Uit onderzoek door de Onderwijsinspectie blijkt
dat examencommissies niet altijd garant kunnen staan voor het eindniveau van
afgestudeerden. Minister Plasterk heeft maatregelen aangekondigd om daar wat
aan te doen.
Een groot deel van de examencommissies zou niet kunnen garanderen dat afgestudeerden
het beoogde niveau van de opleiding halen. De objectiviteit en gelijke
hantering van beoordelingscriteria laten volgens de inspectie vaak te wensen
over. Examencommissies zouden daarom standaardprocedures en richtlijnen voor
tentamens moeten ontwikkelen.
Ook de opleidingen zelf doen vaak te weinig om de kwaliteit van toetsing
en examinering te bewaken. Zo werd aan een derde van de onderzochte opleidingen
de kwaliteit van toetsen nooit of zelden onderzocht. Het gebrek aan
kwaliteitszorg binnen de opleidingen kan het werk van examencommissies
bemoeilijken, stelt de inspectie.
In een reactie noemt minister Plasterk het werk van de commissies ‘cruciaal voor het maatschappelijke vertrouwen in het hoger onderwijs
diploma’. Met een aantal maatregelen hoopt hij de kwaliteit,
transparantie en toezicht op de examens te verhogen.
Plasterk wil dat examencommissies zich straks ‘zichtbaarder
onafhankelijk’ positioneren binnen de onderwijsinstelling. Net als de
inspectie pleit hij voor algemene richtlijnen en beoordelingsnormen voor de
tentamens. Het opnemen van externe leden binnen de commissies noemt hij ‘een
goede zaak’, maar wil hij niet verplichten. Tenslotte zullen toetsing en
examinering een belangrijkere rol krijgen in de accreditatieprocedure. Opleidingen
die op dat punt een onvoldoende krijgen, worden niet geaccrediteerd.