Utrecht is de meest onveilige gemeente van Nederland. Dat blijkt uit de
Gemeentelijke Veiligheidsindex, een nieuw meetinstrument van de politie. De index turft de aangiftes voor ‘alledaagse’ diefstal, inbraak, geweld en vernieling. Is deze koppositie terecht?
Annemarie Bos
docent integrale veiligheidskunde:
‘Het harde oordeel uit het onderzoek verbaast mij. Ik dacht dat de gemeente de afgelopen jaren veel aandacht had voor de veiligheid in de gemeente. Er zijn projecten op dit gebied opgezet en de wijkbureaus spelen een actieve rol. Daarbij participeert Utrecht in de zogenaamde G4, een overleg van de vier grootste steden, waarbij de grote stadsproblematiek aan de orde komt.
Ik vraag me dan ook af of die inspanningen niet gewerkt hebben. Of dat de aangiftebereidheid groter is dan voorheen op aandringen van de politie. Dat uit zich dan in hogere criminaliteitscijfers maar of die dan zo betrouwbaar zijn, is de vraag. Misschien moet de gemeente beter en meer communiceren wat ze er allemaal aan doen zodat het gevoel van onveiligheid afneemt. Ikzelf heb me in Utrecht nog nooit onveilig gevoeld.’
JR Packianather
tweedejaars accountancy:
‘Ik woon nu tien jaar in Utrecht en voel me er veilig. Mijn dvd-speler zit altijd nog in mijn auto als ik terug kom. Natuurlijk hoor je verhalen over berovingen, maar in mijn omgeving heb ik dit niet meegemaakt. Zelf ben ik donker en dat zou een mogelijke verklaring kunnen zijn. Als ik met mijn donkere vrienden op straat loop, gaan mensen voor ons aan de kant. Dat is niets om stoer over te doen, maar het is wel apart.’
Joeri Wassink
derdejaars elektrotechniek:
‘Ik voel me niet onveilig in Utrecht. Ik kan me wel voorstellen dat Utrecht de onveiligste stad van Nederland is, er zijn veel achterstandswijken. Je hoort de verhalen over Ondiep en Kanaleneiland, maar dit soort wijken zijn er ook in mijn woonplaats Amsterdam. Criminaliteit aanpakken begint bij kinderen. Je moet ze stimuleren om naar school te gaan en extra hulp geven op school. De wijken waarin zij wonen kunnen vrolijker gemaakt worden door meer kleuren te gebruiken in plaats van grijs. Een andere oplossing is om meer te spreiden. Nu zitten veel ontspoorde jongeren op een kluitje.’
Dajo Steendam
vijfdejaars culturele en maatschappelijke vorming:
‘Onveilig voel ik me niet, ook al fiets ik door wijken waar het onveiliger is. Soms staan er groepen jongeren die ik liever niet tegen kom. Ik heb geen nare ervaringen met die groepen. Een kennis van mij heeft wel iets vervelends meegemaakt in Utrecht. Hij was aan het pinnen op de Neude, toen drie mannen hem bedreigden. Hij moest geld voor hen opnemen. Dit soort criminaliteit vindt natuurlijk niet alleen hier plaats. Hoe dit probleem op te lossen is? Het helpt om al vroeg niet te tolereren gedrag af te leren. Daar ligt de kern. Soms hangen kinderen onder de negen jaar al buiten op straat. Dat moet je aanpakken.’
Stijn Verhagen
lector Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling:
‘De koppositie van Utrecht op de nationale veiligheidsindex moet vooral uit het hoge aantal autokraken worden verklaard. Als autokraken niet in de berekeningen zouden zijn opgenomen, zou Utrecht op de vierde plek op de index staan. Dat is overigens nog altijd een erg hoge positie, die vraagt om verbetering. Het gevaar van de hoge ranking is dat nu alle energie in criminaliteitsbestrijding gaat worden gestoken. Een veiliger samenleving heeft echter meer nodig dan dat. Zo zijn de genoemde autokraken zeer hinderlijk voor de autobezitters in kwestie, maar dat wil niet zeggen dat hun onveiligheidsgevoel er ook door wordt aangetast. Onveiligheidsgevoelens ontstaan met name door aantastingen van de persoonlijke integriteit van mensen, en door bijvoorbeeld ervaren overlast van jongeren in de wijk. Graag zou ik zien dat de gemeente Utrecht dáár verder in blijft investeren, naast extra inzet op terugdringing van het aantal autokraken.’