Nieuws

Zorgen over de capaciteit HU-gebouwen bij toename studenten en docenten: ‘Waar gaan we ze laten?’

Padualaan 101 - archieffoto Kees Rutten

De medezeggenschapsraden vragen zich af of de HU over voldoende ruimte beschikt om de toestroom van studenten en docenten aan kunnen. De hogeschool werft de komende maanden zo’n 250 extra docenten, onder meer om de corona-achterstand bij studenten weg te werken. Ook verwacht de HU komend studiejaar meer studenten. Past dit allemaal, als de hogeschool in september waarschijnlijk weer volledig open gaat?

Hanneliek Birnie-de Sonnaville, docent Verpleegkunde, kaartte het mogelijk ruimtetekort aan tijdens de vergadering van de Hogeschoolraad (HSR), in aanwezigheid van twee leden van het college van bestuur. Het raadslid vroeg zich af of er voldoende ruimte is voor de toenemende aantallen studenten en docenten. ‘Waar gaan we ze laten? Dat vind ik een grote zorg, vooral voor de korte termijn’, zei ze tijdens de HSR-vergadering op woensdag 31 maart.

Ze nam het woord tegen het eind van de presentatie ‘Samen Veilig Studeren’ door collegelid Tineke Zweed. Dit is de uitwerking van de HU van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Het ministerie van Onderwijs stelt 8.5 miljard ter beschikking aan het onderwijs om onder andere de achterstanden door corona weg te werken. De HU ontvangt in de periode 2021 tot en met 2026 zo’n 170 miljoen euro. Daar bovenop krijgt de hogeschool 17 miljoen euro voor de groei van studentenaantallen.

Tandje bijzetten

Naast deze gelden ontvangt de HU de komende jaren tientallen miljoenen euro’s van het ministerie als compensatie voor het wegvallen van de basisbeurs. Het belangrijkste onderdeel van deze kwaliteitsafspraken is dat de hogeschool extra docenten aanstelt om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Een docent moet zo gemiddeld minder studenten lesgeven. Tijdens de presentatie bleek dat het in dienst nemen van extra docenten zo’n 50 fte’s (lees: 50 voltijd arbeidsplaatsen) achterliep bij de planning. Een reden om een tandje bij te zetten bij de werving.

‘Wij zeggen: neem mensen aan in vaste dienst, want we hebben structureel werk’

Het gaat hier niet om tijdelijke banen, benadrukte collegelid Zweed. ‘Wij zeggen: neem mensen aan in vaste dienst, want we hebben structureel werk.’ En er is snelheid geboden. Het is niet de bedoeling dat er nog een maand wordt getalmd. Een taskforce gaan instituten ondersteunen, er zijn vier recruiters aangesteld en er komt een wervingscampagne. De besteding van de NPO-middelen bij instituten gaat hetzelfde als bij de kwaliteitsgelden. ‘Dus in gesprek met de opleidingscommissies en in afstemming met de instituutsraad’, vertelde Zweed.

Fors meer studenten

Extra docenten zijn dus nodig voor de coronasteun van het NPO, de basisbeursmiljoenen van de kwaliteitsgelden én om de toename van de studenten het hoofd te bieden. Wat dat laatste betreft: het college gaat uit van een groei van 5 procent in het komend studiejaar. De vooraanmeldingscijfers per eind maart geven aan dat er 10 procent groei is ten opzichte van dezelfde periode maart vorig jaar. Maar die cijfers zijn niet betrouwbaar: de deadline voor de aanmeldingen was toen verzet van mei naar juni waardoor dezelfde periodes niet goed te vergelijken zijn.

Toch ziet het ernaar uit dat een aantal instituten fors meer studenten mogen verwachten. Zoals het instituut voor Verpleegkundige studies, Archimedes en het Seminarium voor Orthopedagogiek. En ook lijken de aantallen te stijgen bij de instituten voor Media, Bewegingsstudies, Marketing & Commerce en Life Sciences & Chemistry. In de richting van de deadline van 1 mei komt hier meer duidelijkheid over. En dan nog moeten de vooraanmeldingen ook leiden tot feitelijke inschrijvingen. De vooraanmeldingen geven enkel een trend weer.

‘Spreiden, spreiden, spreiden’

‘Het wordt een enorme puzzel’, zei collegevoorzitter Jan Bogerd tijdens dezelfde HSR-vergadering. ‘Met de beschikbare capaciteit moet het lukken.’ Enkele jaren geleden werden de onderwijslokalen verdeeld over de instituten. Op basis van onder meer het aantal studenten kregen zij een bepaald aantal lokalen toebedeeld (zogenaamde contingenten). Vanwege de verwachtte lokalenkrapte werden lessen meer dan voorheen in de vroege ochtend en het begin van de avond geroosterd. ‘Spreiden’, was toen het devies. En ook nu zegt Bogerd dat hier de oplossing ligt. ‘Spreiden, spreiden, spreiden.’

Ook bij de instituutsraden bestaan er zorgen over de capaciteit van de HU-gebouwen, hoorde HSR-voorzitter Annette Wind tijdens een bijeenkomst met de dagelijks besturen van deze raden. Wind: ‘Zijn de toegewezen contingenten nog wel voldoende als er meer studenten komen? Wat betekent die spreiding dan precies? Er is behoefte om hier meer duidelijkheid over te krijgen. Krijgt het college hier ook vragen over van instituutsdirecteuren en zijn jullie hierover in gesprek?’

Beschikbare ruimte

Bogerd antwoordde hierop dat het college met de instituutsdirecteuren de casus van het Instituut voor Verpleegkundige Studies hebben besproken. Met name de opleiding Verpleegkunde werd meerdere keren geconfronteerd met een toeloop aan studenten. Door gebruik te maken van de bestaande gebouwen, het creatief roosteren en aanpassen van het curriculum konden zij de studenten opvangen. ‘Zij hebben laten zien dat het kan. Het is een voorbeeld van hoe je beschikbare ruimte beter kunt benutten’, vertelde Bogerd.

‘Kijk wat het effect daarvan is op het leven en welzijn van studenten buiten het onderwijs’

Raadslid Peter Douma wees erop dat het in de praktijk kan voorkomen dat een docent eerst lesgeeft op school, vervolgens naar huis moet om online colleges te verzorgen om vervolgens weer naar de hogeschool moet. ‘Zijn thuiswerkdagen mogelijk?’ wil hij weten. ‘Een van de positieve dingen die we geleerd hebben tijdens de covidperiode is dat het ook wel lekker is om thuis te werken.’

1.5-maatregel

‘Wat ons betreft zijn er geen beperkingen’, reageerde Bogerd. Maar hij voegde eraan toe dat dit thuishoort op het niveau van teams, opleidingen en instituten. Wie is goed in online colleges geven? En wie doceert het liefst ‘fysiek’? En het is handig om het zo te organiseren dat studenten en docenten niet meerdere keren op en neer hoeven te reizen van thuis en naar de hogeschool. ‘Om die puzzel te kunnen leggen moet je je collega’s en het curriculum kennen.’

De vraag is of in september de 1,5-maatregel nog bestaat. ‘Als die niet van de baan is dan zullen we een veel groter deel van ons onderwijs online moeten doen dan we eigenlijk willen’, stelde hij. ‘Hoe zorg je er dan voor dat studenten op een dag dat ze online onderwijs hebben niet ook naar de hogeschool moeten komen om praktijklessen te volgen?’

Sociale onveiligheid

Raadslid Louis Logister betoogde dat ook het geven van online hoorcolleges leidt tot minder kwaliteit van onderwijs. Daarnaast voelt hij zich geremd; wat hij ook hoort bij collega’s. ‘Ik zal minder provocerende uitspraken doen om aandacht van studenten te triggeren. Want voordat je het weet sta je op sociale media met uitspraken die uit de context zijn gehaald. Online lesgeven maakt mij kwetsbaar en vergroot de sociale onveiligheid.’

Collegevoorzitter Bogerd is het ermee eens dat er voorzichtigheid geboden is bij het doen van algemene uitspraken over online onderwijs. Hij benadrukte dat een hoorcollege een containerbegrip is waar meerdere vormen van lesgeven onder vallen. De manier van lesgeven door studenten te prikkelen om reacties uit te lokken behoort tot het domein van het onderwijsleergesprek. Bogerd: ‘Dat is niet iets wat zich leent tot een online variant. Maar kennisoverdracht zou op zich prima online kunnen.’

Bijbaantjes

Idris in ‘t Hof haakte in op het begrip spreiding waarbij meer onderwijs vroeg in de ochtend en in de avonden en wellicht het weekend plaatsvindt. ‘Ik snap dat dit een logische oplossing is omdat er meer onderwijs mogelijk is’, legde hij uit. ‘Maar ik pleit ervoor om te kijken wat het effect daarvan is op studenten. Op hun leven en welzijn buiten het onderwijs. Er zijn ook nadelen omdat het lastig kan zijn voor de bijbaantjes van studenten. Daar moeten we ook aandacht voor hebben.’

Ook interessant: Met de wandelkaart van werkgroep Werkgeluk spreek je zo met een (onbekende) collega af