Op deze Blue Monday staan we stil bij de vraag hoe je iemand kunt helpen die een depressie heeft. Joris Groenendijk is coach en weet wat je het beste (niet) kunt doen.
Büsra vroeg studenten: wat doen jullie bij mentale klachten?
Eerst wat cijfers, want de treurigstemmende statistieken vliegen je om de oren, zeker gedurende de winter. Zo slikken 1,2 miljoen mensen antidepressiva (meer dan ooit) en leed in het afgelopen jaar ruim 5 procent van de Nederlanders aan een depressie. Jongeren lijken daarbij de meest kwetsbare groep. Bij hun ligt het percentage op 12 procent. En dan zijn er nog de mensen met depressieve klachten: uit onlangs verschenen onderzoek onder ruim 850 HU-studenten blijkt dat 47 procent daarmee kampt.
Goede kans dus dat iemand dicht bij jou hiermee te maken heeft. Wat kun jij daar als partner, als vriendin, of als klasgenoot aan doen? Groenendijk is als psycholoog verbonden aan de HU en heeft vijf adviezen:
- Wees belangstellend.
Blijf regelmatig maar niet overmatig contact houden. Een simpel appje met de vraag: ‘hoe gaat ‘t met je?’ doet de ander vaak al goed. Blijf die interesse in de ander tonen. En wees je bewust van het feit dat het lastig kan zijn om dat vol te houden als de ander niet reageert. - Stel je verwachtingspatroon bij.
Mensen met een depressie zijn veelal nergens in geïnteresseerd. Dit is onderdeel van de aandoening. Je kunt het gevoel krijgen dat je alleen maar geeft en er niets voor terug krijgt. Dat kan aanvoelen als een one way street. Accepteer dit. Als de depressie over is, zal dit veranderen. - Luister naar de ander, maar oordeel niet.
Stop mensen niet in een hokje. Als je een depressie hebt, schaam je je vaak voor je gedachten, voor je zogenaamde anders zijn. Leg uit dat die gedachten bij de depressie horen, maar dat zij de gedachten niet ‘zijn’. Je bent je gedachten niet, je hebt ze. - Mag ik je (g)een advies geven?
Wees voorzichtig met ongetwijfeld goedbedoelde adviezen. Degene met een depressie weet zelf ook wel wat hij of zij moet doen, maar door de ziekte lukt het niet. Als je weinig zelfvertrouwen hebt, klinken adviezen vaak als een verwijt. Daarnaast geven we advies vaak omdat we een goed gevoel willen hebben over onszelf, voor onszelf. Geef dus geen advies, maar vraag in plaats daarvan hoe je jouw naaste kunt helpen. - Waar kan ik je mee helpen?
De gewone dagelijkse dingetjes kunnen al te veel zijn voor iemand met een depressie. Afwas stapelt zich op, het huishouden versloft, eten wordt niet meer gekookt, het eten zelf is immers al een uitdaging. Je eerste reactie kan zijn om die afwas even weg te werken. Doe dat niet. Neem het leven van de ander niet over, vraag waar je hem of haar mee kunt helpen. Misschien kun je het samen doen. Zoals samen naar buiten gaan. Regelmatig buiten bewegen (ook al is het maar tien minuten) verkleint het risico op een depressie.
Naast deze tips wijst Groenendijk ook nog op je rol als ‘maatje’. Daarbij kun je namelijk ongewild jezelf uit het oog verliezen. Zorg daarom vooral ook goed voor jezelf en geef je grenzen aan, zo luidt zijn advies. Je eigen leven gaat ondanks de depressie van je dierbare door. Zoek (professionele) hulp als je zelf vastloopt. Heeft de ander geen hulp, leg dan uit dat dit belangrijk is. Je bent zelf geen professionele hulpverlener.
Nog een laatste advies van Groenendijk: als je merkt dat iemand bezig is met zelfdoding, praat hier dan over met hem of haar. Wijs ze op bijvoorbeeld de Depressielijn, de hulptelefoon van de Depressievereniging (088-5054334) of op 113 Zelfmoordpreventie (0800-0113). Bespreek het daarnaast ook met je (één van) jouw dierbaren, huisarts of met de hulpverlener van degene met een depressie. Ook hier geldt: je kunt pas goed voor een ander zorgen als je er eerst voor jezelf bent.
Joris Groenendijk is psycholoog en bedrijfskundige, en als coach verbonden aan Hogeschool Utrecht. In die hoedanigheid begeleidt hij regelmatig medewerkers van de HU.