Nieuws

Havo-mannen presteren steeds slechter

Slechts 39,6 procent van de mannelijke havisten haalt binnen vijf jaar de eindstreep van een hbo-opleiding. Vooral aan enkele grote hogescholen doen de havo-mannen het beroerd.

Er is al jaren een groot verschil tussen het studiesucces van mannen en vrouwen. Van de mannelijke havisten haalt minder dan veertig procent binnen vijf jaar het hbo-diploma: nog geen twee op de vijf mannelijke havisten die aan de propedeuse van het hbo beginnen. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van de HBO-raad over 2010.

Bij Fontys Hogescholen doken havo-mannen vorig jaar al onder de veertig procent. Bij de Haagse Hogeschool krabbelen ze juist weer ietsje op van 36,3 procent vorig jaar naar 38,3 nu. Bij de Hogeschool Utrecht schommelt het rendement van mannelijke havisten al jaren rond de 35 procent. Voor Inholland is het de eerste keer onder de veertig procent.

Wie na vijf jaar geen bachelordiploma op zak heeft en nog steeds studeert, zal vanaf september 2012 de langstudeerboete van drieduizend euro per jaar moeten betalen. Havo-vrouwen zal dat lot minder vaak treffen dan havo-mannen: maar liefst 59,8 procent van hen haalt het diploma op tijd.

Onder havo-mannen van niet-westerse afkomst is het slaagpercentage ronduit dramatisch: 28,9 procent. Allochtone havo-vrouwen hebben daarentegen minder problemen. Zij scoren na vijf jaar beter dan havo-mannen van Nederlandse komaf: 46,1 om 41,4 procent.

De HBO-raad heeft een eigen analyse gemaakt van het studiesucces in het algemeen. Wie de uitval in het eerste studiejaar niet meetelt, ziet een slagingspercentage van driekwart. Dat is al jaren ongeveer hetzelfde en is in de nieuwste cijfers enigszins afgenomen. De HBO-raad schrijft erbij: ‘Hogescholen slagen er vooralsnog niet in hun ambitie te realiseren om het studiesucces van herinschrijvers te verhogen naar negentig procent.’

Sommige studenten (veertien procent) wisselen van opleiding, meestal in het eerste studiejaar. Ook dat heeft invloed op de cijfers. Volgens de onderzoekers van de HBO-raad halen de ‘wisselaars’ het algemene rendement naar beneden. Ze lopen immers vertraging op bij het behalen van hun diploma. Betere voorlichting zou het aantal wisselaars kunnen verminderen, denken ze.