Achtergrond

SETJE 6

Paul Scholtemeijer (20) vierdejaars bedrijfseconomie en Suzette Matthijsse (19) eerstejaars psychologie, zijn al drieënhalf jaar een setje. ‘Ik dacht, laat ik de eerste stap maar zetten, anders gebeurt er nooit wat.’

Ontmoeting?
Zij: Op een hockeyfeest stond hij met een vriend van mij te praten. Een mooi excuus om hem aan te spreken. Ik vond het een leuke jongen en dacht: ‘Ik zet gewoon de eerste stap, anders gebeurt er nooit wat’.
Hij: We zaten bij elkaar op de middelbare school dus ik kende haar al van gezicht. Ze stapte op mij af op een hockeyfeestje en feliciteerde me met mijn kampioenschap.
Vonk?
Zij: Gelijk die eerste avond. We hebben de hele avond zitten kletsen en voordat ik naar huis ging, nodigde hij me uit voor zijn verjaardagsfeest een paar dagen later. In de tussentijd hebben we heel veel ge-smst en gebeld.
Hij: Die vonk was er gelijk al, ze is precies het soort meisje waar ik op val; intelligent, blond haar en een mooie lach. Op mijn verjaardag hebben we voor het eerst gezoend. Eigenlijk was het meteen aan.
Leukste aan hem/haar?
Zij: Zijn ambitie bewonder ik. Hij is fanatiek, als hij iets in zijn hoofd heeft, krijg je het er niet uit. Verder deelt hij mijn interesses en hobby’s. We houden allebei van gezelligheid, gaan vaak samen naar een feestje, uit eten of naar de bioscoop.
Hij: Ze is intelligent en erg gedreven, ze wil altijd het maximale eruit halen. Ik houd van de manier waarop ze tegen dingen aankijkt; niet complex en altijd vrolijk.
Irritatie?
Zij: Een beetje dubbel maar dat fanatieke kan ook omslaan in irritante koppigheid. Verder zegt hij altijd dat ik heel rommelig ben maar dat is hij zelf ook. Maar ik stoor me niet snel aan dingen eigenlijk, misschien zijn we daarom al zo lang bij elkaar.
Hij: Ze is een ontzettende rommelkont. Op haar kamer kan je de vloer niet meer zien, overal liggen spullen. En als ze iets moet regelen voor ons samen doet ze dat altijd op het laatste moment. Terwijl ze voor school alles op tijd doet.
Raarste seksplek?
Zij: Dat is iets tussen ons, ik geef er liever geen antwoord op.
Hij: Dat wil ik voor mezelf houden. Ik zou het trouwens sowieso niet zo één, twee, drie weten.
Toekomst?
Zij: Het gaat hartstikke goed tussen ons. Ik wil verder met hem en misschien wel trouwen.
Hij: We hebben het er wel eens over hoe het zal gaan als ik afgestudeerd ben. Of we dan op kamers gaan of misschien zullen samenwonen, maar we zijn er nog niet uit. Later wil ik ook kinderen met haar krijgen.
Carolien Zwart