Achtergrond

SETJE 11

Pril geluk
Janine Kurink (18, tweedejaars international communication & media) en Frank Mijmeijer (19, eerstejaars commerciële economie) zijn nog maar net samen. ‘Hij moest officieel verkering aan mij vragen.’

Ontmoeting?
Zij: Op school zei ik al drie jaar ‘hoi’ en ‘doei’ tegen Frank. Ik had in die tijd al een vriendje. Toen dat uitging, zijn wij steeds dichter naar elkaar gegroeid. We gingen steeds vaker uit. Hij bracht me een paar keer thuis en toen zoenden we. Omdat ik net uit een langere relatie kwam, hebben we het een maand aangekeken. “Wil je voor de echt verkering met mij?” vroeg hij me twee weken geleden. Dat was zo lief dat ik wel ‘ja’ moest zeggen.
Hij: In die drie jaar had ze het grootste deel van de tijd een vriend. Ik heb me daar als real gentlemen niet mee bemoeid. De afgelopen anderhalve maand begonnen we steeds meer met elkaar te praten. Meestal stonden we bij haar huis, twee uur lang in de kou te praten. Daarna ging ik dan netjes naar huis. Ik denk dat ik het initiatief heb genomen. Spannend was dat. En tegelijkertijd was ik een beetje bang om afgewezen te worden. Dat is gelukkig niet gebeurd.
Leukste aan hem/haar:
Zij: Hij is erg vrolijk, spontaan en gezellig. Hij maakt me heel blij. Maar ik ben niet de enige die dat vind. Een vriendin van ons zei: “Janine, je mag best wat met Frank hebben, maar ik wil nog wel met hem knuffelen.” Ik ben niet bang dat die knuffels gevolgen zullen hebben. Mijn vorige vriendje was erg jaloers, dat stoorde me wel. Frank wisselt verder vrolijkheid en serieuzere buien goed af.
Hij: We kunnen heel goed met elkaar praten. En dan bedoel over de dingen die ertoe doen. Ze is spontaan en leuk, hoe standaard dat ook klinkt.
Duistere kanten?
Zij: Ik ben best actief. Hij is soms ook een beetje hyper. Samen stuiteren we dan door de kamer. Ik kan me voorstellen dat niet iedereen dat leuk vindt. Vroeger, toen ik zestien was, stelde ik me mijn ideale man voor. Frank lijkt daar echt veel op.
Hij: Dat weet ik nu nog niet. Dat moet nog komen.
Hoe is je schoonfamilie?
Zij: Dat zijn hele aardige mensen. Ze stelden direct vragen over mijn opleiding en toonden echt interesse.
Hij: Omdat we allebei nog thuis wonen, hebben we elkaar ouders al ontmoet. Niks mis mee. Onze ouders hebben elkaar nog niet ontmoet, daar is de relatie misschien nog te pril voor.
Toekomst?
Zij: Het is leuk zolang het leuk is. Ik ga volgend jaar voor mijn studie op stage naar het buitenland. Hij moet tegen die tijd ook op stage. We zien wel.
Hij: Ik leef van dag tot dag dus daar durf ik nog niet zoveel over te zeggen. Ik wil sowieso verder met haar, anders was ik er niet aan begonnen.
Jan Willem Groen