Columns

Harakiri

Gisteren heb ik een geschiedenisles gegeven aan leerlingen van groep acht van de basisschool Bommelstein in Almere-Buiten. Het onderwerp was de wederopbouw na WO II. Ik begon met nog even een herhaling van punten uit mijn vorige les en wat vragen aan de klas. Daarna kwamen we bij de exodus van de joden naar Israel, de politionele acties in Nederlands-Indië, het latere Indonesië, de KNIL. En toen kwam ik met de lastige vergelijking NSB’ers die heulden met de vijand en Molukkers. Vandaar op wat een terrorist wordt genoemd, soms door anderen gezien wordt als een vrijheidsstrijder, met een verwijzing naar Syrië.

Daarna kwamen de DDR en de BRD aan de orde, die gescheiden werden door het IJzeren Gordijn, de Koude Oorlog. En weer refereerde ik aan het heden, aan de muur die de Israëliërs gebouwd hebben in Palestijns gebied. Een sprongetje terug maakte ik naar Japan, waar de militairen alles deden wat keizer Hirohito hen beval te doen. De atoombom. En ik deed voor wat harakiri is en waarom dat gedaan werd.
Ik had nog een toetje taal in petto: waarom schrijf je zo koloniën en zo brasserieën? Een spellingsregel die de meesten niet kenden. De volgende dag bleek dat van mijn les het verhaal rond harakiri het meeste indruk had gemaakt.