Achtergrond

De B.V. IK

Wie geboren is na 1986 hoort bij De Grenzeloze Generatie en is dus een verwende, über-individualistische prins of prinses. Maar deze generatie is ook  mondig, ambitieus en ondernemend. Nu moeten ‘de grenzelozen’ aan het werk. Als dat maar goed gaat…

De twintigers van nu zijn opgegroeid met 9/11, de moord op Pim Fortuyn, globalisering en oneindige digitale mogelijkheden. Groot geworden in een tijd waarin de ‘jeugdcultuur’ definitief mainstream is in plaats van subcultuur. Verzorgd door ouders die liever hun vriend zijn dan hun opvoeder, in een omgeving waar ‘alles’ kan en mag. Deze generatie zoekt nu naar kwaliteit van leven. Resultaat: een jongere die denkt dat de wereld om hem draait. Deze über-individualistische prinsen en prinsessen komen zo langzamerhand de arbeidsmarkt op. En dat gaat niet onopgemerkt. Want werkgevers zijn niet gewend dat de jongste bediende al noten op zijn zang heeft.

Frits Spangenberg (1948, protestgeneratie), bedenker van het begrip ‘Grenzeloze generatie’en directeur van onderzoeksbureau Motivaction deed onderzoek naar deze generatie en schrijft daarover in het boek De Grenzeloze Generatie en de onstuitbare opmars van de B.V. Ik. Hij legt de kloof tussen werkgevers en werknemers uit: ‘Werkgevers zijn over het algemeen veertigers en vijftigers. In hun werk is altijd zeer belangrijk geweest: doe wat je gezegd wordt. Maak eerst je werk af. Zulke opvattingen zitten in het DNA van de organisaties waarvoor ze al lange tijd werken. En daar komt nu de jongere generatie binnen. Ambitieuze jongeren, ondernemend, oplossingsgericht, breed inzetbaar. Maar ook: kritisch terwijl ze soms hun eigen werk niet af hebben. Minder gedisciplineerd, met hoge verwachtingen over zelfontplooiing en daar vragen ze ook veel sturing voor. Een concreet voorbeeld: een jonge werknemer die wil weten hoeveel zijn collega’s verdienen en verwacht dat al die informatie transparant is. Terwijl zij denken: dat is privé en gaat je niks aan. Die mentaliteitsafstand is lastig.’
Wat ook meespeelt is een moeilijke overgang van studie naar werk: studenten zitten gemiddeld tot hun 23e op school voordat ze een serieuze baan krijgen. Ze hebben vooral competentiegericht onderwijs gehad, namelijk welke kennis en vaardigheden ze moeten  opdoen om dat beroep uit te oefenen. Spangenberg: ‘De jongste generatie heeft een heel andere kijk op werk. Hun vaders en grootvaders waren krullenjongen of jongste bediende en werkten zich omhoog. Tegenwoordig kan dat bijna niet meer. Opleiding en werk liggen veel verder uit elkaar. Dat werkt vervreemdend. Competentiegericht leren tegenover leren luisteren naar wat de baas zegt, dat wringt.’

Potentiële baas
De potentiële leidinggevende van de Grenzeloze generatie behoort zelf tot de babyboomers, verloren generatie of de pragmatische generatie. Generatiesocioloog Hans Becker ontwikkelde duidelijke criteria voor die indeling. Zo komt iemand tussen de 56 en 67 jaar uit de Protestgeneratie, ofwel babyboomgeneratie. Geboren net na de Tweede Wereldoorlog, hoeven zij voor het eerst niet meer vanzelfsprekend hetzelfde beroep te kiezen als vader of (huis-)moeder. In 1968 zorgt een deel van deze generatie voor een protestgolf die leidt tot een nieuwe levensstijl met kernwoorden als solidariteit, emancipatie, duurzaamheid en werken aan een betere samenleving. Deze mensen zijn kritischer en mondiger dan hun ouders en ze eisen medezeggenschap. De verzorgingsstaat wordt geleidelijk uitgebouwd. Tegenwoordig bezetten veel babyboomers van toen leidinggevende posities. Een deel van hen gaat bijna met pensioen en daarvoor gaat de jongeren generatie finacieel opdraaien.
Een leidinggevende onder de 56 maar boven de 41, is van de Verloren generatie. Deze  generatie zit op de meeste leidinggevende plekken en zijn het invloedrijkst in bedrijfsleven en politiek. Tegen hun babyboombroeders- en zusters hebben ze het nooit echt opgenomen, maar de geboden vrijheid en individualiteit heeft deze generatie uitgebouwd met zaken als samenwonen in plaats van trouwen en allerlei opleidingsmogelijkheden. Toen zij studeerden ging het economisch slecht, de vrije seksuele moraal werd in de kiem gesmoord vanwege aids, drugs waren niet meer geestverruimend maar verslavend, de Koude Oorlog woedde voort en De Bom leek niet onmogelijk. Kortom: somberheid is deze generatie niet vreemd.
Een baas tussen de 26 en 41 jaar zit in de Pragmatische generatie. De kinderen van de protestgeneratie krijgen het label ‘patatgeneratie’: ze krijgen alle mogelijkheden en kansen van de wereld in een tijd dat het economisch zeer goed gaat in Nederland. Ondertussen zappen ze van ervaring naar ervaring, met ‘ontplooiing’ als motto. Fundamentele keuzes worden uitgesteld en tegelijk willen ze wel álles: een goed betaalde baan én veel vrijheid.

Maar waar zit nu de pijn voor de nieuwkomer op de arbeidsmarkt of voor de werkgever met de veeleisende werknemer? Met elk van deze drie generaties kan een goldmember van de Grenzeloze generatie het aan de stok krijgen. De ‘grenzeloze’ schijnt veelal ongevraagd kritiek te uiten tijdens een vergadering. Of hij verwacht niet dat je in een eerste baan begint met ‘gewoon’ meelopen waarna pas later de eigen projecten volgen. En dus zien bazen een nieuwkomer op de werkvloer regelmatig als pain in the ass.
Maar naast al het onbegrip voegt een ‘grenzeloze jongere’ ook heel wat toe aan organisaties, beschrijft Spangenberg in zijn boek over de Grenzeloze generatie. Hij adviseert toekomstige werkgevers dan ook de kracht van deze jongeren te benutten: ‘Niet vaak stond de jongste generatie zo ondernemend in het leven. Benut de positieve en transformerende kracht van de BV Ik. Deze biedt in een tijd van vergrijzing en ontgroening een goede uitgangspositie voor de ontwikkeling van een innovatieve en bruisende economie.’
Een groeiend aantal werkgevers probeert die positieve kanten van de Grenzeloze generatie te benutten. Onder de noemer Het Nieuwe Werken bieden ze flexibele werktijden, prestatiegerichte afspraken en ruimte voor ondernemerschap. Precies wat de BV Ik graag wil.
Ook de Grenzeloze generatie zelf kan wat leren van de generaties voor hem. Levenservaring is bijvoorbeeld iets wat alle oudere generaties gewoonweg meer hebben dan jongeren. En leidinggevenden zijn (meestal) niet voor niets op die positie terecht gekomen. Daar kan een nieuwe werknemer zijn voordeel mee doen. Door interesse te tonen, te willen leren en door duidelijkheid te vragen over verwachtingen ontstaan heldere rollen. Zodat grenzelozen, pragmatici, verlorenen en babyboomers prima kunnen samenwerken.

Werkgevers en studenten over hun toekomstige samenwerking:

Bonnie Dekkers (22), tweedejaars bedrijfscommunicatie
‘Ik wil iets te zeggen hebben, als nieuwkomer niet de rotklusjes doen of gezien worden als ‘dat jonge meisje’.’

Rabobank, Dorothe Alferink (42), recruitment en marketing arbeidsmarkt
‘Hier tutoyeren we elkaar, maar daar gaat het niet om. Je moet het verschil kennen tussen amicaliteit en respect.’

Laurens Schrijner (22), eerstejaars international business management
‘Eerst wil ik een paar jaar voor een gerenommeerd bedrijf hebben gewerkt om alles te leren, daarna zie ik mezelf als zelfstandige bij een klein multimediabedrijf.’

Philips, Eric Drent (57), sr. communicatiemanager
‘We hebben jonge mensen hard nodig om ons bedrijf draaiende te houden. Vooral straks met de pensioengolf.’

Andrea Mikus (23), vierdejaars sociaal pedagogische hulpverlening
‘Als ik afgestudeerd ben heb ik een diploma, maar ben nog onervaren. Die ervaring wil ik bij mijn eerste baan opdoen. Als een spons.’

Koninklijke Ahold N.V., Anoesjka Aspeslagh (universiteit, klas van 1996)
‘Starters kunnen rekenen op een verantwoordelijke baan, wij verwachten wel dat zij die verantwoordelijkheid ook nemen.’

Stef van Wijchen (18), eerstejaars communicatie & media design
‘Ik hoop niet dat ik straks in pak naar mijn werk moet, dat hoeft voor mij niet zo nodig.’

Rabobank, Dorothe Alferink (42), recruitment en marketing arbeidsmarkt
‘Het blijft een werkomgeving, daar moet je met je kleding wel rekening mee houden.’

Mari Carmen Rivera (18), eerstejaars international business and languages
‘Ik wil later wel gewoon van 9 tot 5 werken. Dat is toch heel normaal?’

Trajectum is nog lang niet uitgediscussieerd over de Grenzeloze Generatie. Wil je ook meepraten als docent, leerling of werkgever? Meld je dan aan bij tirzah.schnater@hu.nl.

Met medewerking van Gerda van ’t Spijker en Mira Vink