Onderwijsminister Jet Bussemaker ziet de gevolgen van het afschaffen van de ov-studentenkaart minder somber in dan de vervoermaatschappijen in een recent rapport schetsen. Dat antwoordt ze op Kamervragen van Groenlinks.
Als studenten hun ov-jaarkaart kwijtraken, gaan ze gemiddeld meer dan duizend euro per jaar aan reiskosten betalen, explodeert het kamertekort in studentensteden en zal het openbaar vervoer voor iedereen slechter worden. Dat beeld schetsten twee onderzoeksbureaus (Panteia en Significance) deze week in een rapport dat zij in opdracht van vervoersmaatschappijen schreven.
Maar het rapport gaat er in de berekeningen vanuit dat de hele reisvoorziening voor studenten wordt afgeschaft. En dat klopt volgens Bussemaker niet: 'De berekeningen in het rapport van Panteia en Significance zijn echter gebaseerd op de aanname dat de huidige reisvoorziening wordt afgeschaft en er geen andere voorziening voor in de plaats komt. Dit terwijl het nadrukkelijke streven van het kabinet is om wél een alternatief vervoersarrangement voor studenten vorm te geven. De (financiële) effecten voor studenten zullen dan aanmerkelijk kleiner zijn', schrijft de minister.
Ze vindt de in het rapport genoemde effecten 'voorbarig' en wijst op mogelijke voordelen van het veranderen van de ov-kaart voor studenten. Zo zouden er meer jongeren gaan fietsen en wordt het in de spits naar verwachting minder druk. 'Middelen die nu worden gereserveerd voor investeringen in materieel kunnen dan anders worden besteed, bijvoorbeeld aan veiligheid en comfort, wat uiteindelijk zou kunnen resulteren in groei op het spoor.'