal niet zo mooi. 130 euro, dat is een hoop geld.’
Ik stond op het punt weg te rennen. Hon-derd-der-tig euro. Dat is zeker zes-en-half keer boodschappen doen. Ik vreet de komende maand alleen nog droge crackers met een druppel ketchup. ‘Maar omdat u de boeken komt inleveren, blijft er 20 euro over.’
Ik gaf de bibliotheekmevrouw een kusje, sprong een gat in de lucht en vormde met mijn vingers een hartje. Uit pure vreugde pakte ik een paar boeken uit de schappen, leende die en waarschijnlijk vergeet ik ze volgende maand te verlengen.