Maartje studeert Communicatie aan de HU en schrijft columns voor Trajectum
Ik ben niet stil geweest over mijn afkeer van hospiteren. Het is makkelijk om iets te haten wat moeilijk is en je benadeelt, zeker als het draait om het concept ‘afwijzing’. Ik was in mijn zoektocht naar een studentenkamer gewoon altijd het verkeerde stuk fruit. Dat was een zware periode vorig jaar augustus. Ik durf het te zeggen: ik heb echt geleden.
Maar.. met de komst van onze nieuwe huisgenoot was ik toch blij met de vrijheid om te kiezen.
Zo’n besef dat iets wat je haat eigenlijk toch deugt is pijnlijk om toe te geven. Net als je rijbewijs halen en daarna beseffen dat je de eerste vier praktijkexamens inderdaad echt nog niet geschikt was voor de openbare weg, toch? Ik merkte het bij de eerste hospiteerronde. Drie 19-jarigen die net begonnen met studeren en opzoek waren naar een huis ‘waar ze veel dingen samen konden doen maar ook lekker hun eigen ding’. Gek genoeg klikte het niet.
Nu is het misschien handig om even uit te leggen hoe ons huis er uit ziet. Toen tijdens de EK halve finale Engeland in de laatste minuut scoorde gooiden wij geïrriteerd onze haakwerkjes op de bank en werd het tijd voor bed. Daar willen we uiteraard geen verandering in. Dus het moment dat we bij de tweede ronde vier jongens op onze roze stoelen hadden zitten, die best uit hetzelfde dispuut hadden kunnen komen, hebben we ze vijf minuten voor tijd vriendelijk bedankt voor hun komst.
Kijk, ik haal geen trots uit toegeven dat hospiteren toch een functie heeft. En als je vraagt welk verkeersbord iemand is omdat je dat origineel vindt, dan stel ik voor dat je een keer een boek open trekt. MAAR: toen onze toekomstige huisgenoot in zijn eentje binnen liep, een compliment gaf over onze gehaakte truien en kamille thee inschonk waren we meteen verkocht. Balen voor de rest.