Achtergrond

Groeipijnen

Veel tussenuren voor studenten, te weinig lokalen en hier en daar staat de kwaliteit van het onderwijs onder druk. De Hogeschool Utrecht trekt dit studiejaar tien procent meer studenten. Dat is mooi, maar wat
betekent dat voor de werkvloer. Een rondgang langs de uitdijende faculteiten.

 

‘Je bent van
harte welkom’, knalt het roodblauwe wervingsaffiche van de Hogeschool Utrecht.
Het is reden nummer 64 om te kiezen voor een studie aan de HU. Utrecht is de best
bereikbare stad, luidt argument nummer 201. En de beste vriendschappen worden
geboren in de studententijd is motief nummer 183.

Het moge
duidelijk zijn: er zijn duizend-en-één redenen om je aan te melden. En dat is
dan ook niet tegen dovemansoren gericht. Of het nu komt door de
reclamecampagnes, demografische ontwikkelingen of niet te traceren redenen:
feit is dat de hogeschool dit studiejaar substantieel meer studenten trekt dan
het voorgaande jaar. Volgens de laatste vooraanmeldingscijfers verwelkomt de HU
bijna 1100 nieuwe studenten. Tien procent meer dan vorig jaar. terwijl zich
landelijk een groei van vijf procent aftekent. Maar de studenten moeten wel
allemaal les krijgen en daarvoor zijn docenten en lokalen nodig.

 

Bij de faculteit
Economie en Management (FEM) startte een recordaantal van 53 klassen
eerstejaars studenten, meldt teamleider Henk Penseel van sports &
entertainment marketing. Omdat in de eerste helft van de propedeuse studenten
veel aanwezig zijn, is het passen en meten met de beschikbare ruimte. ‘De
toewijzing van lokalen verloopt moeizaam omdat veel docenten gebruik willen
maken van lokalen met faciliteiten als beamers. Het is niet zo dat we studenten
moeten wegsturen omdat er geen plek is’, nuanceert hij, ‘maar we zijn wel een keer
uitgeweken naar de universiteit.’

Docenten die een
lokaal toegewezen krijgen zonder audiovisuele faciliteiten moeten meer hun
organisatietalent aanspreken. Ze regelen zelf een laptop en beamer en sjouwen
daar mee naar het lokaal.’

Een ander gevolg
van de drukte is, dat studenten meer tussenuren hebben. De eerste lessen
beginnen om tien over half negen en de laatste les eindigt om zes uur.
‘Studenten kunnen die tijd benutten door te studeren of aan projecten te
werken. Studenten klagen over een ongunstig rooster. Het is een kwestie van
gewenning om op school te gaan studeren.’

Remi de Boer,
propedeusedocent onderzoeksvaardigheden en beroepsoriëntate aan de FEM vindt
lange dagen ongunstig voor studenten. ‘Studenten zijn minder alert, de
motivatie vermindert en ze nemen aan het eind van de dag niet zo veel meer op.
Uit didactisch oogpunt is dat niet zo handig en strijdig met de gewenste
verhoging van de kwaliteit.’

 

Ook doen volle
cursussen een beroep op het talent van docent en student. Zo is de module overheidscommunicatie
heel populair onder studenten. Lieke Smits vijfdejaars student volgt de
afstudeermodule, omdat die een voorbereiding is op haar afstudeerstage. Doordat
de groep nogal groot is, weet de docent volgens Smits niet wat het basisniveau
van studenten is, waardoor lesstof, zoals staats- en publieksrecht, die
iedereen als het goed is wél gehad heeft, herhaald wordt.

‘Ik was nogal
verrast dat er zoveel studenten in deze module zaten’, zegt Nanny Kok, docent
communicatiemanagement. ‘Het is natuurlijk leuk dat overheidscommunicatie zo
populair blijkt en dat het aantal aanmeldingen op het laatste moment is
verdubbeld. Maar het zorgt ook voor praktische problemen.’

Ze geeft in de
afstudeermodule overheidscommunicatie twee keer twee uur ethiek. In voorgaande
jaren had ze maximaal zeventien studenten in een klas. Ideaal om interactief
les te geven. ‘Ik laat de studenten bijvoorbeeld een stuk lezen over een
klokkenluider bij Defensie’, vertelt ze. ‘Vervolgens praten we daarover. Hebben
ze er zelf ervaring mee? Moet je moedig zijn om klokkenluider te zijn? Wat is
moedig? Het doel van zo’n discussie is dat je goed naar elkaar luistert ende
ander probeert te begrijpen. Dat is al moeilijk met zeventien studenten maar
met zevenendertig is het onmogelijk. Hoe goed iedereen ook zijn best doet.
Vierdejaars studenten zijn zich, door stages of minoren, vaak bewust van wat ze
nog willen leren. Ze willen zich verdiepen en hun ervaringen toetsen. Als
docent probeer je dan de voorwaarden te scheppen waardoor dat kan.’

 

 

Bij de faculteit
Gezondheidszorg lijken de problemen met de toestroom mee te vallen. Bij de
faculteitsraad zijn bij de start van dit jaar geen klachten binnengekomen, mede
door de bouw van het tijdelijke Hundertwassergebouw Ook bij de faculteit Maatschappij en Recht
zijn er geen majeure problemen. Albert Visser, teamleider van de
deeltijdopleiding Personeel en Arbeid
meldt een grote instroom in het eerste
jaar van de voltijdopleiding personeel en arbeid. ‘Dat vangen we op door
meer mensen in te zetten’, zegt hij. ‘We hebben drie groepen in Amersfoort
terwijl er twee gepland waren. Maar dat
gaat goed, ook wat de roostering betreft. Het enige echte probleem voor de
deeltijdopleiding is dat het aantal parkeerplekken niet toereikend blijkt te
zijn.’

De toestroom van
studenten bij de lerarenopleiding Engels van de faculteit Educatie leidde tot
een informele studentenstop, vertelt teamleider Esther Peze. ‘Studenten die
zich na 1 september aanmeldden, mochten zich niet meer inschrijven. Normaal
loopt de inschrijving tot 1 oktober.’ Wanneer we meer dan de huidige honderd
studenten zouden aannemen, hebben een groot tekort aan docenten en lokalen.
‘Het is mooi dat er veel belangstelling is voor het leraarsvak; dat is ook hard
nodig’, zegt ze, maar dit vergt zijn tol. ‘Iedereen moet er een schepje bovenop
doen. Want de financieringssystematiek is zodanig dat we niet meteen meer
docenten mogen aannemen. We hebben het zelf moeten opvangen. Sommige groepen
zijn vrij groot.’ Toch mag ze en aantal nieuwe docenten werven, om de grootste
nood te lenigen.

 

De
lerarenopleiding biologie verwelkomt dit jaar vijftig procent meer studenten.
Cees Visser, teamleider ad interim bij de lerarenopleiding biologie is blij met
zoveel animo, maar schrok van de gevolgen. De planning van de docenten op basis
van het aantal verwachte studenten klopte niet meer. ‘Ik heb mensen van een
uitzendbureau en van de universiteit ingehuurd.’ De zittende docententeam
worden maximaal ingezet waardoor er nu geen ruimte meer is om nieuwe
contractactiviteiten uit te voeren en docenten onderzoek te laten verrichten
bij die lectoraten waar vorig jaar niet uitdrukkelijk rekening mee werd
gehouden. Ondertussen blijven de verzoeken om contract- en
lectoraatwerkzaamheden op te pakken binnenstromen. ‘Dat frustreert het beleid
van de hogeschool om een ondernemende en naar buiten gerichte hogeschool te
zijn.’

 

 

Het aantal
studenten dat voor techniek kiest is met liefst acht procent gestegen bij de
faculteit Natuur en Techniek. Studenten en docenten ervaren de gevolgen van het
toegenomen aantal eerstejaars aan den lijve. ‘Zowel bij Nijenoord als op de
locatie aan de Grebbeberglaan is geen ruimte om te werken’, zegt Paul de Vries,
lid van de faculteitsraad en centrale medezeggenschapsraad (CMR). ‘De vijf à
zes projectruimtes die er zijn, zijn de hele dag bezet.’

‘De faculteit
kampt met een dubbele doelstelling’, zegt faculteitsdirecteur Robert Blom. ‘Er
zijn de kwantitatieve doelstellingen, geformuleerd door de overheid. Maar ook
kwalitatief gezien hebben we ambities. ‘Deze combinatie brengt bij zo’n grote
instroomvergroting de docenten en studenten in een moeilijke situatie. We
kunnen niet kiezen tussen beide doelstellingen. De toekomstverwachting is dat
de faculteit alleen maar groter zal worden. De instroom van buiten de hogeschool,
voor minors, associate degrees en honoursprogramma’s zal eveneens toenemen. We
werken er hard aan om onderwijs te bieden, dat recht doet aan het kennisniveau
van de verschillende doelgroepen.’

 

Corine Lodder, tweedejaars culturele maatschappelijke
vorming (faculteit Maatschappij en Recht)

Is het druk? ‘Deze
week viel het ons echt op dat het drukker is dan vorig jaar. We wilden studeren
in een paar tussenuren, maar alle computers waren bezet en overal was het
rumoerig. Rustig lezen niet mogelijk.’

Zijn er genoeg computers? ‘Computers zijn moeilijk te vinden. Een
plek om te zitten en te leren is er altijd wel, maar bijna altijd zijn alle
computers bezet.’

Hoe is je rooster? ‘Mijn rooster is wel goed. We hebben veel
tussenuren, maar dan kan ik altijd studeren.’

 

Maurice van Rossen, eerstejaars communicatie en
eventmanagement (faculteit Communicatie en Journalistiek)

Is het druk? ‘Er is weinig plek om te zitten, zeker als je met
een groep aan de slag wilt.’

Zijn er genoeg
computers?
‘De computerlokalen zitten altijd vol. Gelukkig heb ik een
laptop maar dan nog moet je goed zoeken naar een plekje waar je hem in kan
pluggen.’

Zijn de klassen te vol? ‘Veel te vol.
Wij zitten met 37 man in een klas. De
docenten zeggen dat dit over een paar weken minder is omdat er nog veel mensen
gaan stoppen. Dat werkt niet echt motiverend. Bij hoorcolleges kan een deel van
de studenten niet eens zitten.’

 

Edward Hato, vierdejaars commerciële economie (faculteit
Economie en Management)

Is het druk? ‘Ik vind het wel gezellig al die drukte.. Nu
zijn er altijd mensen op de gangen en zitten er overal mensen. Het laat zien
dat de HU een plek is waar mensen graag willen studeren.’

Zijn er genoeg computers?‘Nee er zijn nooit computerplekken vrij! Gelukkig
heb ik een laptop en is er overal in het gebouw wireless internet.’

 

Alida de Haan, tweedejaars fysiotherapie (faculteit
Gezondheidskunde)

Is het druk? ‘Toen ik de eerste week binnenkwam dacht ik echt
wow. Waar komen al die mensen vandaan. Er wordt altijd overal gepraat en in de
pauze even snel naar de wc gaan kan niet meer. Er staan altijd files
voor de toiletten.’

Zijn er genoeg computers? ‘Op een normale tijd zijn ze altijd bezet.
Alleen ’s avonds laat of ’s morgens vroeg is het mogelijk er een te vinden. ‘

 

Esther van Diggelen, tweedejaars tolk/Nederlandse
gebarentaal (faculteit Educatie)

Is het druk? ‘Op de gangen is het veel drukker, maar last heb
ik er niet van. Alleen in de pauzes is het moeilijk om een plekje te vinden om
te zitten. De eerste lesdag hadden we de eerste vijftien minuten op de
gang les.’

 

Willem van Zessen, tweedejaars intergrated product
development (faculteit Natuur en Techniek)

Is het druk? ‘In de kantine wel. Het is moeilijk om een plekje
te vinden in de pauzes.’

Zijn er genoeg computers? ‘Je wordt hier bijna genoodzaakt om een
computer te kopen. Alleen ’s ochtends vroeg tussen negen en half tien kan je
een computer vinden. Als je een computer bemachtigd hebt, wordt je er na een
half uur uitgezet door een leraar die het lokaal gereserveerd heeft.’