Achtergrond

Forum: Gebrek aan fatsoen en motivatie

Veel eerstejaars studenten zijn niet geïnteresseerd in het vak waarvoor ze worden opgeleid en besteden weinig zorg aan hun opdrachten, schrijven enkele docenten van de School voor Journalistiek in een brief aan hun collega’s. ‘Orde houden in klas en collegezaal blijkt een stuk lastiger dan je zou verwachten op een hbo-instelling als deze’, luidt de klacht. En veel eerstejaars trekken zich niets aan van de fatsoenregels.

Beste collega’s,

Lesgeven op de School voor Journalistiek is vaak een voorrecht. Middenin de samenleving, in het hart van de journalistiek, oog in oog met jonge mensen die hongerig zijn naar kennis, inzicht en vaardigheden.

Tegelijkertijd stellen we vast dat het steeds meer en vaker lastig blijkt om met name eerstejaars les te geven. Veel studenten tonen een sterk gebrek aan interesse voor het vak en de actualiteit, lezen helemaal geen kranten en besteden weinig zorg aan hun opdrachten. En dat terwijl zíj het geluk hebben gehad dat ze voor deze school zijn toegelaten.

Orde houden in klas en zeker collegezaal blijkt een stuk lastiger dan je zou verwachten op een hbo-instelling als deze; en in wandelgangen en mediatheek,
per mail, telefoon of in onze kamers valt op dat veel eerstejaars niet op de hoogte of onder de indruk zijn van elementaire fatsoensregels. Om een lang verhaal kort te maken… wij denken dat het tijd wordt voor een kentering.

Daarbij richten we ons primair op eerstejaars, omdat met deze groep de meeste problemen ontstaan. We vermoeden, dat als we de komende eerstejaars consequenter beleid bieden, dit doorwerkt in de jaren erna. Voor de duidelijkheid: we zijn allesbehalve verzuurde, maar integendeel enthousiaste docenten die benieuwd zijn naar de ervaringen van hun collega’s.

Vandaar deze brief. Graag horen we van jullie of jullie je herkennen in het bovenstaande. Concreet willen we een lijst van tien ergernissen vaststellen in het eerstejaarsonderwijs. Deze kunnen betrekking hebben op de journalistieke houding, op vaardigheden, maar ook op gedrag dat we al dan niet als beleefd ervaren. Stuur ons je eigen top vijf (of meer, of minder); dan zullen we tot een inventarisatie trachten te komen van gedeelde punten, en vervolgens tot voorstellen voor een aanpak.

Bart Alberink, Remko van Broekhoven, Sandra van Dillen, Peter Douma, Gert van Wijland, Michiel Smis

Sheetal Roepchand
eerstejaars studente journalistiek:

‘Ik voel me niet aangesproken door de schrijvers van deze brief, maar snap wel waarom ze klagen. Niet al mijn medestudenten zijn even gemotiveerd, even geïnteresseerd in het vak. Aan de andere kant, we zijn eerstejaars. Sommige studenten weten meteen dat ze voor de goede opleiding hebben gekozen, anderen moeten dat nog voor zichzelf bepalen. Vroeger was het anders, denk ik. Toen waren studenten dankbaar dat ze de kans kregen om een opleiding te volgen. Tegenwoordig studeert iedereen, is het niets bijzonders meer. Onfatsoenlijk gedrag is volgens mij vooral leeftijdsgebonden. Studenten die rechtstreeks van de middelbare school komen zijn nog jong, ook in gedrag. Toch moeten ze leren, dat schreeuwen in de gang not done is. Misschien is het goed al tijdens de introductie aandacht te besteden aan gedragsregels. Studenten op het hart te drukken dat een goede journalist zich weet te gedragen.’

Roderick Udo
docent accountancy aan de faculteit Economie en Management:

‘Deze brief is een belediging voor goede studenten. Je vergroot er de afstand tussen docenten en studenten mee, terwijl die juist kleiner zou moeten worden om de genoemde problemen op te lossen. Ik geef zelf les aan eerstejaars, onder andere in accountancy. Studenten die accountant willen worden, weten dat ze later betrouwbaar en zorgvuldig moeten zijn. Natuurlijk gaat er wel eens een in de fout. Maar het valt mij op dat de eerstejaars over het algemeen hard werken en bereidt zijn iets extra’s te doen. Voor studenten die weten wat ze willen, die een concreet doel hebben, denk ik dat het makkelijker is ook minder leuke opdrachten gewoon te maken. Mijn studenten lezen nog niet het Financieel Dagblad of andere vakliteratuur, dat komt later wel. Het eerste jaar is natuurlijk nog breed, pas later in de opleiding volg je specifieke vakken. Het is vooral een tijd van testen, van wat je leuk vindt.’

Harrie Velderman
regiomanager/docent bij het Seminarium voor Orthopedagogiek en onderzoeker bij het lectoraat Gedragsproblemen in de onderwijspraktijk:

‘Mijn ervaring is dat dit niet geldt voor studenten van de pabo’s zoals het Instituut Theo Thijssen. Zij zijn wel degelijk gemotiveerd en leggen een grote betrokkenheid aan de dag. En tijdens workshops die ik geef aan studenten van het Seminarium voor Orthopedagogiek, tonen zij zich heel geïnteresseerd in het verwerven van competenties over leren lesgeven aan leerlingen met leer- en gedragsstoornissen. Zij zoeken naar onderwijsactiviteiten en methoden om maatwerk aan te bieden aan kinderen. De ene leerling leert actief, is een doener, terwijl anderen liever met de computer bezig zijn of boeken lezen. Het aanpassen van het onderwijs aan de individuele behoeften van kinderen vergt veel inventiviteit en inspanningen van de docenten en studenten.’