Achtergrond

De volmaakte docent

Bereikbaar,gemotiveerd, humoristisch, boeiend en streng maar niet té. De ideale lesboer inhet hoger beroepsonderwijs is een duizendpoot, maar bestaat hij eigenlijk wel?Op zoek naar het geheim van de inspirerende docent.

Uit ruim zeshonderd inzendingen werd Gert van Herwijnen onlangs op de faculteit Educatie gekozen tot populairste docent van het jaar. Hij blijft er bescheiden onder. ‘Het is een vorm van erkenning, maar je moet het niet overwaarderen. Dit jaar ben ik het toevallig, de volgende keeris het een collega. Daarbij: het was een gedeelde eerste plaats.’ Waar Van Herwijnen die eer aan te danken heeft? ‘Haha, aan de studenten. Als dat een antwoord is op de vraag… Zonder gekheid: ik geloof dat ze vooral mijn droge humor wel konden waarderen. Een goeie sfeer in de klas is belangrijk. Ik ben 35, dus ik sta niet heel ver van studenten af.’

Op Hogeschool Utrecht werken ongeveer 1800docenten. Jonge, oude, mannelijke, vrouwelijke, uit het werkveld of vers van deuniversiteit. Wanneer is iemand een inspirerende docent? ‘Als hij studentenserieus neemt en je uitdaagt om de discussie aan te gaan’, vindt Nejet Aissa,derdejaars communicatiemanagement. ‘Iemand die het beste in je naar bovenhaalt. Demotiverend zijn docenten die doen alsof je niks weet, van wie jealleen onzeker wordt.’ Docenten die vooral bezig zijn met theorie doen het hartvan studenten ook niet sneller kloppen. Althans, niet dat van Niki Dukker,derdejaars sociaal pedagogische hulpverlening. Hij wil het liefstpraktijkvoorbeelden en eigen ervaringen horen. ‘Een inspirerende docent moet meeen hele les boeien; je echt meenemen. De theorie aan de praktijk koppelen. En alshet even kan, ook aan de actualiteit.’

Basiskwalificaties

Gelukkig is daar Bureau Talent om docenten teondersteunen bij hun professionele en persoonlijke ontwikkeling. Mensen uit hetwerkveld die aan de hogeschool lesgeven, kunnen hier een cursus hbo-didactiekvolgen. HU-docenten moeten immers voldoen aan een aantal basiskwalificaties.Gertrud Lemmens van Talent: ‘Centraal staan didactische, pedagogische enprofessionele competenties. We leren ze een krachtige leeromgeving en eenprettige werksfeer te creëren. Ook brengen we nieuwelingen bij hoe ze zichzelfkunnen blijven ontwikkelen als docent; er is natuurlijk meer dan lesgevenalleen.’

Verschil moet er volgens Lemmens wezen. Zoalsgeen mens hetzelfde is, zo zijn er ook docenten in alle soorten en maten. Enhelaas schuilt niet in iedereen een geboren docent. ‘Lesgeven mag dan de belangrijkstetaak zijn, sommigen zijn nu eenmaal beter in curriculumontwikkeling ofstagebegeleiding. Ik ben voor meer taakdifferentiatie. Ieders kwaliteiten zogoed mogelijk inzetten, daar gaat het om.’

Op verzoek van het ministerie van OCW heefthet Instituut voor Toegepaste Wetenschappen (ITS) in beeld gebracht watkenmerkend is voor goede docenten in het basisonderwijs en het voortgezetonderwijs. Volgens het boek ‘Wat is de ideale leraar?’ wegen vakkennis, depersoon van de leraar en didactische vaardigheden het zwaarst. In hoeverregelden die competenties voor docenten in het hbo? ‘Ook zij zullen van al dezedrie dingen iets in huis moeten hebben’, stelt ITS-onderzoeker en mede-auteurvan het boek Hans van Gennip. ‘Wel kunnen de verhoudingen anders liggen. Hoeouder degenen aan wie je lesgeeft, hoe groter hun zelfsturend vermogen.Hbo-docenten zijn dus meer begeleidend bezig dan leraren in bijvoorbeeld hetbasisonderwijs.’ Tot op zekere hoogte is een lesboer een lesboer, vindt VanGennip. Hoe dan ook moet iemand goed met mensen kunnen omgaan en een beetjefatsoenlijk uit zijn woorden kunnen komen. Verder wórd je volgens hem geengoede docent, dat bén je. ‘Veel gaat intuïtief. De ideale leraar voelt aan wathij moet doen en laten als hij voor de klas staat; die bezit impliciete kennis.Zo is er voor elk probleem een oplossing.’

Jongbloed

Terug naar de hogeschool, waar de laatste tijdveel jonge docenten aan de slag zijn gegaan. Lemmens heeft een wat dubbelgevoel bij deze ontwikkeling. Aan de ene kant ziet ze bij deze jongelingen eenenorme drive, aan de andere kant lopen sommigen daardoor juist stuk. ‘Het islastig voor beginnende docenten om zich staande te houden. Ze moeten veel urendraaien en krijgen allemaal klussen die anderen doorschuiven, maar aan goedebegeleiding ontbreekt het. Dat baart zorgen.’ Met andere woorden: inspirerendedocenten krijgen is één ding, maar ze houden een tweede. In de cursus hamert zewel op het belang van begeleiding. Ze spoort docenten aan een maatje, eennetwerk of een begeleider te vinden die de weg kan wijzen. ‘Weet je wat zoopvallend is aan die docent van het jaar-verkiezingen? Dat jonge docenten zopopulair zijn bij studenten, niets ten nadele van de oudere garde. Het geeftalleen maar aan dat de hogeschool docenten moet koesteren en binden.’

Wat dat laatste betreft is er slecht nieuwsvoor de faculteit Educatie, waar populairste docent Van Herwijnen inmiddels eenbaan als teamleider heeft geaccepteerd. De studenten zullen het voortaan duszonder hem moeten doen. Hij blijft voor de klas staan, maar het wordt wel eenstuk minder. ‘Hou het er maar op dat ik toe was aan een andere uitdaging’, zegthij. ‘Toch wil ik het lesgeven niet helemaal opgeven, daarvoor blijft het teveel trekken. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.’ Nog even: wat maaktiemand nou tot een bijzondere leraar? Wat is zijn geheim? En: wat zou hij nogkunnen verbeteren aan zichzelf? ‘Ik heb tien jaar geleden voor het laatstlesgegeven op een basisschool. Binnenkort ga ik dat weer doen om die aansluitingte houden, dat is belangrijk voor een leraar. Daarnaast moet je je goed kunnenverplaatsen in de doelgroep.’

Op het moment van schrijven zoekt de faculteitNatuur en Techniek (FNT) een docent Life Sciences, met als belangrijkstecompetenties: motiveren, innoveren, leervermogen en samenwerken. Het lijkentamelijk weinigzeggende termen. Ze duiken wel vaker op in vacatureteksten, ennatuurlijk niet alleen op Hogeschool Utrecht. Maar wat betekent het nu concreetwanneer iemand moet kunnen ‘motiveren’ en ‘innoveren’? ‘Een docent moet instaat zijn de beroepspraktijk dicht bij de student te brengen’, antwoordtclustermanager Nathalie Bovy. ‘Uitgangspunt is altijd wat je later hebt aanlesstof die op het eerste gezicht nogal abstract kan zijn. Daarbij moet iemandenthousiasme, betrokkenheid en frisheid uitstralen om die stof zo goed mogelijkover te brengen. ‘Innoveren’ relateer ik vooral aan het werkveld. Een docentmoet inhoudelijk specialist zijn, maar ook verbanden leggen tussen vakgebieden.Daarnaast is het fijn als iemand vernieuwend is op het gebied van didactiek.’

Werkgevers stellen steeds hogere eisen aan hunwerknemers, zo lijkt het. In het hoger onderwijs is dat niet anders. Een docentmoet gedegen vakkennis hebben, gedeeltelijk in het bedrijfsleven werken,zichzelf blijven ontwikkelen en nog zo wat van die dingen. Werkgevers zoekeneen schaap met vijf poten. Allemaal leuk en aardig, maar zijn die te vinden?Volgens Bovy wel. ‘Kijk, we houden niet voor niets uitgebreidesollicitatieprocedures. Daar komen meestal veel reacties op. Vijftig, zestigbrieven. Daardoor heb je ook de luxe om de beste kandidaat te selecteren. Endan zie je dus verschillen: mensen die bijvoorbeeld inhoudelijk heel sterkzijn, maar nogal gesloten van aard. Dat laatste past niet zo goed bij iemanddie les moet gaan geven.’