Omar (23) werd in Amsterdam geboren en verhuisde op zijn vijfde met z’n gezin naar Egypte om daar een opvoeding te krijgen volgens de normen en waarden van de islam. Op zijn achttiende kwam hij terug naar Amsterdam, leerde opnieuw Nederlands en begon een jaar geleden op de HU, aan de opleiding Built Environment. Hij vertelt, praktisch foutloos, met een voortdurende glimlach op zijn lippen, hoe dat voor hem is.
Je wilde graag je verhaal doen. Waarom?
‘Alle meningen zijn belangrijk. Ik las het interview met Rignald en vond het interessant. Ik moet straks voor mijn opleiding ook een aantal interviews afnemen en u kunt me leren hoe het moet. Misschien kunt u me straks ook feedback geven op hoe ik de vragen heb beantwoord? Ik leer graag.’
Waarom ben je op je vijfde naar Egypte gegaan?
‘Daar zijn de regels strenger, bijvoorbeeld voor het bidden en het vasten. In Nederland was mijn vader vaak aan het werk en zouden de kinderen van ons gezin veel buiten zijn geweest. Later wil ik een vrouw trouwen die ook goed is opgevoed. Een meisje dat bijvoorbeeld meteen van school naar huis gaat, niet met mannen praat en geen kleding draagt waarbij haar lichaam zichtbaar is.’
Zou je mij een hand mogen geven?
‘Nee, ik mag huwbare vrouwen geen hand geven. Alleen de niet-huwbare vrouwen van mijn familie mag ik aanraken, maar als je me je hand zou reiken zou ik hem niet weigeren, want dat is onbeleefd.’
Hoe zorg je dat je straks een goede vrouw vindt?
‘Dan ga ik naar Egypte en om een goede moslima te zoeken. Als ik haar gevonden hebt, helpt m’n vader om te onderzoeken of ze deugt. We praten met haar ouders en onderzoeken wat haar familie belangrijk vindt. Als dat overeenkomt met onze waarden spreken we een huwelijk af. Als ze het goed vindt, voeden we onze kinderen in Nederland op. Als ik daar werk kan vinden, in Egypte.’
Hoe heb je je eerste jaar ervaren op de HU?
‘Goede vraag. Ik moest voordat ik een opleiding kon doen allerlei examens doen. Het staatsexamen dat ik voor de Hogeschool van Amsterdam moest doen haalde ik niet volledig, dus die viel af. In Egypte had ik trouwens na mijn VWO ook Engineering willen doen, maar het ontbrak me aan 0,2 punt.
Op 31 augustus haalde ik de toelatingstest op de HU en op 2 september kon ik beginnen. Blok A was moeilijk en ik haalde wat vakken niet. Het rooster en begrippen als “werkcollege,” “theorie” en “praktijk” kende ik niet. Toen ik die onder de knie kreeg ging het goed. Mijn docenten Van der Meijden en Laterveer hebben me urenlang geholpen.’
Voelde je je thuis in de klas?
‘Ja, helemaal. Het feit dat we een andere culturele achtergrond hebben, zit me niet in de weg. We maken onze opdrachten en daarbij let ik erop dat iemand serieus met school bezig is. Ik kies actieve klasgenoten die een goed cijfer willen, het maakt me niet uit hoe ze verder denken. Overal zijn goede mensen en slechte mensen, ongeacht hun geloof. Op school praten we over de lesstof, niet veel over onze ideeën.’
Zou je vaker over cultuur willen praten?
‘Ja dat zou ik leuk vinden want je leert elkaar beter begrijpen. Als jij dan iets doet wat ik niet goed vind, weet ik dat het komt doordat je anders bent opgevoed. Zoals naar de disco, alcohol drinken of daten. Ik ga wel eens naar studentenfeestjes, maar ik hou niet van drank. Je doet me een groter plezier met de sportschool, een picknick of een gezamenlijke maaltijd. Ik heb veel Nederlandse vrienden met wie ik die dingen doe.’
Wat vind je van Black Lives Matter?
‘Wat is dat? Demonstraties? Nee, dat zegt me niets, dat heb ik niet meegekregen.’
Zou je docent willen worden op de HU?
‘Haha, nee, zeker niet. Ik wil iets maken, iets doen, contact met de wereld hebben. Ik maak mijn opleiding af en word architect, inshallah. Maar eerst op vakantie. Ik ga naar Egypte om met mijn familie te zijn. Mijn moeder heb ik al twee jaar niet gezien.’
Ook interessant: Uit Curaçao komen en hier studeren. Hoe voelt dat?