Ik ben de medewerkers van het FBO wel eens uit woede naar de nek gevlogen. Ik heb ze zelfs wel eens uit pure blijdschap besprongen. Maar nog nooit heb ik er iemand een hand gegeven. Je weet wel, zo’n begroetingsritueel uit ons Joods-Christelijke danwel Nederlandsche culturele erfgoed. Met een hand geven heb ik vanuit cultureel oogpunt trouwens net zoveel als met nieuwe haring en draaiorgels.
Ergens vind ik het wel een nobel gebaar. Met je hand naar je hart. Ik stel me voor dat ze (de bij het FBO werkende moslima die vanwege haar geloof mannen geen hand geeft, red.) er dan ook nog een lichte buiging bij maakt. Lijkt me bijzonder respectvol. In ieder geval niet iets om me gediscrimineerd over te voelen. Voor dat soort fratsen hebben we de nulzetelsfractie van Rita Verdonk al.
Dat het niet schudden van een mannenhand, of eigenlijk gewoon lijfelijk contact met iemand anders dan je man of familie, ingegeven wordt door een 1400 jaar oud boek met een even oud patent op de waarheid stuit me alleen intellectueel tegen de borst.
Het niet-schudden van een hand zou volgens een paar docenten uiting zijn van religieus gedrag. Je weet wel, net zoals het dragen van een hoofddoekje. Nu is een hoofddoekje van een moslima voor mij het zelfde als de rok van een gereformeerde vrouw.
Ik ken de FBO-medewerkster in kwestie niet. Ik heb haar ook nog nooit gezien. Maar het niet-schudden van een mannenhand doet me vermoeden dat ze ook een hoofddoek draagt. Is dat dan geen uiting van religieus gedrag? Daar heb ik heb er nog niemand over gehoord.
God verhoede dat ze daar straks ook moeilijk over gaan doen. Keppeltjes, rokken, hoofddoeken. Ik vind het wel makkelijk. Op die manier kun je goed zien waar de tijd een eeuw of wat heeft stil gestaan.
TrajectumVlog: André draagt zijn column voor