De hele dag thuis zitten. Weinig beweging. Praten tegen een zwart scherm. Weinig persoonlijk contact. Naast studenten hebben ook docenten het niet makkelijk in de coronatijd. We belden zeven docenten van verschillende opleidingen met de vraag: hoe gaat het met je?
‘Ik vind het altijd lastig om namen te onthouden in de klas, maar dit jaar gaat het fantastisch. Ik zie de namen gewoon in beeld staan’, lacht Paul-Peter Fransen, docent commerciele economie. Hij probeert vooral de positieve kant van online lesgeven te zien. ‘We hoeven minder te reizen en veel mensen kunnen thuis geconcentreerd werken.’
Maar hij is niet alleen positief: ‘Ik word gek van het stilzitten. Daarom probeer ik veel te sporten, vanmorgen heb ik nog 7 kilometer hardgelopen.’
Hij probeert studenten ook te motiveren om veel te bewegen: ‘Tijdens de les laat ik iedereen soms een minuut planken.’
Hij hoopt dat hij zijn studenten meer offline kan gaan zien: ‘Hoewel het wel lukt online, is het niet ideaal.’
‘Mijn gezondheid lijdt eronder’
‘Het is nog steeds een beetje zoeken’, vertelt Joris Colijn, docent bij het Instituut voor Veiligheid, Technische Bedrijfskunde en Forensisch Sociale Professional. ‘Mijn vrouw werkt ook in het onderwijs. We proberen ervoor te zorgen dat we elkaar niet in de weg zitten.’
Hij is blij dat tijdens deze tweede lockdown zijn kinderen nog naar school mogen gaan. ‘Toen ze thuis waren, was werken erg lastig.’
Hij merkt dat zijn gezondheid enigszins lijdt onder het thuiswerken: ‘Normaal fietste ik twintig kilometer op een dag naar de HU. Nu zit ik de hele dag. Ik moet de slag nog maken om meer te bewegen tussendoor.’
Maar het is goed dat hij nu één keer per week op de HU mag werken, merkt hij: ‘De klas zit dan verspreid over vijf lokalen. In één lokaal geven we les en in de andere lokalen streamen we via Teams. Het is heel fijn dat ik de studenten kan aankijken. Thuis tegen een scherm praten is heel anders.’
Kleine kinderen thuis
Maartje Vermeulen, docent HBO Rechten, geeft ook het merendeel van haar lessen online. Ze is daarmee een uitzondering: twee dagen per week werkt ze in het gebouw op Padualaan 101. Thuiswerken is erg lastig voor haar. ‘Ik heb drie kleine kinderen thuis en we zijn aan het verhuizen’, legt ze uit. ‘Daarom is het heel prettig dat ik gewoon op de hogeschool kan werken.’
Ze merkt dat er veel onzekerheid is bij haar studenten. ‘Ze zijn soms bang dat ze de stof niet goed mee hebben gekregen. Doordat het online is, mis ik de gezichtsuitdrukkingen waaraan ik kan zien of iemand het snapt of niet. Dat is lastig.’
Toch heeft de online les ook voordelen volgens Vermeulen: ‘Er ontstaan mooie en inhoudelijk goede discussies online, studenten zijn minder afgeleid en het merendeel pakt het heel serieus op.’
App met automatische feedback
‘Ik ben een van de weinigen die online les juist handig vindt’, zegt Hildo Bijl, docent werktuigbouwkunde en eerstejaars coördinator. ‘Mijn vorige baan was programmeur, dus ik ben gewend om uren achter de computer te zitten. Maar ik mis het contact met de studenten wel.’
Hij is nog één dag op de HU aanwezig: ‘Bij projectvakken moeten studenten op de HU een product ontwerpen en maken, dat kan écht niet thuis.’
Bijl vertelt dat studenten via online les meer vragen stellen: ‘Ze doen dat in de chat. Ze hoeven dus niemand te onderbreken en daardoor is de drempel lager. Dat is mooi om te zien.’
Wat hij jammer vindt, is dat hij minder makkelijk mee kan kijken met de projecten van de studenten: ‘Ik kan ze minder snel bijsturen dan ik zou willen. Daarom ben ik een app aan het ontwikkelen. Ik heb er de hele zomervakantie aan besteed en elk weekend ben ik er mee bezig. Studenten kunnen opgaven maken via de app en die geeft automatisch feedback.’
Onbereikbare studenten
‘Ik maak me wel zorgen om de studenten’, zegt Anna Verdoes, docent aan de Lerarenopleiding Biologie. ‘De goede studenten redden het wel, maar de studenten die het lastig vinden verlies je sneller uit het oog.’
Ze probeert veel persoonlijke afspraken te maken, maar ze merkt dat sommige studenten van de aardbodem zijn verdwenen. ‘Sommigen kan ik helemaal niet bereiken. Ik hoop dat ze contact opnemen met de HU, want we hebben genoeg middelen om ze te helpen.’
Ze heeft zelf goede manieren gevonden om online les te geven. ‘We zijn natuurlijk een practicumvak dus het was even zoeken, maar inhoudelijk is het onderwijs nog steeds op hetzelfde niveau.’
Voor haarzelf ligt de werkdruk hoger: ‘Ik ben een stuk vermoeider na een dag lesgeven achter een beeldscherm dan normaal. Ik hoop dat we snel weer meer offline les kunnen geven.’
Camera’s uit
Anniek van Doornik, docent bij de opleiding Logopedie: ‘Het is erg jammer dat ik van veel studenten niet eens weet hoe ze eruit zien. Veel hebben de camera uit en dan zie ik alleen een foto.’
Ze haalt nu een stuk minder energie uit haar werk: ‘Dit is niet waarom ik docent ben geworden. Ik mis het fysieke contact heel erg. Ook wordt het lesgeven heel intensief, omdat je constant op zoek bent naar signalen vanuit de groep.’
Wel is ze erg onder de indruk over de motivatie van de studenten: ‘De meesten zijn goed bezig, ondanks dat ik merk dat ze soms onzekerder zijn over de stof.’ Ze hoopt dat er snel een mengvorm kan komen tussen fysiek en online: ‘Ik hoop dat ik meer studenten kan gaan zien.’
Fysiek onderwijs is belangrijk
‘Ik ga drie dagen naar werk en ik werk twee dagen vanuit huis’, zegt Jeroen Weber, docent ICT. Hij geeft les bij Open ICT, een opleiding die geen vast programma heeft. Studenten bepalen zelf wat ze willen leren. ‘Fysiek onderwijs is daarbij heel belangrijk. Daarom krijgen de klassen nu alsnog twee dagdelen per week les op de HU.’
Bij de vorige lockdown was dit anders: ‘Ik was de hele dag tegen een laptop aan het praten en ik merkte dat veel studenten hun motivatie verloren. Doordat ze nu af en toe nog op school komen, lukt het veel beter om ze te betrekken.’
Weber hoopt dat de scholen gewoon open kunnen blijven: ‘Ik wil de studenten graag blijven zien. Ook na corona denk ik dat de mix van online en offline onderwijs blijft bestaan.’
Ook interessant: In juni vroegen we acht andere docenten naar hun ervaringen tot dan toe.