Jongeren lezen steeds minder boeken, zo luidt al jaren de klacht. Maar aan de andere kant volgen zij internetblogs, chatten er lustig op los, sms’en en communiceren via hyves en andere sociale netwerken. Vormen de nieuwe media een goed alternatief of zijn boeken onontbeerlijk voor de taalontwikkeling van kind en volwassene?
Thoni Houtveen
lector Leerproblemen in het bijzonder de preventie van leesproblemen:
‘Ja. Mondeling taalgebruik is qua woordenschat en gelaagdheid beperkt. De ontwikkeling van de woordenschat van kinderen en volwassenen neemt vooral toe door het lezen van boeken. En dat is nodig om teksten te kunnen begrijpen. Als kinderen thuis niet worden voorgelezen gaan ze zelf niet lezen; dat komt voornamelijk voor bij de lagere sociale milieus en allochtonen. Dat betekent dat zij vanaf groep vijf of zes veel leerstof niet meer kunnen volgen en in de lagere vormen van onderwijs terecht komen. Zo stapelen de achterstanden zich op.
Het is inderdaad zo dat veel jongeren chatten, op hyves zitten, sms’en en op internet berichten lezen, maar dat is geen alternatief voor boeken lezen. Het draagt niet bij aan een grotere woordenschat. Er wordt een staccato-Nederlands gebruikt dat qua niveau een variant is op mondeling taalgebruik. Als iedereen dagelijks het NRC Handelsblad zou lezen was ik niet zo somber. Maar velen komen niet verder dan de koppen van de Telegraaf.’
Raymond Pauwels
tweedejaars geschiedenis:
‘Ik lees zelf vrij veel. Momenteel ben ik bezig met Het rad des tijds van Robert Jordan. Het is een hobby om mijn boekenkasten te vullen en heb dan ook een ruimtetekort voor mijn boeken. Vroeger ben ik voorgelezen, dan luisterde ik vooral naar alle cowboy- en indianenverhalen zoals Winnetou. Ik denk dat voorlezen goed is voor de ontwikkeling van een kind. Internet zou geen vervanging moeten zijn voor het lezen van boeken. De ontwikkeling van je woordenschat moet je toch echt uit boeken halen. Je haalt ook wel een bepaalde woordenschat van internet, maar dan wel de ‘nieuwe taal’ vol afkortingen en spelfouten. Daarnaast is de computer een medium waar je van alles het liefst gelijktijdig op doet. Spelletjes spelen, saldo checken, chatten….. Daardoor kan je je niet volledig op een ding concentreren, wat ik wel belangrijk vind bij het lezen.’
Laurens Vernooij
eerstejaars management, economie en recht:
‘Op dit moment lees ik geen boek. Maar als ik meer tijd zou hebben wil ik wel meer lezen. Ik sport vooral. Mijn laatste boek dat ik gelezen heb is die van de vader van Sabine Jansons, het meisje dat verkracht en vermoord is. Zij woonde vlakbij waar ik vandaan kom en dat boek wilde ik graag lezen. Ik ben zelf tot een jaar of zes, zeven voorgelezen uit Pinkeltje en Disneyboekjes. Internet is geen alternatief voor het lezen van boeken. Vaak gebruiken mensen daar toch dezelfde woorden en op de nieuwssites die ik lees wordt vooral hetzelfde populaire taalgebruik gebruikt.’
Douwe Schotanus
tweedejaars lerarenopleiding geschiedenis:
‘Ik kom uit een leesfamilie. Mijn opa heeft een grachtenpand in Hilversum waar alle muren onzichtbaar zijn door de boeken. Bij mijn ouders staan ook zo’n vierduizend boeken. Zelf lees ik gemiddeld een boek per week. Ik ben vroeger voorgelezen, maar mijn vader volgde nooit het verhaal, hij verzon zelf van alles. Al die online dingen zijn geen vervanging voor het lezen. Sowieso leest het van papier veel fijner en het is ook niet goed voor je ogen om langer dan 2,5 uur per dag naar een beeldscherm te staren. Daarnaast haalt een krant niet het normale gebruik van de Nederlandse taal, laat staan het taalgebruik op internet. Of Wikipedia bijvoorbeeld waar jan en alleman dingen kunnen opschrijven en die iedereen toch voor waar aanneemt.’