Als de aanvullende beurs wordt afgeschaft voor studenten met weigerachtige of onvindbare ouders, dan heeft dat volgens minister Bussemaker 'pijnlijke consequenties voor een kwetsbare doelgroep'.
Dat schrijft ze in antwoord op Kamervragen van de Socialistische Partij. Die wilde weten wat er moet gebeuren met studenten die geen steun krijgen van hun ouders. De vragenstellers stuurden ter illustratie een brief mee van een meisje dat geen contact heeft met haar vader, omdat die haar moeder heeft vermoord.
De SP stelde de vragen alsof de regeling voor studenten met weigerachtige of onvindbare ouders al is afgeschaft, maar dat is niet zo. Het kabinet is dat wel van plan, maar moet nog met een voorstel komen.
Er maken nu zo’n 17.500 studenten gebruik van de regeling, aldus Bussemaker. Ze moeten met verklaringen van hun ouders of van bijvoorbeeld hun decaan aantonen dat het conflict het contact werkelijk verhindert.
Zoals ze al eerder heeft gezegd onderzoekt Bussemaker of er voor bepaalde groepen studenten een hardheidsclausule nodig is. Maar ook als ze geen uitzonderingen maakt en de regeling helemaal schrapt, is er volgens haar geen groot probleem. Het hoger onderwijs blijft 'in algemene zin toegankelijk doordat het altijd mogelijk is om bij te lenen'.
Eerder lieten D66 en regeringspartij PvdA al weten dat er linksom of rechtsom een oplossing moet komen voor deze studenten, al stemden ze tegen een eerste motie die daarvoor kon zorgen.