Het aantal eerstejaars aan de HU is nagenoeg gelijk gebleven: 12.428. Dat is 1 procent minder dan vorig studiejaar. De definitieve cijfers werden vandaag gepubliceerd door de Vereniging van Hogescholen. Pabo stiet verpleegkunde van de troon.
In omvang staat Hogeschool Utrecht nog steeds op nummer drie in Nederland, met ruim 38 duizend studenten. Hogeschool van Amsterdam behoudt zijn plaats aan de top met 44 duizend hbo’ers. Nummer twee, Fontys (vooral Brabant en Limburg), telt krap 40 duizend studenten. Hogeschool Rotterdam staat op nummer vier, ook met ruim 38 duizend.
De pabo is gegroeid
Landelijk verreweg het opvallendste nieuws is dat de pabo is gegroeid. Ook de opleidingen verpleegkunde veerden op, na een jarenlange neergang , maar met 5.600 eerstejaars zijn ze met net iets minder dan de pabo. Die groeide ten opzichte van vorig jaar met 8,9 procent naar ruim 5.800. Volgens Maurice Limmen, voorzitter van de Vereniging Hogescholen, ‘een uitzonderlijke score’.
Gezien het lerarentekort is die stijging goed nieuws. Limmen denkt dat het komt door de pogingen van hogescholen om de pabo’s verleidelijk te maken. Zij-instromers hoeven bijvoorbeeld niet meer over te doen wat ze al kunnen. ‘Als je wiskunde hebt gestudeerd, hoef je bij ons niet nog eens te leren rekenen.’
Zingeving en imago spelen ook, vindt Karin van Weegen, voorzitter van het Landelijk Overleg Lerarenopleiding Basisonderwijs. ‘Vroeger vond men de pabo tuttig, het was vooral voor als je iets leuks met kinderen wilde doen. Nu hebben meer mensen het idee: ik wil ook een verschil maken, iets doen wat maatschappelijk relevant is. Er zit een ander soort drijfveer achter.’
Pabo aan de HU
Ook collegevoorzitter Wilma Scholte op Reimer van de HU lijkt tevreden over de aanpak van de HU om het beroep van leraar basisonderwijs aantrekkelijker te maken: ‘Die lijkt, gezien de groei die onze pabo-opleiding kent, haar vruchten af werpen. Ik hoop dat we deze trend kunnen vasthouden, ondanks de door het kabinet voorgenomen bezuinigingen op het hoger onderwijs en het wetsvoorstel om de Pabo op te splitsen in twee opleidingen.’ Een ‘heel slecht idee’, noemde ook pabo-directeur Carla Luycx dit eerder in een interview met Trajectum.
Toegegeven: vorige jaren groeide het aantal pabo-studenten ook al. Sterker nog: het aantal zij-instromers in het onderwijs verdubbelde in vijf jaar. En toch nam het lerarentekort alleen maar toe. In het werkende leven gaat het mis. Ongeveer 20 procent van de startende docenten verlaat na vijf jaar het onderwijs, oplopend tot 25 procent.
Hogescholen op een rij
Het aantal eerstejaars die een bachelor aan een hogeschool gaan doen steeg met 0,2 procent. Bijna niets dus. De instroom van de associate degrees steeg met 3,2 procent wat meer, maar beduidend minder dan voorgaande jaren. De instroom in de hbo-masters groeide wel behoorlijk: met 5,9 procent.
Per hogeschool zijn er flinke verschillen zichtbaar. De HU had een minnetje van 1 procent. Leiden en Amsterdam zagen hun instroom juist met 5 procent toenemen. De Christelijke Hogeschool Ede kwam tot een winst van maar liefst 8,3 procent. Andere verloren juist terrein. Inholland (min 8,2 procent) en de Hanzehogeschool Groningen (min 4,7 procent) vangen de hardste klappen op. Avans en de Bredase hogeschool Buas trokken ongeveer vier procent minder eerstejaars.
Verpleegkunde en Techniek
Hoewel Verpleegkunde dus niet meer de grootste is, was daar wel groei te zien. Het aantal landelijke eerstejaars verpleegkundestudenten daalde de afgelopen jaren flink, maar dit jaar steeg het aantal inschrijvingen met 3,1 procent. Limmen daar ook weer over: ‘Het past bij de tijdgeest, waarin zingeving belangrijker wordt. Mensen vragen zich af, als ze naar hun werk gaan: waar doe ik het voor?’
Zorg- en onderwijsopleidingen vormen overigens samen een kwart van het hbo. Veruit het grootst is de sector economie, waar meer dan één op de drie hbo-studenten bij ingeschreven staat.
Studenten uit het buitenland
Het aantal hbo-studenten uit het buitenland nam af, met 4,5 procent. Dat geldt zowel voor Europese als niet-Europese studenten.
De Vereniging Hogescholen wil dat het hbo wordt uitgezonderd van het beleid tegen de verengelsing van het hoger onderwijs. Ze vinden de maatregel van het kabinet, om de internationalisering ‘in balans’ te brengen niet nodig voor hogescholen. Die hadden toch al weinig internationale studenten, is het argument.
Van Hogeschool Utrecht zegt instituutsdirecteur Martine Overdijk-Kerkhoff over de Engelstalige opleidingen aan de HU. ‘Die bieden zowel nationale als internationale studenten een verrijkende leerervaring.’ Zij werkt bij het Instituut van International Business en noemt Utrecht Europa’s meest competitieve regio. ‘Om dat te blijven, hebben we die internationale blik nodig.’