Achtergrond

Coverstory: Roerige tijden

Studenten moeten de barricaden op, zegt de ene studentenleider. Ze moeten vooral meepraten, zegt de ander. Maar over één ding zijn ze het eens: het wordt een spannend jaar voor het hoger onderwijs. Een dubbelinterview in roerige tijden.

Het rommelt aan universiteiten en hogescholen, alleen al doordat er steeds meer studenten komen en de overheid moet bezuinigen. Wie weet wordt de basisbeurs afgeschaft en vervangen door een lening. Bovendien staat het hele systeem van hbo en wetenschappelijk onderwijs ter discussie.

Middenin het politieke gewoel staan de twee grote studentenorganisaties: de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). Hun standpunten verschillen niet bijzonder veel, maar hun aanpak wel.

‘Als het ISO niet wil opkomen voor studentenbelangen, waarom heffen ze zich dan niet op?’, tikte LSVb-voorzitter Gerard Oosterwijk onlangs op Twitter. Zijn ISO-collega Henno van Horssen had het nog niet gezien, maar samen lachen ze erom en drinken hun cappuccino.

‘Vanavond ga ik voor een zaal vol protesterende studenten spreken’, zegt Oosterwijk. Hij doet graag mee met de acties van studenten die aan verschillende universiteiten collegezalen bezetten. Hij is blij dat studenten in geweer komen tegen de dreigende bezuinigingen op hoger onderwijs.

Het ISO niet. ‘Het is te vroeg om de spandoeken uit te rollen’, zegt Van Horssen. ‘Het ISO is altijd al wat terughoudender met actievoeren. Eerst eens kijken wat de voorstellen zijn en zoveel mogelijk in gesprek proberen te blijven, daarna kunnen we altijd nog tot protest oproepen. We zijn blij met het geluid, maar niet met het actiemiddel. Wij richten onze pijlen liever op het overleg.’


Gerard Oosterwijk

Oosterwijk kan zijn ergernis maar nauwelijks onderdrukken. ‘Dit is juist hét moment om van ons te laten horen. Die bezuinigingscommissies gaan straks in één keer een hele bak ellende over het land uitstorten. Alle bezuinigingsvoorstellen komen tegelijkertijd en dan is het hele land in rep en roer; zie er dan maar eens tussen te komen. We moeten nu stampij maken, al is het maar om de gewone student te bereiken. Als je dat straks pas doet, duurt het nog twee maanden voor ze doorhebben wat er allemaal dreigt te gebeuren.’


Henno van Horssen

Eén misverstand willen ze graag uit de wereld helpen: de basisbeurs is niet heilig. Van Horssen: ‘Het hoger onderwijs moet toegankelijk blijven. Daar toetsen we alle plannen aan. Er valt altijd met ons te praten over een ander stelsel voor de studiefinanciering.’

Ook de LSVb hecht niet zo sterk aan de basisbeurs, zegt Oosterwijk. ‘Als er bijvoorbeeld een studietax komt, waarbij rijke afgestudeerden meer terugbetalen dan armere afgestudeerden, dan willen we daar best naar kijken. We vragen het studenten ook in de enquête op www.wiljijstufi.nl. De LSVb is niet officieel voor de studietax, maar we wuiven die ook niet weg.’

Waarom waren ze dan zo boos toen de voorzitter van de universiteitenvereniging, Sijbolt Noorda, voor het afschaffen van de studiebeurs pleitte? ‘Omdat hij al bij voorbaat geld weggaf’, zegt Oosterwijk. ‘Als de basisbeurs wordt vervangen door een sociaal leenstelsel, dan willen we dat elke euro weer in het onderwijs wordt geïnvesteerd. Sterker nog, er zou nog extra geld bij moeten. Noorda stelde voor om de winst deels te gebruiken voor het verkleinen van de staatsschuld. Dat was dom van hem. Ik heb hem die ochtend gebeld om hem dat te vertellen.’

Geen verrassing dat Van Horssen hem bijvalt. ‘Als andere landen investeren, dan raken wij achterop. Daar tonen ze wel daadkracht en hier niet. Willen we een roadmap to excellence of een roadmap to average?’

‘Studenten moeten in opstand komen’, doet Oosterwijk er nog een schepje bovenop. ‘Ik durf er niet op te vertrouwen dat de politieke elite straks zegt: nu begrijpen we het, nu gaan we naar jullie luisteren. Er moet een fundamenteel ander beleid in het hoger onderwijs komen. Studenten worden te weinig uitgedaagd. Natuurlijk kun je zelf de uitdaging opzoeken; dat heb ik ook gedaan. Maar tegenwoordig gaat de helft van alle jongeren studeren. Werkt het onderwijs voor de massa? Volgens mij niet.’

Allereerst moeten er meer docenten komen, vinden ze allebei, ‘zodat studenten meer persoonlijke begeleiding krijgen’. Verder willen ze van de ‘glossy folders’ af. ‘Een student moet verantwoordelijkheid kunnen nemen voor zijn eigen studiekeuze’, zegt Oosterwijk. ‘Je mag toch verwachten dat universiteiten gewoon informatie beschikbaar stellen over de hoeveelheid docenten en medewerkers per opleiding? Dat weigeren ze. Maar ze werven wel studenten met reclamefolders en praten over selectie aan de poort’, aldus Oosterwijk. ‘Studenten zouden de beste opleidingen moeten kunnen kiezen, maar krijgen nu veel te weinig gegevens.’

‘Schaf de helft van alle studienamen af’, oppert Van Horssen. ‘Dat verandert helemaal niets aan de opleidingen, maar dwingt de instellingen om helderheid te verschaffen. Wat bieden ze nou eigenlijk aan? En waar willen ze goed in zijn? Je moet ook – net als bij een date – een paar keer met elkaar praten om te weten of je met elkaar verder wilt: intakegesprekken zijn belangrijk.’

Ondanks hun kritiek blijft het aantal betrokken studenten betrekkelijk klein – terwijl er volgens de jongste tellingen 636 duizend staan ingeschreven. Dat is een enorme groep, maar die blijft verrassend lethargisch. ‘Het is een cultuur die we moeten doorbreken’, meent Oosterwijk. ‘We werken er hard aan, want studenten moeten het niet langer pikken. De onvrede is er wel. Dat zie je ook aan het aantal PVV-stemmers. Wij moeten als studenten een creatieve manier vinden om die onvrede te mobiliseren.’

‘Het wordt een belangrijk jaar’, voegt Van Horssen daar aan toe. ‘Wij krijgen de staatsschuld op onze nek. Alles wordt afgewenteld op onze generatie.’

Zien ze heil in een herziening van het hogeronderwijsstelsel, waar Plasterk over nadenkt? ‘Er is iets stuk, maar dat is niet het stelsel zelf’, zegt Oosterwijk. ‘Er is vooral te weinig begeleiding. Er zijn te weinig docenten. Soms heb je een professor nodig die tegenover je zit en zegt: je paper is niet goed, je hebt een 5,5.’

‘Het probleem zit niet in het stelsel, maar in de uitvoering’, vindt ook Van Horssen. ‘Waarom zijn er geen vijfjarige en driejarige hbo-opleidingen? Waarom moet een mbo’er ook voor zijn hbo-opleiding stagelopen, als hij op het mbo al zoveel stage heeft gelopen?’

Ze zijn jong en stappen voor het eerst de politieke wereld in. Hoe is dat? ‘Onwijs uitdagend’, lacht Van Horssen. ‘We hebben net de koningin ontmoet. We komen op Plasterks kamer, praten met bestuurders, ambtenaren, HBO-raad, VSNU, kamerleden… Er gaan deuren open waarvan je nooit had gedacht dat ze open zouden gaan.’

‘Ik til er niet zo zwaar aan’, relativeert Oosterwijk. ‘Ik ben best hard tegen ze als dat moet. Soms is het lastig dat Plasterk zo’n aardige man is, want politiek gezien zou ik hem het liefst helemaal kapotmaken. Van het hele kabinet kan uitgerekend hij extra investeringen in deze tijd het best verdedigen, misschien samen met zijn collega van milieu. Dat hij geen extra middelen weet te bevechten, mag je hem kwalijk nemen.’

Een uur voor dit interview heeft de Eerste Kamer ingestemd met de nieuwe wet op het hoger onderwijs. Daar hebben de studenten zich hard tegen verzet vanwege het hogere collegegeld voor dubbelstudenten. Bovendien is de student-assessor in het bestuur van universiteiten alsnog van de baan. Betreuren ze dat?

Niet echt. ‘Voor 95 procent is het een goede wet’, zegt Van Horssen. ‘Want de medezeggenschap wordt versterkt. Bovendien hebben we het lagere collegegeld de komende jaren veilig gesteld voor dubbelstudenten die hun tweede studie willen afmaken.’ ‘We domineerden het debat’, vult Oosterwijk aan. ‘We hebben gevochten als leeuwen en het maximale eruit gehaald. We hebben in ieder geval op de korte termijn winst geboekt.’ Nu de lange termijn nog.

[KADER:]

OPVOLGERS GEZOCHT

LSVb en ISO zoeken nieuwe bestuursleden. Die krijgen de kans zichzelf de geschiedenisboeken in te schrijven, menen Gerard Oosterwijk en Henno van Horssen: ‘Er komt een spannende herfst aan. Je kunt voor iets tofs tekenen.’
Zwaar werk, waarschuwen ze, maar ze kunnen het iedereen aanraden. ‘We hopen ook outsiders aan te trekken’, zegt Oosterwijk van de LSVb. ‘Je hoeft niet in allerlei raden te hebben gezeten om te solliciteren. Maar één ding moet ik er wel bij zeggen: er zullen meer mensen zijn die het willen dan mensen die het kunnen. Het is grotemensenwerk. Je werkt al snel zestig, zeventig uur in de week.’
Voor studievertraging hoeft niemand bang te zijn: de bestuursleden krijgen een beurs van het ministerie van OCW.