‘Ik vertel hem alles wat ik doe.’ Els van Keeken (58) en Peter Kers (53) bemannen al sinds 1997 samen de receptie op de faculteit Maatschappij en Recht.
Ontmoeting?
P: ‘We zijn hier tegelijkertijd begonnen. De eerste dag heeft Els me geholpen om alle telefoonnummers van de medewerkers uit mijn hoofd te leren. Ik ben blind dus ik kan ze niet zo makkelijk opzoeken.’
E: ‘Eigenlijk kennen we elkaar al langer, zo’n vier jaar. Maar dat was telefonisch. De eerste dag heb ik Peter geholpen met alle telefoonnummers. Maar dat was geen probleem, hij heeft echt een gigantisch goed geheugen en pikte alles heel snel op.’
Klik?
P: ‘We klikken heel goed samen. We doen samen de receptie en de telefoon, dus als Els aan het bellen is help ik de mensen aan de balie en omgekeerd.’
E: ‘Het gaat heel erg leuk samen. Al zit Peter doordat hij blind is wel meer in zijn eigen wereld. Hij maakt dingen anders mee. Maar als ik iets zie wat ik wil delen zeg ik altijd tegen Peet: “Ik zou willen dat je dit nu kan zien.”’
Humor?
P: ‘Voor zover ik me nu kan herinneren heeft Els me nooit echt voor de gek gehouden. We kunnen natuurlijk ook niet van alles uithalen, daarvoor zitten we teveel in het zicht.’
E: ’Er worden hier genoeg grappen gemaakt. Zo was ik bijvoorbeeld naar de kapper geweest en dan zeggen mijn andere collega’s dat tegen Peter. Dan komt ie binnen en zegt hij: “Goh ben je naar de kapper geweest? Wanneer gaan ze het afmaken?”.’
Eigenaardigheden?
P: ‘Els is wel een beetje druk, gezellig druk. Ze kletst veel en ze doet van alles.’
E: ’Die vind ik moeilijk. Alles hier is zo gestructureerd. Zo heeft alles zijn vaste plek. Misschien is dat een beetje eigenaardig, maar wel noodzakelijk.’
Slechtste eigenschap?
P: ‘Die heeft ze niet. En als ze die wel had zou ik hem mooi niet vertellen.’
E: ’Misschien is zijn slechtste eigenschap dat hij rookt. Erger is het volgens mij niet.’
Beste eigenschap?
P: ‘Els is heel behulpzaam naar de klant toe. Ze zoekt alles meteen uit en loopt met ze mee.’
E: ‘Hij kan blind de weg wijzen aan de mensen. Al wijst hij wel eens net de verkeerde kant op. Maar dan wijs ik de klant de goede kant op zonder dat Peter het ziet.’
Toekomst?
P: ‘Geen idee. Straks met pensioen? Els hoeft iets minder lang dan ik. Dan ga ik haar ook niet meer zien. We wonen daarvoor te ver uit elkaar.’
E: ‘Misschien gaat er iets veranderen aangezien ze bezig zijn met interne veranderingen, maar we zijn nog nergens van op de hoogte. Ik zou het wel jammer vinden als we niet meer samen werken.’