Achtergrond

Rode kaart: veld ruimen!

Het bindend studieadvies (BSA) in het tweede jaar wordt afgeschaft binnen de hogeschool. Daardoor worden studenten een jaar na de propedeuse niet meer weggestuurd. De vrees bestaat dat studenten hierdoor propedeusevakken laten sloffen en er studievertraging ontstaat. Bij sommige faculteiten worden extra drempels opgeworpen om studenten te dwingen de propedeusevakken toch snel te halen na het eerste jaar.

Huidige eerstejaars en aankomende studenten kunnen opgelucht ademhalen. Het bindend studieadvies (BSA) in het tweede jaar van de studie behoort met ingang van het komend studiejaar tot het verleden. Voltijdstudenten krijgen voortaan alleen aan het eind van de propedeuse een groene of rode kaart.

De Wet Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek stelt dat het BSA uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving moet worden uitgebracht, dus direct na de propedeuse. Maar de wet laat ook ruimte voor advies na de propedeuse. Een verwarrende, want tegenstrijdige toevoeging. In een toelichting op de wet wordt duidelijk dat dit is bedoeld voor het deeltijdonderwijs en voor studenten die in de loop van het jaar met een studie beginnen (zoals februari-instromers).
Binnen de HU wordt deze regel echter op grote schaal aangegrepen om een bindend studieadvies te geven in zowel het eerste als het tweede jaar. Bij de faculteit Natuur en Techniek (FNT) bijvoorbeeld krijgen studenten aan het eind van het eerste jaar te horen dat ze moeten vertrekken als ze minder dan 42 studiepunten binnen hebben. Aan het eind van het tweede jaar dreigt uitsluiting als ze niet alle 60 punten van de propedeuse op zak hebben.
Voor studentendecanen van de hogeschool is dit een doorn in het oog. Zij dringen er al in 2006 bij het college van bestuur op aan, het BSA in het tweede jaar in de ban te doen en te beperken tot het eerste jaar. Daarvoor voeren zij tal van argumenten aan. Bij de ene opleiding of faculteit krijgt de student alleen aan het eind van het eerste jaar een bindend advies, terwijl studenten bij andere faculteiten ook na het tweede jaar mee worden geconfronteerd. Deze rechtsongelijkheid is ‘een onwenselijke situatie’, aldus de decanen. Daarbij dreigt de tweedejaars zich te concentreren op de te behalen propedeusevakken en laten ze de tweedejaarsvakken versloffen, wat weer kan leiden tot studievertraging. Ook is het ‘niet studentvriendelijk’ om studenten na twee jaar weg te sturen. Zij hebben immers een behoorlijke studieschuld opgelopen en er blijft te weinig recht op studiefinanciering over om een andere opleiding te gaan doen. ‘De student wordt hier onevenredig zwaar benadeeld.’

Het dringende advies van de decanen wordt serieus genomen. Het college van bestuur geeft de opdracht het bindend studieadvies bij de HU tegen het licht gehouden. Daaruit komt naar voren, dat het ‘merkwaardig en onwenselijk’ is, om studenten een jaar na de propedeuse opnieuw weg te kunnen sturen. Het. De wet geeft weliswaar de ruimte om dit te doen, maar zo concluderen de opstellers: de HU handelt hier niet ‘in de geest van de wet’.
Wel zijn argumenten te bedenken die pleiten voor handhaving van de situatie, zo staat in de notitie. Want het is denkbaar dat studenten in de loop van de studie nog steeds vakken uit het eerste jaar moeten halen. Met als gevolg stuwmeervorming, studievertraging en organisatorische rompslomp. ‘Maar het studieadvies is niet het geëigende middel om zulks te voorkomen. Het studieadvies handelt over de vraag of de student geschikt is voor de studie.’

Bij de faculteit Economie en Management (FEM) was is het bindend studieadvies in het tweede jaar vorig studiejaar al geschrapt. ‘We vinden dat we binnen een jaar moeten kunnen beoordelen of de studenten in staat zijn of ze de opleiding kunnen voltooien of niet. Daar heb je geen twee jaar voor nodig’, zegt Jaap van Voorst, directeur van het Institute for Business Administration en portefeuillehouder Onderwijs bij de faculteit. ‘Het is ook niet reëel om een student, die aan het eind van het tweede studiejaar een enkele propedeusecursus niet behaald heeft, wegens ongeschiktheid van de opleiding te verwijderen.’
De aanpassing van de BSA is geen aanleiding om de norm van het aantal te behalen punten in het eerste jaar aan te passen. Die slag is in 2004 gemaakt. Toen is het aantal studiepunten dat studenten in het eerste jaar minimaal moeten halen om door te mogen studeren verhoogd van 42 naar 48. Van Voorst: ‘De achterliggende gedachte is dat we in de propedeuse goed willen selecteren. We willen het niveau in het eerste jaar verhogen zodat de studenten het perspectief hebben dat ze de studie kunnen voltooien. Het geeft ook een signaal af dat de opleiding van een hoog niveau is.’

Lydia Liskamp, voorzitter van de Examencommissie facility management in Amersfoort (onderdeel van de FEM) vindt het spijtig dat de faculteit het bindend studieadvies in het tweede opleidingsjaar aan de wilgen heeft gehangen: ‘Met het BSA konden we halverwege het tweede jaar goed inschatten welke studenten de opleiding dreigden te moeten verlaten. De studenten zelf wisten dat ook en gingen als razende tekeer om hun propedeusevakken alsnog te halen. Sinds vorig jaar doen ze er niet zo veel moeite voor. De studenten zijn een groot deel van het tweede jaar op stage en dan kunnen we ze niet bij de kladden grijpen. En bij deelname aan de minor in het derde jaar staat dat de propedeuse gehaald moet zijn, maar er staan geen sancties op. Er zitten nu dus talloze studenten in het derde jaar die nog tentamens van eerstejaarscursussen moeten doen. Ze denken: “die doen we volgend jaar wel.” Maar dan hebben ze het ook druk. Dus moeten ze die vakken na het afstudeerproject afronden. We verwachten dan ook dat een grotere groep studenten dan in voorgaande jaren een half jaar langer met hun studie bezig is. Dit betekent dat het rendement van de opleiding omlaag gaat.’

De afschaffing van het BSA na het tweede jaar heeft bij sommige opleidingen geleid tot het instellen van maatregelen waardoor studenten gedwongen worden serieus werk te maken van de propedeusevakken, vertelt André Ras, lid van de Examencommissie van het Institute of Business Administration. Bij de opleidingen management, economie & recht en logistiek & economie moeten studenten die in het tweede jaar op stage willen in beginsel alle propedeusevakken hebben gehaald. En als studenten aan de thema’s in het derde en vierde jaar willen beginnen, moeten zij het eerste en tweede jaar afgerond te hebben. ‘Het lijkt alsof je vakken kunt laten versloffen, maar dat is niet zo. Je mag best wat vertraging oplopen in het eerste jaar, maar in het tweede jaar moet je alles af hebben. Er is een aantal eisen gesteld waaraan studenten moeten voldoen om de studie te kunnen vervolgen’, zegt Ras.
Die extra opgeworpen drempels bestaan niet overal bij de FEM. Bij commerciële economie en international business and languages zijn de regels niet aangescherpt, vertelt Eric Niesten, lid van de Examencommissie van het Institute for Marketing and Commerce. ‘Wel voeren studieloopbaanbegeleiders gesprekken met tweedejaars studenten waarbij de studieplanning en het inhalen van achterstallige propedeusevakken aan de orde komen.’

Binnen de Faculteit Natuur en Techniek wordt betreurd dat de tweedejaarsregeling is afgeschaft. ‘De propedeuse heeft niet alleen een selecterende werking, maar ook een aanjaagfunctie. Met het BSA in het tweede jaar konden we studenten onder druk zetten om binnen twee jaar de propedeuse te halen. Dat komt het rendement ten goede’, zegt George van Heerden, beleidsmedewerker bij de faculteit.
Een groep bestaande uit een clustermanager en andere medewerkers bekijkt of bepaalde regelingen binnen het Onderwijs en Examenreglement (OER) aangescherpt kunnen worden om zo de studenten te dwingen de eerstejaars vakken af te ronden. De opties die op tafel liggen zijn een verhoging van het aantal te behalen studiepunten, een verplichte voldoende voor de projecten, het goed afronden van de studieloopbaanbegeleiding en het versplicht stellen van een voldoende voor bepaalde vakken. Dat laatste is bij sommige opleidingen al gebruikelijk maar zou faculteitsbreed ingevoerd kunnen worden, aldus Van Heerden.

Lydia Liskamp van facility management ziet het BSA in het tweede jaar graag weer ingevoerd. ‘Absoluut’, zegt ze. ‘Het geeft rust in de tent, want iedereen heeft na het tweede jaar zijn propedeuse in zijn zak of heeft de opleiding verlaten.’

Kwart krijgt negatief advies
Alle bacheloropleidingen van de HU geven een bindend studieadvies (BSA) af. Vorig studiejaar ontvingen zo’n 2.500 studenten een negatief advies en moesten de opleiding vaarwel zeggen. Dat is bijna een kwart van de totale instroom.
Jasmin de Vos, eerstejaars maatschappelijk werk en dienstverlening, krijgt eind van dit jaar een positief studieadvies, verwacht ze. De studente vindt het een goed systeem, want van hbo-studenten mag je verwachten dat ze hun studiepunten halen. ‘Want anders kan elke randdebiel de studie halen, al doen ze er tien of vijftien jaar over’, zegt ze. Aan de studie mogen wat haar betreft eisen worden gesteld. ‘Als ik straks maatschappelijk werker ben, mogen cliënten verwachten dat ik hbo-niveau heb.’
Ferhan Kucukkose, derdejaars hbo-rechten, haalde de drempel twee jaar geleden. Met 54 studiepunten mocht hij door naar het tweede jaar, maar hij moest nog wel de tentamens maken van twee resterende vakken. Een haalde hij er in het tweede jaar, maar het tweede vak stelde hij uit tot het derde jaar. Daardoor kon hij nog niet op stage. ‘De stage doe ik in het vierde jaar, voor mijn afstuderen. Dat leidt tot een half jaar studievertraging’, meldt hij.

Studieadvies ter discussie
De personeelsfractie HU 2000+ in de centrale medezeggenschapsraad (CMR) is voor afschaffing van het bindend studieadvies (BSA), ook in het eerste jaar. In plaats daarvan moet het volstaan dat studenten een studieloopbaantraject met goed gevolg afleggen. Dit SLB-traject, waarbij onder meer de vorderingen tijdens de studie worden besproken, is dan een regulier onderdeel zijn van de studie en moet worden beloond met studiepunten. ‘Studenten weten hoe het met de ontwikkeling van de studie staat en kunnen zelf besluiten of ze op de goede plek zitten’, zegt Joost de Bruin van HU 2000+.
Een voorstel van die strekking werd eind november vorig jaar tijdens de vergadering van de CMR ingediend door de fractie. Ter tafel lag het plan van het college van bestuur om het BSA na het tweede jaar af te schaffen en te beperken tot aan het eind van de propedeuse. Een meerderheid van de CMR vond het plan voorlopig te ver gaan en besloot het collegevoorstel te bekrachtigen, met de aantekening dat er voorstellen komen voor een beter systeem van studieloopbaanbegeleiding. Dan kan het BSA ter discussie komen te staan.

Studiedagen en ‘concept battle’
De stafdienst Onderwijs en Onderzoek (O en O) organiseert samen met de verenigingen MUST en USVBO een studiedag over de studieloopbaanbegeleiding (SLB). Medio februari komen studenten (waaronder leden van de opleidingscommissies) bijeen om te bespreken welke ideeën hierover leven. Het gesprek vindt plaats op basis van inzendingen van studenten in het kader van de concept battle ‘Save our Student’. Hierin geven zij aan hoe hun ideale begeleiding er in hun ogen uitziet. De resultaten komen in het voorjaar aan de orde tijdens een tweede studiedag die O en O samen met de centrale medezeggenschapsraad (CMR) organiseert en waar ook studiebegeleiders, decanen en docenten aan deelnemen. De bijeenkomsten moeten duidelijk maken of en hoe beleidswijzigingen op het gebied van SLB nodig zijn.
Informatie: joyce.vankeulen@hu.nl