Survivalgids voor HU-eerstejaars

Zeven tips om van Utrecht Centraal naar het USP te reizen

Foto: Kees Rutten

Help, hoe overleef ik het eerste jaar? In deze aflevering van de serie ‘Survivalgids voor HU-eerstejaars’ geven we je zeven manieren om bij de HU te komen. Zo kom je op tijd op school.

Studenten in Amersfoort hebben het gemakkelijk met hun kwartiertje wandelen van station naar school. Voor de HU is dat andere koek. Dikke kans dat jij niet in Utrecht woont en dus elke dag vanaf Utrecht Centraal naar het Utrecht Science Park moet zien te komen. Hoe je dat het beste doet?

1. De Tram (max 12 minuten)

De meeste mensen nemen de tram van station naar het USP. Dat zijn zo’n 7.500 inchecks per dag. Hij doet er tien minuten over naar tramhalte Padualaan en twaalf naar tramhalte Heidelberglaan. Als je weet naar welk gebouw je moet, weet je meteen welke tramhalte je moet hebben. En hij rijdt in de spits elke vijf minuten.

Nadeel: ‘s ochtends is het druk. Op elkaar geplakt begin je de dag met een cocktail van zweet. Ander nadeeltje: de tram heeft soms vertraging of rijdt überhaupt niet. In 2021 was dit gemiddeld 5 procent (dus het valt ook wel mee).

Foto: Kees Rutten

2. Bus 28 (kwartiertje)

Je kunt ook met de bus naar het USP. In een kwartier ben je van Utrecht Centraal bij bushalte Botanische Tuinen, tegenover Padualaan 97. In de spits rijdt hij bijna om de vijf minuten, maar moet je toch vaak staan.

Als je snel wagenziek bent, is deze optie niet geschikt. De bus remt elke tien seconden en moet per rit flink uitwijken voor fietsers. Een ritje in de achtbaan is er niets bij.

3. Eigen fiets (20 minuten + frisse lucht)

Ook al woon je in Groningen of Limburg, een fiets in Utrecht is handig. Je komt er in twintig minuten mee van station naar school. Niks wachten op bussen of trams.

Nadeel: Hij kan gestolen worden. Gebeurt in Utrecht nogal veel. Zeker als ‘ie op het station staat in de vakantie.

Er zijn meerdere bewaakte fietsenstallingen (al is de grote nu gesloten). Maar dat heeft ook een nadeel. Je moet je fiets daar elke dag weer wegzetten en ophalen tussen de duizenden andere fietsen. Stallen kan gratis gedurende 24 uur per dag. Daarna kost het 1,35 per dag.

Regenboog fietspad
Foto: Kees Rutten

4. OV-fiets (20 minuten voor 4,55 euro)

Voor 4,55 per dag huur je een OV-fiets. Die breng je na je schooldag weer terug, zodat ‘ie niet in weekenden of vakanties op het station staat en gestolen kan worden. En die zoektocht naar je fiets op Utrecht Centraal heb je ook niet.

Het is alleen wel prijzig. Kost je 91 euro per maand bij een volle lesweek. Dat zijn héél veel biertjes in de science cafés.

5. Deelscooters of – e-bikes (snel en duur)

Een e-bike of scooter scannen met een app, naar het USP gaan en je vervoersmiddel weer achterlaten voor een ander. We leven in 2024. Via Dott betaal je 1 euro activeringskosten per ritje. Daarna betaal je rond de dertig cent per minuut voor een e-bike of deelscooter. In de Dott-app staan speciale lanceringsdeals waarmee je bijvoorbeeld 20 minuten voor 2 euro kan rijden.

Toch ben je met een OV-fiets goedkoper uit. En er moet wel zo’n Dott scooter of fiets staan natuurlijk. Anders kun je beter kiezen voor optie zes.

6. Lopen (gezond en goedkoop)

Nooit meer gedoe met geannuleerde bussen, gestolen fietsen of lekke banden. Het is precies een uur lopen van het station naar de HU. Een podcast in je oren, en gáán. Daar word je topfit van. Het nadeel is dus dat het een uur duurt.

7. Carpoolen (goed netwerk vereist)

Met de auto is het dertien minuten rijden. En eerlijk is eerlijk: reizen met de auto is toch altijd het meest comfortabel. Lekker in je eigen personal space.

Parkeren op het USP is alleen prijzig. Je betaalt 0,90 euro per half uur, tot een maximum van 18 euro per dag. Verder heb je ook P+R Transferium Science Park Utrecht, waar je voor 24 uur parkeren 7 euro betaalt (inclusief OV naar de binnenstad en terug). Voor ’s avonds parkeren: P-Olympos heeft gratis parkeren van 18.00 tot 07.00 uur. Om de kosten te drukken kun je ook carpoolen. Kijk je klasgenoot, lover of docent lief aan, wie weet kun je meerijden.