Achtergrond

20 jaar huisstijl

In 1995 eist het ebolavirus 244 slachtoffers in Afrika, paffen hbodocenten nog rustig achter hun bureau en huren studenten een computer voor 600 gulden. Ter ere van het twintigjarig bestaan van Hogeschool Utrecht belicht Trajectum onderwerpen die in 1995 actueel waren. Zijn ze dat nog steeds? Deel 1: de huisstijl wordt ingevoerd.
Na de oprichting van Hogeschool van Utrecht (HvU) werd onder luid protest een huisstijl ingevoerd. Het logo zou ´infantiel’ zijn en op ‘drollen’ lijken. Wordt de HU-huisstijl twintig jaar later wel met trots gedragen?

‘Ik heb nog nooit zoiets doms gezien’. Zo begon het artikel dat Trajectum (toen nog Trajecta) twintig jaar geleden publiceerde over de nieuwe huisstijl. Karel Berkhout, toenmalig docent redactionele vormgeving op de School voor Journalistiek (SvJ), was niet te spreken over het logo dat de kersverse Hogeschool van Utrecht introduceerde. En hij was niet de enige.

Het logo van de hogeschool bestond uit zes vingerafdrukken, die de samenkomst van alle Utrechtse hbo-instituten symboliseerden. De partijen, die toentertijd aan elkaar geknoopt werden door het ministerie van Onderwijs, verbonden hun identiteiten. Tenminste, dat was één interpretatie. Uit rondvraag van Trajecta eind 1994 bleek dat men het HvU-logo vooral geschikt vond voor ‘Kindercircus Poepie’, ‘de vreemdelingenpolitie’ en ‘een kinderdagverblijf met weinig geld’. En misschien wel de meest zorgwekkende opmerking: ‘Dit logo is ongeschikt voor het sturen van boze brieven naar de minister’.

ÉÉN PARAPLU
Ondanks de kritiek ging het logo jaren mee. Pas in 2005 lanceerde de HvU de huisstijl zoals we die nu kennen. Het woordje ‘van’ verdween uit Hogeschool van Utrecht en het logo bestaat sindsdien uit een blauwe H en een rode U. ‘De duimafdrukken in het oude logo staan symbool voor de gefuseerde scholen. Nu is het tijd dat imago van ons af te schudden. We willen duidelijk maken dat al onze opleidingen onder één paraplu vallen’, liet de voorzitter van het college van bestuur Geri Bonhof destijds
aan het AD weten.
Wordt die paraplu twintig jaar na oprichting van de HU geaccepteerd? ‘Het is goed om de huisstijl van de instelling waar je werkt te profileren, maar ik was niet heel blij met de huisstijl, toen ik op de HU kwam werken. Die vind ik vrij popi. Dat zit hem in de kleuren’, zegt lector dovenstudies Beppie van den Bogaerde. Trajectum verzamelde reacties bij lectoren van verschillende faculteiten, HU-medewerkers die veel met de buitenwereld communiceren. Conclusie: de huisstijl wordt vaak als schreeuwerig
ervaren, maar het is niet meer dan normaal dat deze wordt gebruikt door het personeel. Medewerkers worden geholpen door het zevenkoppige Team Huisstijl. ‘Wij bieden middelen waarmee HU-medewerkers de huisstijl kunnen toepassen’, zegt teamleider Mees Hermes. Daarnaast wordt subtiel controle uitgeoefend. ‘Als we door een faculteit lopen en we zien een babyroze HU-logo, dan vragen we even waarom dat er zo uitziet en hoe we kunnen helpen’, aldus Hermes.
Conflicten over de huisstijl zijn er nauwelijks, laat Hermes weten. ‘Medewerkers willen de huisstijl soms niet toepassen omdat de boodschap daardoor in de massa verdwijnt. Dan helpen wij om de grenzen van de huisstijl op te zoeken’, zegt de teamleider.

ROBUUST
Van grote weerstand lijkt geen sprake meer. Waar docent redactionele vormgeving Karel Berkhout twintig jaar geleden het HvU-logo van zijn briefpapier knipte, is de huidige docent redactionele vormgeving Gert-Jan Peddemors positief over de huisstijl. ‘Het logo is heel robuust en degelijk. Het bevat stevige typografie. En wat ik altijd heel slim heb gevonden, is de dubbele H in het logo’, zegt de docent. ‘Een logo moet simpel zijn, zodat je het op verschillende manieren kunt gebruiken. Groot, klein, in kleur en in zwart-wit. En dat kan’, aldus Peddemors.
Bovendien heeft Peddemors baat bij de huisstijl. ‘Als ik een foto-expositie heb, zet ik een HU-banner neer. Anders ben je van “niks”. Dan word je toch anders benaderd’, zegt de docent. Maar voelt Peddemors zich ook een échte HU-docent? ‘Als ik mij voorstel, zeg ik altijd dat ik op de SvJ werk.’
De opmerking van Peddemors zegt veel over de manier waarop veel docenten en onderzoekers aan de HU verbonden zijn. De huisstijl wordt toegepast maar als het puntje bij paaltje komt, is het niet altijd de HU waar kracht vanuit gaat. ‘Ik denk niet dat de HU mij helpt bij mijn werk. Dat gaat toch meer op persoonlijke titel’, zegt Beppie van den Bogaerde. Lector Nieuwe Energie in de Stad Ivo Opstelten onderschrijft dat. ‘Niet om arrogant te zijn, maar ik loop al een tijdje mee in deze wereld. Vooral mijn eigen
naam zorgt dat ik binnenkom.’