Roza Schopman is student Journalistiek. Dit is haar eerste column voor Trajectum.
Het is 2022… en nu?
2021, wat een jaar. Onvoorspelbaar, mooi en vermoeiend. Om het coronadrama even te vergeten had ik het er lekker van genomen op oud en nieuw. Na veel danspasjes en drankjes belandde ik om zes uur ’s ochtends in m’n bed. Na de nacht, die voelde als een achtbaan (veel gewoel en vage dromen), werd ik wakker. Ineens was het januari 2022… wat nu?
Ik ben niet van de goede voornemens. Puur omdat ik ze nooit volhou. En je kunt op elk willekeurig moment van het jaar beslissen om iets drastisch te veranderen in je leven, toch?
Maar ja, daar lag ik dan, op 1 januari in m’n bed, films te kijken en te niksen. Om vijf uur ’s middags begon ik met m’n eerste ontbijt van het jaar, wat bestond uit goedkope noedels uit een pak. De uren daarna at ik niks voedzaams meer. Het voelde als een compleet verloren dag.
Na mijn magere ontbijt besefte ik ook dat het niet realistisch was om te verwachten dat ik er op 1 januari fris bij zou staan. De dagen daarna nam ik me voor om dat wél te zijn. Maar de dag daarna werd hem wederom niet. Veel nieuwe films en dezelfde noedels. Het gevoel dat ik moest presteren bleef. Maar waarom mocht ik niet even chillen?
Ik geef de schuld aan prestatiedruk. Omdat het een nieuwjaar is, MOET ik van mezelf meteen aan de slag met nieuwe doelen. Daarbij komt dat ik twintig ben en ik het in mijn twintiger jaren moet ‘maken’ en elk jaar een betere versie van mezelf moet worden. Dat ambitieuze streven bezorgt me vooral veel stress.
We zitten allemaal met die hoge eisen. Terwijl je in je jonge jaren óók moet genieten. En dus ook fouten mag maken, toch?
Studenten zoals ik denken vaak dat we over eeuwige energie bezitten, maar niks is minder waar. Dus ik gooi het roer om. Dit jaar geniet ik, rust ik en werk ik aan m’n toekomst op een normaal tempo. Gewoon mezelf zijn en als ik dan een paar uur uit het raam staar, is dat helemaal oké.