Achtergrond

Meer dan bami, stokjes en de muur

China. Misschien niet deeerste bestemming waar een student aan denkt als hij een deel van zijnopleiding in het buitenland wil volgen. Maar de grote universiteiten van hetverrassend open land hebben steeds meer te bieden. De sinologen en stagiairszijn er al. Wie volgt?

Nederlandse studenten zijn weinig avontuurlijk. Het is dan ook nietopzienbarend dat er op de vaak enorme campussen van de Chinese instellingenvorig jaar maar 750 Nederlanders rondliepen. Dat aantal moet omhoog, vindtdirecteur Jacques van Vliet van het Neso in Beijing, de voorpost van hetNederlandse hoger onderwijs in China. Van Vliet heeft de wind in de rug:vergeleken met het collegejaar 2006/2007 nam het aantal Chinagangers vorig jaarmet twintig procent toe.

Maar wie gaan erheen? En wie zouden erheen moeten gaan? De voorhoede wordt al jaren gevormd door sinologen,ofwel studenten Chinese taal & cultuur. Deze studenten zijn door deUniversiteit Leiden min of meer verplicht om tijdens hun bacheloropleiding eenjaar in China te bivakkeren. Zij worden – al dan niet met beurs – ondergebrachtbij de beste universiteiten van de Volksrepubliek en vinden er relatiefeenvoudig hun weg. Ze spreken vaak een aardig woordje Chinees en hebben zich alverdiept in de cultuur.

Toch is het zelfs voor deze groep wennen. ‘Het onderwijs is hier vaakklassikaal’, zegt Jasper van Holsteijn uit Gouda. ‘Nederlanders vinden hetnormaal om elkaar in werkgroepen feedback te geven en dat is men hier niet echtgewend. Maar goed, klassikaal onderwijs is natuurlijk ook een gevolg van mijnstudiekeuze: wie de taal goed wil kennen, moet woorden leren en karaktersstampen. Dat is lang niet eenvoudig. Ik volg bijvoorbeeld een cursus krantenlezenin het Chinees en dat lukt me echt nog niet. Dat klinkt misschien gek, maar deChinese taal kent een slordige zestigduizend karakters in plaats vanzesentwintig letters.’

Economie in opkomst

Je zou denken dat de universiteiten van China ook andere studenten weliets te bieden hebben. In de wereldwijde universiteitenranglijst van TimesHigher Education staan bijvoorbeeld zes Chinese universiteiten in de top 200.Beijing staat het hoogst genoteerd op nummer vijftig, hoger dan de Nederlandsetoppers.

Vooral voor businessstudenten lijkt het logisch om voor ten minste eenkort programma naar China af te reizen. Je hoort toch altijd zeggen dat deChinese economie in opkomst is en dat we onze blik op het oosten moetenrichten? Bovendien is Nederland momenteel een van de grootste buitenlandseinvesteerders in China: het Unilever-logo glimt iedereen tegemoet die landt opeen van de vliegvelden van Shanghai. Andere bedrijven als Philips, ING enABN-AMRO – in China ‘the Holland Bank’ – zijn er grote spelers en dat willen zezo houden. Zij zitten te springen om hoogopgeleiden die in elk geval weten hoein China zaken worden gedaan.

Taalbarrière

Toch zijn er buiten de taalstudenten maar weinig westerse studenten tevinden. Ook Nederlandse studenten wagen de sprong maar zelden. Misschien willenze geen Chinees leren en vrezen ze dat Chinezen slecht Engels spreken. Maarvolgens de Chinese universiteiten zelf is hun Engels prima. Neem de GuanghuaSchool of Management in Beijing, die bekend staat als de beste business schoolin Azië. ‘Ik begrijp best dat studenten aarzelen voor ze besluiten naar Chinate gaan’, zegt associate dean Xinzhong Xu in vlekkeloos Engels ‘Vandaar dat wevoor studenten van onze partneruniversiteiten een kort kennismakingsprogrammahebben ontwikkeld. Dan kunnen ze twee weken een kijkje nemen en proeven van onsEngelstalige onderwijs. Velen komen terug.’

Korte Engelstalige programma’s waarin basisgebruiken worden uitgelegden studenten op het enorme potentieel worden gewezen zijn al gemeengoed inChina. Steeds meer instellingen breiden ze uit, zodat ook studenten die nietzoveel ophebben met de Chinese taal wortel kunnen schieten in Shanghai enBeijing.

Draaikolk

Je kunt de universiteiten natuurlijk ook links laten liggen en alleenstagelopen in China. Dat is een avontuur op zich. Media & cultuurstudentRob Stravers van de Universiteit van Amsterdam loopt stage in Beijing bij deNederlandse producent Sierk Vojacek. Hij reisde naar China met deTranssiberië-express. Hij is het levende bewijs dat je je ook kunt reddenzonder een woord Chinees te spreken. ‘Ongetwijfeld ziet het er absurd uit, maarals ik in een supermarkt rundvlees wil kopen, ga ik vrolijk staan loeien. Jemoet wat. Binnen het stagebedrijf gaat het natuurlijk prima: ik heb een Nederlandsebaas en zijn medewerkers helpen me uitstekend.’

Stravers is onder de indruk van de ‘draaikolk’ die China is, en wilgraag langer blijven. Hij zoekt samen met een hoogleraar naar eenafstudeeronderwerp voor zijn bachelorscriptie. Maar eerst de stage: ‘Ik wildeeigenlijk meelopen in een van de producties, maar inmiddels is dat bijzaak: ikben vooral benieuwd naar hoe de Chinese media werken. Ik ben aan het goedeadres, want Sierk heeft veel ervaring: hij adviseert ook Europese bedrijven diehier zaken komen doen.’

Betaalbaar

Voor het geld hoef je een reis naar China niet te laten. Een groot deelvan de studenten krijgt een beurs: Nederland betaalt via de Nuffic een bedragvoor vervoer en boeken, China regelt het collegegeld en een kamer op de campus.Ook dat is even wennen: buitenlandse studenten hebben een kamer van twaalf totzestien vierkante meter, maar moeten die wel delen met een studiegenoot.

Voor Adriane van Houten (ook sinoloog, ook een beurs) was dat laatsteaanleiding om een plek te zoeken buiten de campus. ‘Zelfs al zou ik eenkamergenoot willen, dan kon het niet: ik speel namelijk viool en moetregelmatig oefenen.’ Wel maakt Van Houten veel gebruik van de faciliteiten vande campus van Beijing Language And Culture University, waar ze haar collegesvolgt: van eetzalen waar je voor een paar euro riant kunt dineren totbasketbalvelden die goed genoeg waren voor oefenende olympische teams. Zeklinkt erg enthousiast.

En dan is haar universiteit niet eens de grootste van Beijing: deBeijing University heeft met afstand de grootste campus van de stad, en iseigenlijk een gemeente op zich. Compleet met een prachtig park en eenmetershoge pagode. Studenten kunnen er met gemak het hele jaar doorbrengen,zonder iets te hebben meegekregen van Beijing.

Bijbaantje

Er zijn ook Nederlandse studenten die geen beurs willen of krijgen ende sprong naar China op eigen kosten wagen. ‘Met een begroting van tienduizendeuro lukt dat aardig’, zegt derdejaars sinologie Myrle de Swart. Toch was hetin het begin wel even slikken. ‘In de eerste weken ben je aan de lopende bandgeld aan het uitgeven: vliegtickets, boeken. Dat hakte er aardig in. Inmiddelsheb ik mijn draai gevonden en gaat het prima. Ik ben begin oktober zelfs meteen groep studenten op vakantie geweest. We zijn met paarden en kamelen door debinnenlanden van Mongolië getrokken. Die hele week op pad kostte 125 euro,inclusief eten en drinken.’

Bijbaantjes liggen niet voor het oprapen voor buitenlandse studenten.Formeel is bijbeunen zelfs verboden, want buitenlanders hebben – net als inNederland – een werkvergunning nodig. Toch wordt er flink bijverdiend doorinternationale studenten: veel Chinezen zijn naarstig op zoek naar een Engelssprekende student die hun kinderen bijles kan geven en betalen daar tot 100Yuan per uur voor, wat gelijk staat aan een tientje. In China is datbovenmodaal. Ook de Chinese filmindustrie weet de weg naar de campus te vinden:menige student figureerde de afgelopen jaren als ‘Amerikaan’.

Kortom, een paar maanden in China studeren is betaalbaar en levert veelop: kennis van een totaal andere cultuur, die de komende decennia steedsbelangrijker wordt. Daar komt nog bij dat het een schitterend land is. En enormgroot. Beijing bijvoorbeeld telt minimaal 18 miljoen zielen en is quaoppervlakte even groot als België. Toch is Beijing een gemoedelijke plek waarvan alles te beleven valt. Taxichauffeurs rijden hun passagiers voor eenhabbekrats de stad door. Behalve de onvermijdelijke trekpleisters als het Pleinvan de Hemelse Vrede en olympisch stadion het Vogelnest zijn er leukeuitgaansstraten en goede restaurants. Zelfs aan de tijdelijke student die demenukaart niet kan volgen is gedacht: westerlingen krijgen een plaatjesboekaangereikt en kunnen zodoende alsnog hun menu samenstellen.

Dus laat die businessstudenten maar eens naast de sinologen in hetvliegtuig stappen. En de filosofen. En de studenten antropologie. En demilieuspecialisten. Het zal ze vast geen kwaad doen.

KADER 1:

Waar zijn de volledigEngelstalige programma’s?

Internationale programma’s zijn er genoeg in China. Het hoofdinternationalisering van het ministerie van Onderwijs in Beijing overhandigtbuitenlands bezoek een boek met 350 pagina’s aan korte cursussen en volledigeonderwijsprogramma’s voor internationaal talent.

Langdurige, volledig Engelstalige programma’s zijn echter nog schaars.Naast de meeste opleidingen die toegankelijk zijn voor buitenlanders, looptmeestal een stevige, noodzakelijke cursus Chinees. Grote, gerenommeerdeuniversiteiten als Donghua University in Shanghai en Shandong University inJi’nan zouden met liefde volledig Engelstalige jaargangen opzetten. Maar daarmoet dan wel vraag naar zijn.

Shandong University houdt het daarom voorlopig op de kortlopendeprogramma’s. ‘Ieder jaar hebben we een korte Engelstalige cursussen, meestaleconomische’, zegt associate dean Jiang Suhua desgevraagd. ‘Maar op het momentdat er vraag naar is, kunnen we in een handomdraai overstappen op een Engelsprogramma van een jaar. Daarbij zal niemand het ons kwalijk nemen de we eenbasiscursus Chinees in het rooster opnemen.’

Fudan University in Shanghai pakt het anders aan. ‘Ons bestuur heefteen paar jaar terug besloten dat alle vakgroepen volledig Engelstaligeprogramma’s moesten opbouwen’, zegt professor Chun Ding, dieeindverantwoordelijke is voor het European Studies Centre van de instelling. ‘Alledisciplines hebben die nu ook, van sociale wetenschappen tot onze economischefaculteit. Dat maakt ons een aantrekkelijke partner voor de multinationals van Shanghai,en natuurlijk ook voor universiteiten in de hele wereld.’

Chun Ding is ook verantwoordelijk voor het Dutch Studies Center vanFudan. ‘We onderhouden binnen die groep niet alleen nauwe banden met deRijksuniversiteit Groningen of Philips, we doen ook onderzoek. Zo zijn we zeergeïnteresseerd in de manier waarop de gezondheidszorg in Nederland isgeorganiseerd, en onderzoeken we de Nederlandse milieuwetgeving. Met het oog opde toekomst van China zijn dat zeer belangrijke onderwerpen.’

Daar blijft het voor de Fudan Universiteit niet bij. ‘Via onze centrabrengen we in kaart wat er in de rest van China wordt gedaan aan samenwerkingmet Europa. Dat gaat van onderzoek van andere instellingen totsamenwerkingsverbanden met een Nederlandse hogeschool’, aldus Ding. ‘Binnenvijf jaar is deze universiteit uitgegroeid tot het Chinese kenniscentrum voorEuropa. En daar gaan alle betrokkenen hun voordeel mee doen.’

KADER 2:

Lessen in wederzijds begrip

Werken en zaken doen: in het verre oosten gaat het echt anders.Nederlanders vinden het gewoonlijk niet zo boeiend of hun handelspartners aardig zijn, maar in China is het vanlevensbelang.

Bedrijven moeten er geduldig zijn voor ze mooie resultaten boeken. Veleetentjes met tal van omzichtige bewegingen bij onderhandelingenzijn gebruikelijk. Snel concreet worden kan eigenlijk pas als iedereen elkaargoed kent. ‘En dat geldt echt voor alle niveaus’, zegt headhunter JoshuaSchrijvers. ‘ING is hier nu één van de grote spelers, maar de eerste vijf jaarverdiende de bank hier helemaal niets.’

Schrijvers werkt voor Talent&Pro, een bedrijf dat vooral Chinesehoogopgeleiden scout voor multinationals. ‘Eigenlijk zijn we alleengeïnteresseerd in mensen die na hun bachelor in China een masteropleiding inEuropa of de Verenigde Staten hebben gevolgd. Mensen die beide culturen kennen.Voor Europeanen die we bij een bank plaatsen, geldt in feite hetzelfde.’

Veel grote spelers hebben inmiddels een aardig netwerk waarbinnenalumni met Aziatische ervaring snel worden gerekruteerd. Grote en kleinerespelers worden via het ‘NANC’ netwerk een handje geholpen door Neso China.Honderden Chinese studenten die in Nederland hebben gestudeerd en Nederlandersdie een deel van hun opleiding in China hebben gevolgd, komen met regelmaat bijeenvoor netwerkbijeenkomsten. Dat de club succesvol zou zijn, was eigenlijk vantevoren te voorspellen: Nederland is na Duitsland de grootse EU-handelspartnervan China: alleen al in Shanghai zijn meer dan vierhonderd bedrijven actief.Wie de aanhoudende stroom van Hollandse hoogwaardigheidsbekleders richting hetverre Oosten ziet trekken – begin november was het de beurt aan ministerPlasterk met vertegenwoordigers van de universiteiten en hogescholen in zijngevolg – weet dat er van alles aan gedaan wordt om dat zo te houden.

‘Maar los van het feit dat je je carrière geen pijn doet als je hiergaat studeren, is het vooral de levenservaring die je voor altijd met jemeeneemt’, zegt consul-generaal Eric Verwaal in Shanghai. ‘Ik kwam hier in dejaren tachtig als 21-jarige en het heeft mijn hele levensvisie veranderd. Omdatalles hier totaal anders is. Iedere student die er voor kiest hier een tijdjete studeren, kan een bijdrage leveren aan het wederzijdse begrip. Wantnatuurlijk: bijna alles wat in de kranten over China staat, is waar. Maar hetis slechts een selectie. Voor een totaalplaatje moet je het echt zelf ervaren.’